13.8 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 58

Eindelijk erkent de EU dat Turkije afglijdt naar een totalitaire staat

0

De EU stelt zich eindelijk steviger op tegen Erdogans onderdrukkende regime, terwijl Turkije steeds autocratischer wordt. In de beruchte Silivri-gevangenis zitten duizenden politieke gevangenen vast.

Het tij lijkt te keren. Na jaren van vruchteloze verzoening stuurt de EU krachtige signalen dat zij de steeds repressievere politiek van Erdogan thuis niet langer accepteert. Voor het eerst hebben drie belangrijke EU-instellingen, de Raad, de Commissie en het Parlement, gezamenlijk alle bijeenkomsten met Turkije voor onbepaalde tijd opgeschort. Het duurde meer dan tien jaar van onverschilligheid voordat de arrestatie van Istanbuls burgemeester Ekrem Imamoglu deze wake-upcall teweegbracht.

Nu wordt eindelijk bevestigd wat vooraanstaande mensenrechtenorganisaties en juridische experts al jaren benadrukken: met de ineenstorting van de rechtsstaat en het opheffen van de scheiding der machten, glijdt Turkije af naar een volledige autocratie, met een heerser die mogelijk voor het leven aanblijft.

Eindelijk lijkt men te erkennen dat Turkije, zowel EU-kandidaat als NAVO-bondgenoot, koploper is geworden in het aantal politieke gevangenen, duizenden in totaal. Het epicentrum van deze realiteit is een beruchte en angstaanjagende gevangenis niet ver van Istanbul.

Silivri-gevangenis

De Silivri-gevangenis huisvestte eind 2022 ongeveer 22.000 gedetineerden. Door de recente golf van arrestaties kan dat aantal nog hoger liggen. In het afgelopen decennium is het uitgegroeid tot de plek waar het regime dissidenten en activisten opsluit, een ‘concentratiekamp’ met meer dan 2.500 politieke gevangenen. Deze groep bestaat uit ongeveer 1.500 mensen gelinkt aan de Gülenbeweging, bijna 1.000 Koerdische activisten beschuldigd van banden met de PKK, en leden van verboden linkse groeperingen. Daarnaast zijn er politici, intellectuelen en journalisten, veelal prominente figuren met brede steun onder de oppositie.

De meest recente ‘gast’ is opnieuw een bekende naam: Ekrem Imamoglu, samen met medewerkers van zijn kantoor en aanverwante bedrijven. Zijn arrestatie heeft massale protesten in grote steden ontketend.

‘Het is koud in Silivri.’ Deze zin is een luguber refrein geworden om de barre omstandigheden in Turkijes grootste zwaarbeveiligde gevangenis te beschrijven. Die kou voelde ik zelf op een winterdag in 2015, toen ik buiten de gevangenis protesteerde tegen de opsluiting van mijn collega’s Erdem Gül en Can Dündar van de krant Cumhuriyet. Terwijl ik daar rilde, vertelden advocaten die naar binnen gingen over problemen met de verwarming. Ik kon me alleen maar voorstellen hoe de duizenden gevangenen binnen het nog zwaarder te verduren hadden.

Ik kon me alleen maar voorstellen hoe de duizenden gevangenen binnen het nog zwaarder te verduren hadden

Onder hen bevinden zich enkele bekende figuren. Mensenrechtenactivist Osman Kavala zit een levenslange straf uit op absurde gronden en heeft al acht jaar van zijn leven verloren. Voormalig HDP-leider Selahattin Demirtaş zit in zijn negende jaar achter tralies en riskeert een gevangenisstraf van 42 jaar. Kavala’s cel is een ijzige ruimte van 10 vierkante meter, met minimale toegang tot de buitenwereld. Ondanks meerdere uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens waarin hun vrijlating werd bevolen, weigert het regime hieraan gehoor te geven.

Ook andere prominente gevangenen bevinden zich in Silivri: TIP-parlementariër Can Atalay, stedenbouwkundige Tayfun Kahraman, en activisten zoals Mine Özerden en Çiğdem Mater, die in april 2022 werden gearresteerd vanwege de Gezi-protesten van 2013. De nationalistische leider Ümit Özdag, hoofd van de anti-immigratiepartij Zafer, is er eveneens opgesloten, net als de Koerdische politicus Ahmet Özer en tv-producent Ayşe Barım.

Journalisten vormen een constante groep gevangenen in Silivri. Bekenden als Kadri Gürsel, Musa Kart, Murat Sabuncu, Akin Atalay en de inmiddels overleden Aydin Engin zaten er op verschillende momenten sinds november 2016. Auteur Ahmet Altan, zijn broer Mehmet Altan en voormalige columnisten van de krant Zaman, zoals Ali Bulaç, Şahin Alpay en Mümtazer Türköne, werden er ook vastgehouden. Journalist en parlementariër Ahmet Şık, afkomstig uit de linkse hoek, heeft er eveneens een periode doorgebracht.

Een van de minst opgemerkte zaken is die van journalist Mehmet Baransu, winnaar van de Sedat Simavi Prijs van de Turkse Journalistenbond. Hij zit al tien jaar vast en heeft nog 26 jaar van zijn straf van 36 jaar te gaan. Zijn misdaad? Publicaties in de krant Taraf over corruptie en onregelmatigheden binnen het leger begin 2000, waarmee hij een groot taboe doorbrak. In tegenstelling tot andere gevallen krijgt zijn zaak weinig aandacht, omdat veel linkse en kemalistische media hem met minachting bekijken.

Deze verdeeldheid speelt Erdogan in de kaart. De gefragmenteerde media maken het gemakkelijker voor hem om kritische stemmen het zwijgen op te leggen. Een ander schrijnend voorbeeld is journalist Hidayet Karaca, voormalig hoofdredacteur van Samanyolu TV, die een absurde straf van 1.455 jaar kreeg wegens vermeende banden met de Gülenbeweging.

Silivri is een verzamelplaats voor iedereen die het regime wil uitschakelen

Silivri is al lang het toneel van wat je ‘roterende repressie’ zou kunnen noemen: de samenstelling van gevangenen verandert mee met de politieke machtsverschuivingen. In de jaren 2000 zaten hier militairen vast wegens vermeende staatsgrepen tijdens de Ergenekon- en Balyoz-processen. Later vulden gülenisten de cellen, beschuldigd van terrorisme. Nu is het de beurt aan de centristische kemalisten.

Als de term ‘concentratiekamp’ betekent dat een bepaalde groep mensen op één plek wordt verzameld, dan is Silivri inderdaad een moderne variant: een verzamelplaats voor iedereen die het regime wil uitschakelen. Daarom heeft de gevangenschap van Imamoglu, en het besluit van het Turkse ministerie van Justitie om een EU-delegatie geen toegang te verlenen, opnieuw de aandacht gevestigd op deze gevangenis.

Gelegen op zo’n 70 kilometer van Istanbul en geopend in 2008, beslaat de Silivri-gevangenis een oppervlakte van 1.035.247 vierkante meter, volgens de officiële cijfers. Het is een gigantisch complex en behoort tot de grootste gevangenissen in Europa en zelfs ter wereld. Het omvat negen gesloten en één open gevangenis, met acht ‘L-type’ en één ‘T-type’ faciliteit.

Daarnaast beschikt het complex over twee rechtszalen voor grote strafzaken, 500 woonunits, een staatsziekenhuis, een gezondheidskliniek, een centrale keuken, een restaurant, een bakkerij, een voetbalveld, een wasserette, een basisschool, een winkelcentrum en een kinderdagverblijf.

De tijden zijn duisterder dan ooit. Silivri’s poorten zijn makkelijk te passeren, maar wie eenmaal binnen is, hangt volledig af van de grillen van de politiek. Voor Turkijes politieke gevangenen is hoop schaars. Het land bevindt zich in een perfecte storm. De mensen in gevangenschap hebben alle externe aandacht nodig die ze kunnen krijgen.

Bas Heijne: ‘Demonstreren tegen fascisme is naïef. We moeten ons organiseren’

0

Verzet tegen fascisme vraagt meer dan demonstreren alleen en organiseren is cruciaal, stelt Bas Heijne. In zijn bundel met essays van Ter Braak, Orwell en Camus verbindt hij hun inzichten met vandaag.

‘Menno ter Braak, George Orwell en Albert Camus zijn drie grote antifascistische verzetsauteurs uit de twintigste eeuw. Ze verdedigden alle drie de democratie tegen fascisme, en ook het communisme. Hun waarschuwingen blijven nog altijd relevant.’

Aan het woord is Bas Heijne (1960), auteur, journalist en essayist bij NRC. Hij heeft drie essays over nationalisme en fascisme van Ter Braak, Orwell en Camus opnieuw uitgegeven en van een uitgebreide inleiding voorzien, waarin hij ook kritisch kijkt naar onze huidige maatschappij. De drie teksten zijn de afgelopen jaren los verschenen bij de Amsterdamse uitgeverij Prometheus, maar verschijnen nu samen in een cassette. ‘Onderling verschillen de auteurs natuurlijk, maar er zijn ook opvallende overeenkomsten’, vertelt Heijne. ‘Ze hielden zich eerst met niet-politieke onderwerpen bezig. Maar de opkomst van het fascisme prikkelde hen om geëngageerd te worden. Hun teksten bieden lessen voor nu.’

De kracht van rancune

Cultuurcriticus en polemist Ter Braak (1902-1940) begon zijn schrijverscarrière met een focus op kunstzinnige onderwerpen. Hij hield zich onder meer bezig met de vraag wat een goede roman moest zijn, waarbij hij de discussie voerde over ‘vorm of vent’.  Ook had hij een fascinatie voor en uitte hij kritiek op Hollywood-films. ‘Toch dwongen de politieke omstandigheden hem in de jaren dertig tot een meer geëngageerde houding. Hij besefte vroeg dat het fascisme een groot gevaar vormde. In 1936 schreef hij aan zijn beste vriend Edgar du Perron of het nog wel zin had om een levensverzekering af te sluiten. Ter Braak zag de nazi’s er voor aan heel Europa in de as te leggen. Zijn voorspelling bleek juist.’

‘Haat is immuun voor waarheidsvinding en feitelijkheid’

Namens het antifascistische Comité Weerbaarheid publiceerde Ter Braak het pamflet, waarin hij waarschuwde voor de kracht van rancune en haat als bindmiddel tegen democratie en de rechtsstaat. ‘Hij stelde dat degenen die deze emoties exploiteren een goudmijn in handen hebben. Dat wist Adolf Hitler is de jaren dertig als geen ander. Tegen getrouwen zei hij dat haat de enige emotie was waarop je bij de massa altijd kunt rekenen.’

Menno ter Braak in 1939. Beeld: Emiel van Moerkerken

Voorts bekritiseerde Ter Braak de illusie van democratie, die gelijkwaardigheid en gelijke kansen belooft, maar in werkelijkheid mensen ongelijk behandelt. Heijne: ‘Deze valse belofte leidt tot onvrede en teleurstelling, die vervolgens door populisten wordt uitgebuit. Dit fenomeen is ook vandaag de dag zichtbaar. Ongehoorde mensen, afgehaakten en degenen die zich voorbijgestreefd voelen, zijn dankbare doelwitten voor populistische politici. Rechtsradicale populisten beloven deze groepen dat zij vanuit hun underdogpositie weer de lakens kunnen uitdelen, tegen degenen die hen eerder negeerden.’

‘Haat is immuun voor waarheidsvinding en feitelijkheid. Ter Braak voorzag deze dynamiek al, hoewel hij waarschuwde dat je nooit twee tijdperken één-op-één moet vergelijken, maar wel bepaalde tendensen kunt herkennen. Mensen zoeken verbondenheid en gemeenschap, maar sluiten tegelijkertijd anderen uit. Vanuit een underdogpositie willen zij vaak domineren.’

Dit patroon is ook zichtbaar in de hedendaagse politiek, ziet Heijne. Hij wijst op Wilders’ tweets, waarin hij ministers schoffeert en intimideert, en op PVV-parlementariër Emiel van Dijk die in botsing kwam met PVV-staatssecretaris Ingrid Coenradie. Van Dijk zei dat gevangenen best met hun achten in één cel kunnen, een uitspraak die het goed doet bij de PVV-achterban, terwijl dit natuurlijk helemaal niet realistisch is, zelfs niet volgens de PVV-minister. ‘De partij van Geert Wilders wakkert agressie en hatelijkheid aan als methode om een deel van het electoraat achter zich te krijgen.’

Partijdigheid versus menselijkheid

De Britse schrijver en journalist George Orwell schreef zijn essay Over nationalisme na het einde van de Tweede Wereldoorlog. Hierin beschreef hij hoe mensen, zodra ze een ideologische positie hebben ingenomen, alles interpreteren vanuit die ideologie. Alles wat daarmee in strijd is wordt bestreden, terwijl het eigen kamp als heilig wordt beschouwd. Orwells boodschap is nog steeds actueel, zegt Heijne. ‘Mensen die bijvoorbeeld pro-Israël of pro-Palestina zijn, passen de waarheid aan om een wereldbeeld te creëren waarin geen ruimte is voor feiten die hen niet uitkomen.’

‘We hebben de neiging om de waarheid te buigen naar onze eigen overtuigingen’

Orwell stond bekend om zijn journalistieke, heldere schrijfstijl en gebruikte voorbeelden uit zijn eigen tijd om zijn punt te illustreren. Ondanks deze gedateerdheid blijven zijn inzichten nog steeds relevant voor nu, aldus Heijne. ‘Partijdigheid is niet alleen iets van anderen; het zit ook in onszelf. We hebben de neiging om de waarheid te buigen naar onze eigen overtuigingen. Een volwassen mens, zo stelde Orwell, zou dit moeten erkennen. Het is belangrijk om kritisch vermogen te ontwikkelen en je eigen overtuigingen regelmatig tegen het licht te houden.’

Een hogere liefde van de Franse schrijver Albert Camus verscheen in 1948 in boekvorm, maar delen ervan waren eerder gepubliceerd in verzetsbladen. Het bevat fictieve brieven aan een Duitse vriend, waarin Camus reflecteert op nationalisme. ‘Volgens Camus duldt nationalisme geen tegenspraak en verhardt het zich tot een dogma of ideologie’, legt Heijne uit. ‘Daarentegen ziet hij patriottisme als iets positiefs: het opkomen voor je eigen gewoontes en tradities, maar op een open en niet-agressieve manier. Het gaat om een milde vorm van je thuis voelen, een liefde voor je regio en gebruiken.’

In een van de brieven verwijt de Duitse vriend Camus dat hij niet van zijn land houdt. De vriend, die zich tot het nazidom heeft bekeerd, beweert dat zijn liefde voor Duitsland gebaseerd is op superioriteit en dominantie. Camus gebruikt dit argument tegen zichzelf en vraagt: ‘Hoezo hou ik niet van mijn land?’ Hij stelt dat echte liefde voor een land niet zonder kritiek kan bestaan. Zijn liefde voor Frankrijk is veelzijdig en vaak ongrijpbaar, geworteld in tradities en niet-dominante aspecten. Hij benadrukt dat je je thuis kunt voelen zonder anderen te onderwerpen.

Heijne vindt Camus’ analyse bruikbaar om het virulente nationalisme van de Russische president Vladimir Poetin te begrijpen, en het nationalisme van politici als Geert Wilders en Thierry Baudet. ‘Hun nationalisme is ook gebaseerd op agressie en overheersing. Camus ziet hierin het gevaar van ontmenselijking. Dit leidt tot een gebrek aan empathie en onverschilligheid. Dat je mensen niet langer als mensen ziet. Bootvluchtelingen worden door rechts-radicale politici beschreven als een gevaar, als een existentiële bedreiging, niet als mensen die lijden. Het wordt ons steeds gemakkelijker gemaakt anderen te ontmenselijken. We moeten de mens weer leren zien. Dat klinkt misschien zoetsappig, maar het is helemaal niet gemakkelijk, het verreist een enorme inspanning.’

Albert Camus. Beeld: United Press International

Camus en zijn Duitse vriend geloven allebei niet in God, maar geloven dat de mens zelf zin geeft aan het bestaan. Maar zijn Duitse vriend doet dit vanuit agressie, terwijl Camus gelooft in een vorm van humanisme. ‘Dit humanisme is niet sentimenteel of idealistisch, maar realistisch en veeleisend’, legt Heijne uit. ‘Het vraagt om een voortdurende inspanning om anderen als mens te zien en verantwoordelijkheid te nemen voor de mensheid en de planeet.’

Camus’ persoonlijke strijd wordt duidelijk in zijn ervaringen in Griekenland. ‘Terwijl hij geniet van de harmonie en schoonheid van de zee en de blauwe lucht, ziet zijn oog opeens een eilandje waar tegenstanders van het kolonelsregime worden gemarteld. Dit besef definieert hem: hij voelt de plicht om zich in te zetten voor slachtoffers en niet weg te kijken.’

Net als Ter Braak benadrukt Camus dat we niet langer onze schouders kunnen ophalen over wat er gebeurt, zegt Heijne. ‘Fascisme mag niet gebagatelliseerd worden. Linkse en liberale mensen moeten wakker worden en antwoorden vinden op de rechtse revolte. Ze hebben te lang geloofd dat het allemaal wel meeviel. Nu Donald Trump aan de macht is gekomen zijn we geschokt. Maar we hadden al veel eerder wakker moeten worden. De wake-up call is al te lang uitgesteld.’

Patriottisme

Heijne vindt, in navolging van Orwell en Camus, verbondenheid met je land of streek niet an sich verkeerd. ‘Orwell, vaak een ‘socialistische Tory’ genoemd, was zich bewust van de verbondenheid met zijn eigen cultuur en beschaving. Camus deelde dit inzicht. Beiden pleitten voor een patriottisme dat niet agressief of dominant is, maar juist een niet-dwingende binding met je omgeving benadrukt. Liberalen zijn vaak te gefixeerd op het individu en hebben te weinig oog voor de bredere context, de Umwelt. Het zoeken naar binding met je directe omgeving is een logisch principe, maar als je hier blind voor bent, betaal je de prijs. Dit verklaart ook de opkomst van iemand als Caroline van der Plas, die zich heel erg voorstaat op haar binding met de regio.’

‘Veel mensen hebben geen persoonlijke identiteit meer die losstaat van hun overtuigingen of levensstijl’

In tegenstelling tot patriottisme toont nationalisme maar weinig interesse in cultuur, vervolgt Heijne. Het gebruikt oppervlakkige kennis als wapen tegen anderen en richt zich vaak op macht. ‘Thierry Baudet pronkt met admiraal Michiel de Ruyter, niet met wetenschapper Hugo de Groot.’

Maar hoe zit het dan met nationalisme dat verdraagzaamheid centraal stelt, zoals het beeld van Nederland als het land waar de tolerantie is uitgevonden? Heijne: ‘Het zelfbeeld van Nederland als tolerant land is deels zelfmisleiding. Zwarte bladzijden uit de Nederlandse geschiedenis, zoals de genocide van Jan Pieterszoon Coen op de Banda-eilanden, worden vaak genegeerd. En wie dit rooskleurige beeld ter discussie stelt, krijgt tegenstand. Dat is ook begrijpelijk. Mensen hebben de behoefte om ergens aan vast te houden, maar erkennen zelden hun fouten. In plaats daarvan geven ze andere krachten de schuld of creëren ze een boeman. Dit gebeurt zowel links als rechts. Wie zegt ooit over zichzelf, ik heb dit eigenhandig verprutst, en dat is helemaal mijn eigen schuld?’

Heijne wijst in dit verband op het fenomeen ‘identity fusion’: mensen laten hun identiteit samenvallen met een zaak of overtuiging. ‘Iedere aanval op die zaak wordt ervaren als een persoonlijke aanval. Dit leidt tot overgevoeligheid en een wereldbeeld waarin de buitenwereld puur bedreigend is. Veel mensen hebben geen persoonlijke identiteit meer die losstaat van hun overtuigingen of levensstijl. Dit belemmert een gezonde debatcultuur en een vitale democratie.’

Leren van de geschiedenis

Is het fascisme terug van weggeweest? ‘Hoewel de geschiedenis zich nooit letterlijk herhaalt kunnen we wel leren van patronen’, antwoordt Heijne. ‘Zo kun je Trump ook vergelijken met de negentiende-eeuws Franse keizer Napoleon III, het neefje van Napoleon, die corruptie vrij spel gaf en als autoritaire leider optrad. Het is niet altijd nodig om naar de jaren twintig en dertig van de twintigste eeuw te kijken om historische parallellen te trekken.’

‘Toch zijn er ook lessen uit die tijd’, nuanceert Heijne zichzelf. ‘In 1929, toen de verfilming van de beroemde anti-oorlogsroman Im Westen nichts Neues van Erich Maria Remarque een enorm succes werd, gooiden nazi’s stinkbommen en muizen in bioscopen en vielen ze Joodse bezoekers aan. Bioscopen sloten hun deuren, en de latere propagandaminister Joseph Goebbels claimde dit als een overwinning van de vrijheid van meningsuiting. Dit soort omkering van feiten zien we ook terug bij hedendaagse figuren zoals de Amerikaanse vicepresident James David Vance. Hoewel het belangrijk is om geen overhaaste vergelijkingen te maken, mogen we niet blind zijn voor parallellen. Het doel blijft vaak hetzelfde: de vernietiging van de liberale democratie.’

‘Politici zoals Wilders exploiteren haat en boosheid, omdat hun praktische politiek vaak mislukt’

En hoe zit het dan in Nederland? Krijgen we hier straks ook Amerikaanse toestanden? ‘In Nederland lijkt autocratie onwaarschijnlijk, maar er is wel sprake van het kapitaliseren van onvrede en het propageren van totale afwijzing’, zegt Heijne. ‘Politici zoals Wilders exploiteren haat en boosheid, omdat hun praktische politiek vaak mislukt. Ter Braak beschreef dit fenomeen al: een appel aan de massa om ‘het goed te maken’, terwijl de ander wordt afgeschilderd als degene die alles kapot maakt en gehaat moet worden.’

Intellectueel engagement

Kun je Ter Braaks rancune-theorie ook toepassen op extreemlinks, waar eveneens sprake is van rancune en jaloezie? ‘Hoewel linkse partijen vaak mooie woorden gebruiken, zijn ook linkse mensen niet vrij van menselijke tekortkomingen’, observeert Heijne. ‘Mensen blijven immers mensen. Het geloof in goede bedoelingen onderschat de realiteit van onze menselijke natuur.’ Heijne stoort zich daarnaast aan wat hij noemt ‘bevoogdende categorieën’, waarin mensen wordt voorgeschreven hoe ze moeten denken op grond van hun ‘identiteit’.

Maar we moeten het ‘gevaar’ van deze ideeën niet overschatten, benadrukt hij. ‘Het zogenoemde woke-denken heeft enige invloed op musea en uitgeversbeleid, toch blijft deze invloed beperkt. Woke wordt inderdaad soms geïdeologiseerd en in puriteinse vorm kan het leiden tot scherpslijperij. Niettemin bevat veel van wat er wordt gezegd een kern van waarheid. Je kunt het zien als een poging het idee van gelijkwaardigheid ook echt handen en voeten te geven in de maatschappelijke werkelijkheid. De ontsporingen daargelaten, dat lijkt mij alleen maar goed.’

Kritischer is hij over de neiging van links om altijd maar weer op de barricaden te klimmen. ‘Ik vraag mij zeer af of demonstraties wel het gewenste effect sorteren. Ik vrees eigenlijk het tegenovergestelde. Radicaal-rechts misbruikt bewegingen als Extinction Rebellion en Black Lives Matter door hun boodschap te verdraaien. De reactie van rechts is vaak heftiger, beter georganiseerd én effectiever. Rechts weet progressieve bewegingen te framen als extremistisch en ondermijnt daarmee hun boodschap. Daar zouden protestbewegingen veel meer op voorbereid moeten zijn, om effectief terug te kunnen slaan.’

Engagement is niet verkeerd, maar doe dit met wijsheid. ‘Als intellectueel heb je wel eens ongelijk, maar het blijft belangrijk dat je je kritisch verhoudt tot je eigen omgeving en tijd. Het is een drogreden om te stellen dat omdat cultuurcritici in het verleden paniek zaaiden over het gevaar van stoommachines cultuurkritiek per definitie de plank misslaat. In 2007 schreef ik het boek Onredelijkheid. Ik ben natuurlijk geen profeet, maar achteraf gezien heb ik bepaalde ontwikkelingen goed gezien. Tegelijkertijd had ik ook ongelijk over andere zaken en besef ik dat ik sommige onderwerpen niet kritisch genoeg tegen het licht heb gehouden. Orwell benadrukte het belang van kritisch vermogen: je eigen opvattingen blijven onderzoeken. Dat probeer ik ook te doen in mijn werk. Het gaat niet om het relativeren van je diepste overtuigingen, maar je moet wel je eigen opvattingen steeds toetsen. Het is essentieel om checks and balances in je eigen denken te hebben.’

George Orwell in 1943. Beeld: Britse vakbond voor journalisten (BNUJ)

Geëngageerde intellectuelen hebben het vaak bij het verkeerde eind gehad. Sommigen kozen voor het fascisme, velen voor het communisme. In reactie daarop klonk vervolgens het pleidooi om intellectueel engagement maar achterwege te laten. Wijlen VVD-politicus Frits Bolkestein schreef het boek De intellectuele verleiding, waarin hij vooral de linkse intellectuelen hekelde en het pragmatisme prees. Heijne. ‘Maar ook pragmatisme kan tot nare gevolgen leiden. Als staatssecretaris was Bolkestein verantwoordelijk voor export van bepaalde grondstoffen naar Irak, waardoor Saddam Hoessein chemische wapens kon maken.’

Boeken en essays zijn vaak een reactie op de tijd waarin ze geschreven worden, benadrukt Heijne. ‘Ter Braak moest bijvoorbeeld reageren op de uitdagingen van zijn tijd. Zijn teksten waren geen historische studies achteraf, maar reflecties op zijn eigen tijd. Het is belangrijk om niet door een roze bril naar je omgeving te kijken, maar met een zo scherp mogelijke blik. Soms loensen we, maar het gaat erom die blik steeds opnieuw af te stellen.’

Nadenken heeft zin

In hoeverre hebben Ter Braak, Camus en Orwell daadwerkelijk effect gehad met hun waarschuwingen en aansporingen? ‘Het is moeilijk te meten’, aldus Heijne. ‘Hun levensverhalen zijn tragisch: Ter Braak pleegde zelfmoord in mei 1940, Orwell schreef zijn laatste boek vlak voor zijn vroegtijdige dood in 1950 aan tuberculose, terwijl het communisme toen nog springlevend was, en Camus aarzelde na de oorlog om zijn boek uit te brengen. Hij wilde Duitsland niet opnieuw als vijand neerzetten, omdat hij geloofde in het nieuwe Europa. Deze gedachte is blijven bestaan, hoewel ze nu steeds meer onder druk staat. Camus had reden tot hoop, maar stierf in 1960, teleurgesteld door de keuze van mensen voor ideologieën zoals het communisme, dat door zijn voormalige vriend en strijdmakker Jean-Paul Sartre werd omarmd.’

‘Ideeën zoals de omvolkingstheorie zijn mainstream geworden’

‘Aan de andere kant zijn Ter Braak, Orwell en Camus inspiratiebronnen gebleven. Zo vertelde Henk Hofland veel van Ter Braak te hebben geleerd. Orwells werk wordt nog steeds gretig gelezen, net als de essays van Camus, die in Frankrijk in pocketuitgaven blijven verschijnen. Toch blijft het grote kwaad moeilijk te stoppen. Het idee dat jij als individu de loop van de geschiedenis kunt veranderen, getuigt van mateloze zelfoverschatting. Maar bewustwording en het wakker schudden van mensen zijn wel mogelijk. Toen ik onlangs een praatje hield tijdens de presentatie van deze drie essays bij boekhandel Paagman, waar zo’n 150 mensen aanwezig waren, vroeg ik wie zich zorgen maakt over de huidige ontwikkelingen. Bijna iedereen stak zijn hand op. Dit toont het belang van bewustwording en samenwerking. Links moet het ‘narcisme van kleine verschillen’ opzijzetten en meer samenwerken, wat GroenLinks en PvdA nu ook lijken te gaan doen. Nadenken heeft zin. Het gaat erom wat er in je hoofd gebeurt, ook al is dat moeilijk te meten. Het werk van Ter Braak, Camus en Orwell blijft relevant, omdat het ons helpt kritisch te blijven en onze blik scherp te stellen.’

Hoe hoopvol kunnen we zijn over onze toekomst? Heijne denkt even na. ‘Er is wel hoop, maar mijn geloof ligt vooral in een sceptisch humanisme’, antwoordt hij. ‘Het is belangrijk om de mens los te zien van zijn context en mensen niet tot sjablonen te reduceren, want dat leidt tot ontmenselijking. We moeten verantwoordelijkheid nemen.’

Heijne was niet zo lang geleden in discussie met theoloog Stefan Paas in de ‘Ongelooflijke Podcast’ van de Evangelische Omroep. Paas had waardering voor Camus’ humanisme, maar merkte op dat veel mensen daarin niet geloven. ‘Daar ben ik het eigenlijk wel mee eens. Maar dat betekent niet dat ik voor een verloren zaak vecht. Vaak komt het besef pas als de realiteit schrijnend wordt, wanneer we lijken zien liggen op straat, verdronken bootvluchtelingen of de slachtoffers in de tot puin geschoten Gazastrook. Pas als het pijn doet zien we de mens achter de cijfers en gebeurtenissen.’

‘Ik ben geen pacifist. We hebben wapens nodig om ons te verdedigen tegen Poetin. Pacifisten laten anderen vaak de kastanjes uit het vuur halen, zoals Orwell terecht opmerkte in zijn essay. Poetin lijkt minder sterk dan hij zich voordoet, maar de geopolitieke situatie is complex, zeker met de Verenigde Staten als halve of hele bondgenoot van Rusland nu.’

Strategieën ontwikkelen

‘Nee, ik ben niet hoopvol in de zin dat alles goed zal aflopen’, besluit Heijne. ‘Radicaal-rechts is erg sterk op sociale media, en ideeën zoals de omvolkingstheorie zijn mainstream geworden. De politieke verschuivingen zijn duidelijk, maar veel mensen zijn blind voor de georganiseerde processen die hierachter zitten. Demonstreren uit woede is naïef, gezien de goed georganiseerde krachten die daartegenover staan en je framen. In plaats van demonstreren, moeten we ons richten op organiseren. Het is belangrijk om strategieën te ontwikkelen die de boodschap versterken en weerstand bieden tegen de leugens en framing van radicaal-rechts en hun aanval op de liberale democratie.’

Moskeekoepels vragen OM om actie tegen Christenen voor Israël

0

De samenwerkende regionale moskeekoepels (K9) hebben het Openbaar Ministerie (OM) verzocht een onderzoek in te stellen tegen Israel Heartland en Christenen voor Israël. Dit schrijft de Rotterdamse moskeekoepel SPIOR in een persbericht.

Het K9-verzoek volgt op onthullingen van het programma BOOS en journalistiek onderzoek door Investico, De Groene Amsterdammer en Nederlands Dagblad. Israel Heartland en Christenen voor Israël steunen illegale Israëlische kolonisten op de Westelijke Jordaanoever met donaties. Met dit geld worden mogelijk ook wapenaankopen gefinancierd.

De K9 vraagt het OM te onderzoeken of de activiteiten van de christenzionistische organisaties in strijd zijn met de openbare orde, zoals bedoeld in artikel 2:20 van het Burgerlijk Wetboek.

Volgens internationaal recht, waaronder de Vierde Geneefse Conventie, is het overbrengen van de eigen burgerbevolking naar bezet gebied verboden. Het Internationaal Gerechtshof heeft dit bevestigd. De moskeekoepels stellen dat de donaties bijdragen aan het bestendigen van deze illegale situatie.

Bovendien vreest de K9 dat de financiële steun mogelijk ten goede komt aan personen of organisaties die door Nederland en/of de Europese Unie gesanctioneerd zijn. Indien onrechtmatigheden worden vastgesteld, verzoeken de koepels het OM via de rechter een verbod en ontbinding van deze organisaties te vorderen.

De theoloog en activist Remco van Mulligen, die het BlueSky-account van het pro-Palestijnse Christelijk Collectief beheert, noemt het K9-verzoek een ‘klasse actie’.

Steunfonds voor Palestina-demonstranten opgericht

0

Een nieuw steunfonds is opgericht voor Palestina-demonstranten die juridisch worden vervolgd vanwege hun activisme en daardoor in financiële problemen komen. Dit bericht The Rights Forum.

Het fonds, dat gisteren werd gelanceerd, richt zich op mensen die niet voldoende middelen hebben om juridische hulp in te schakelen, maar ook niet in aanmerking komen voor een sociaal advocaat.

De bekende Amsterdamse activist Frank van der Linde, die het fonds beheert, legt uit dat het bedoeld is voor mensen die ’tussen wal en schip belanden’. Activisten kunnen via Palestinasteunfonds.nl een aanvraag indienen voor financiële steun tot maximaal duizend euro. Tegelijkertijd zoekt het fonds donateurs die het initiatief willen ondersteunen. Een bemiddelde Nederlander achter het fonds, die vanwege gezondheidsredenen niet fysiek actief kan zijn, wil op deze manier bijdragen aan de Palestijnse zaak. Van der Linde benadrukt dat zij via het fonds direct hulp kunnen bieden aan degenen die het nodig hebben.

Het fonds bekijkt de komende periode hoe het initiatief zich ontwikkelt. ‘Als het storm loopt met aanvragen, zullen we snel een stichting oprichten’, aldus Van der Linde. Mocht de huidige vorm door het succes niet werkbaar blijken, wordt overwogen ook andere groepen te steunen, mits het oorspronkelijke budget voor Palestina-activisten geoormerkt blijft.

Het initiatief komt voort uit een realiteit waarin solidariteit met Palestijnen vaak wordt gecriminaliseerd. The Rights Forum spreekt van een groeiend gebruik van ‘lawfare’ om ongewenste stemmen juridisch aan te pakken. De organisatie juicht het fonds toe en ziet het als een aanvulling op bestaande steun zoals die van het European Legal Support Center (ELSC). Recent won ELSC een zaak waarbij een Palestijnse werknemer onterecht werd ontslagen vanwege zijn uitgesproken steun voor de Palestijnse zaak. Hij kreeg een hoge schadevergoeding.

Erken dat Ingrid Coenradie een verademing is

0

Ik heb haar een keer in het echt gezien: Ingrid Coenradie. Het was op de verkiezingsavond van Leefbaar Rotterdam bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2022. We waren in een café op het Stadhuisplein en iedereen was in afwachting van de uitslagen. Coenradie kwam in mijn herinnering op hoge hakken binnen, geflankeerd door een hele groep mensen. Iedereen keek op. Hier stond het nieuwe talent van Leefbaar Rotterdam, die vanuit het niets op de tweede plek van de kandidatenlijst was beland.

Dat was opvallend: de in Leefbaar-kringen populaire Tanya Hoogwerf moest Coenradie voor laten gaan, net als andere zittende raadsleden. Ze was een onbeschreven blad. Wat ze precies gedaan had? Ze was ergens manager geweest. Beetje vaag. Na de Leefbaar-overwinning van die avond ging het snel: ruim een jaar later was ze fractievoorzitter en inmiddels kennen we haar als de PVV-staatssecretaris die gevangenen vervroegd vrijlaat, tegen de wil van Geert Wilders in.

Dat krijg je nou als je geen partijorganisatie bouwt. Dan zit je altijd te springen om personeel, zeker als je opeens 37 zetels haalt terwijl je ongeveer de helft van dat aantal had verwacht. Als je dan ook nog bewindspersonen moet leveren wordt het een hele tour overal goede mensen neer te zetten. Zo werd Coenradie, zonder enige PVV-achtergrond, opeens staatssecretaris. Zou Wilders blij met haar zijn?

Staand slapen

Coenradie trekt zich weinig aan van de bezwaren van Wilders tegen het vervroegd vrijlaten van gevangenen. Er is nu eenmaal een cellentekort en dit is de beste oplossing, aldus de staatssecretaris. Een PVV-bewindspersoon die voor een redelijke, bestuurlijk haalbare oplossing kiest, dat komt niet zo heel vaak voor. Hoe anders is dat bij de rest van haar partij: bij een commissievergadering stelde PVV-Kamerlid Van Dijk voor dat er desnoods acht mensen per cel staand moesten gaan slapen.

Wordt het niet eens tijd voor wat meer waardering voor deze PVV-staatssecretaris?

Deze week was het weer raak: Marjolein Faber wil vrijwilligers een lintje ontzeggen omdat ze die krijgen vanwege hun goede zorgen voor asielzoekers. Premier Schoof en minister Uitermark moesten ingrijpen om het praktisch op te lossen. Coenradie liet voor de camera’s weten dat ze de eenheid van het kabinetsbeleid miste en dat ze zelf wel voor die lintjes zou hebben getekend, helemaal in lijn met hoe het grootste deel van de Tweede Kamer de kwestie had willen afhandelen.

Wordt het niet eens tijd voor wat meer waardering voor deze PVV-staatssecretaris? Er duikt steeds weer een filmpje op waarin Coenradie tijdens de campagne van Leefbaar Rotterdam zegt dat we geen excuses gaan aanbieden voor wie we zijn, dat de Nederlandse cultuur onder druk staat, dat links-extremistische activisten hun gedachtengoed aan anderen willen opdringen en dat er te veel ‘woke waanzin’ is. Voor politieke tegenstanders een teken dat ze niet deugt.

Veel kritiek

Dat er op de PVV veel aan te merken valt is geen discussie. Dat je je er beter niet bij aan kunt sluiten ook niet. Erop stemmen? Ook geen goed plan. Toch wordt het tijd iets genuanceerder naar PVV’ers te kijken. Vergelijk Coenradie met Van Dijk, die een nazi-methode – dixit Joost Eerdmans – wil inzetten om geen gevangenen vrij te hoeven laten en het gevangenispersoneel opzadelt met enorme risico’s. Coenradie probeert problemen op te lossen, ook als ze niet in haar eigen ideologische bubbel passen.

Als je dit schrijft, weet je wat de reacties zijn: Coenradie is een fascist, want ze heeft de verkeerde keus gemaakt door bij de PVV te gaan. Nou ja, ik zou dat zelf ook niet doen, maar ze heeft getekend voor het hoofdlijnenakkoord, en dat wordt ook onderschreven door de VVD en Pieter Omtzigt. Is dat akkoord rechts en niet migratievriendelijk? Zeker. Zijn er redenen om daartegen te zijn? Ook. De vraag is: maakt dit Coenradie een fascist of iemand waarmee je het oneens bent?

Ik ga voor dat laatste: ik prijs me gelukkig met een PVV-staatssecretaris die haar werk goed probeert te doen en waar Wilders zich ongetwijfeld enorm aan stoort. Een geluk bij een ongeluk.

Vermoorde Armeense bisschop wordt heilig verklaard

0

Paus Franciscus heeft toestemming gegeven voor de heiligverklaring van de Armeense aartsbisschop Ignatius Maloyan, die in 1915 tijdens de Armeense Genocide werd vermoord. Dat meldt de Turks-Armeense krant Agos.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de bisschop, samen met 13 nonnen en 600 andere christenen, opgepakt. In juni 1915 werden ze allemaal vermoord, nadat ze hadden geweigerd zich tot de islam te bekeren.

Maloyan werd in 1869 geboren in de provincie Mardin, in het zuidoosten van het huidige Turkije. In 1883 werd hij door de kerk naar Libanon gestuurd, waar hij voor het eerst als bisschop diende. Hij sprak vloeiend Arabisch en Turks en deed onderzoek naar heilige geschriften in het Egyptische Alexandrië.

In 1911 werd hij door paus Pius X benoemd tot aartsbisschop van Mardin.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog vermoordde het Jong-Turkse regime onder leiding van Enver en Talat Pasha anderhalf miljoen christenen. Turkije ontkent nog steeds dat Armeniërs, Assyriërs en andere minderheden doelbewust zijn uitgeroeid.

Onlangs werd bekend dat Armenië de internationale erkenning van de genocide geen prioriteit meer geeft.

De heiligverklaring zal dit jaar plaatsvinden. De datum is nog niet bekendgemaakt.

Staatssecretaris Coenradie (PVV) openlijk kritisch op Faber

0

Staatssecretaris Ingrid Coenradie (Justitie en Veiligheid, PVV) is niet te spreken over de lintjeskwestie in Den Haag, waar collega-PVV’er Marjolein Faber het land al dagen mee bezighoudt. ‘Ik vind dat zaken zoals het uitdelen van lintjes niet politiek gemaakt moeten worden’, zei ze voor de camera’s.

Daarmee staat Coenradie lijnrecht tegenover haar politiek leider Geert Wilders en partijgenoot Marjolein Faber. Zij willen geen lintjes uitdelen aan vrijwilligers die de asielketen faciliteren, omdat dit niet zou overeenkomen met hun beleid van een asielstop.

‘Ik steun de premier en minister Judith Uitermark, die wél tekenen voor het uitreiken van de lintjes. Het is een heel goede zet om deze mensen gewoon een lintje te geven’, aldus Coenradie.

De staatssecretaris kwam eerder al in aanvaring met Geert Wilders over het vervroegd vrijlaten van gevangenen vanwege een tekort aan cellen. Haviken binnen de PVV stelden toen zelfs voor om gevangenen ‘staand in een cel’ te plaatsen.

Wilders wilde geen interviews geven over ‘lintjesgate’. Op de vraag of zijn wil ‘wet’ is, reageerde hij: ‘Zo is dat.’

Achter de schermen wordt al gesproken over de positie van Faber, die volgens bronnen ‘onhoudbaar’ zou zijn geworden, ook volgens regeringspartners VVD, BBB en NSC, meldt het AD. Vandaag vindt er opnieuw een debat plaats in de Tweede Kamer. De oppositie wilde gisteren al een motie van wantrouwen indienen. De vraag is of de coalitiepartijen daarin zullen meegaan, want de PVV kan in dat geval het kabinet laten vallen.

De Koerden sloten een deal met Al-Sharaa. Hoe staan ze er nu voor?

0

In Syrië is onlangs een akkoord bereikt tussen de interim-regering en de door Koerden gedomineerde SDF. Zijn betere tijden op komst voor deze etnische groepering? 

Op 10 maart 2025 tekenden Mazloum Abdi, de commandant-generaal van de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF), en Ahmed Al-Sharaa, interim-president van Syrië een overeenkomst. De militaire en bestuursmatige instituties van het autonome gebied in Noordoost-Syrië zullen worden geïntegreerd met die van de Syrische staat. 

Het was welkom nieuws; slechts vier dagen eerder was het land opgeschrikt door sektarisch geweld aan de westkust, waarbij meer dan 1300 doden vielen. Dit trof voornamelijk alawieten, ook een minderheidsgroep. De positieve wending aan het lot van de Koerden, in het land waar nationale eenheidsvorming nog in volle gang is, was voor velen dan ook een verademing. 

Maar wat er nu eigenlijk zal veranderen voor deze etnische groep, de grootste van het autonome noordoosten, dat moet nog blijken. Zo snel als de deal werd aangekondigd, was er al onenigheid over de invulling. Bovendien is de dreiging vanuit Turkije niet verminderd.  We praten met Latif Tali, kenner van de Koerdische politiek en journalist Wladimir van Wilgenburg over de dwarsverbanden, de vooruitzichten en het laatste nieuws. 

Wat staat precies in de deal?

Hierover is eigenlijk nog heel weinig bekend, zegt Tali. ‘Er zijn acht punten genoemd, voor elk van deze punten is een commissie ingesteld. Die gaan in april aan de slag met de invulling. Het is dus een principeakkoord.’

In de acht punten wordt de integratie van instituties benadrukt, alsmede grensovergangen, de luchthaven en de olie- en gasvelden van de autonome regio. Het akkoord benadrukt de noodzaak om de eenheid te bewaren en collectief op te trekken tegen overblijfselen van het Assad-regime. 

In ruil hiervoor worden de rechten van de Koerden als Syrische staatsburger erkend. Op basis van competentie kunnen Syriërs, ongeacht hun etnische of religieuze achtergrond, deelnemen aan het politieke proces en alle staatsinstellingen, staat in een van de punten. Ook zal de staat bescherming bieden aan ontheemden als ze terugkeren naar hun steden of dorpen.

Tot nu toe is nauwelijks bekend hoe ze erop vooruitgaan in het behoud van taal en cultuur’, zegt Van Wilgenburg. ‘De Koerden zouden dit graag terugzien in de nieuwe grondwet. Maar dat is ook weer ingewikkeld, want het autonoom bestuurde gebied bevat niet alleen Koerden. Er zijn ook gebieden die onder SDF-controle staan maar waar Arabieren in de meerderheid zijn. Zij zullen misschien liever onder controle staan van Damascus. Dit terwijl SDF toch wel de autonomie wil behouden, als een soort van onafhankelijke gewapende groepering onder de vlag van het ministerie van Defensie. Dat zorgt voor nogal wat spanningen en maakt dat het echt nog een voorlopige deal is, waar nog heel veel aan gewerkt moet worden.’

Wat zit er in voor de Koerden?

De Koerden onderhandelen al heel lang met Damascus over erkenning van het zelfbestuur in Noordoost-Syrië, ook met het vorige regime’, zegt Van Wilgenburg. ‘Alleen is daar nu nog niet echt over gesproken. Er zijn geen concrete referenties in het akkoord naar autonomie of decentralisatie.’

Het positieve zit dan ook meer in de dialoog die ze nu zijn aangegaan met Damascus, denkt hij. Dit zou hen bescherming kunnen bieden in de toekomst. Nu komt deze bescherming voornamelijk uit de VS. ‘Er zijn geruchten dat de Amerikanen in de toekomst weg willen uit het gebied. Dan is het handig om een overeenkomst te hebben met de regering, die anders met steun van Turkije het gebied zou kunnen overnemen.’

‘In buurlanden wordt het zelfbestuur in de autonome regio niet graag gezien’

Ook Tali ziet de kwetsbaarheid van de Koerden in Syrië. ‘In buurlanden wordt het zelfbestuur in de autonome regio niet graag gezien. Het vormt misschien een bedreiging voor regeringen in andere landen waar veel Koerden wonen, zoals Irak en Iran, omdat het  een democratisch autonoom bestuur is. Wat dat betreft is deze overeenkomst erkenning voor dat succes.’ 

‘De vorige Syrische regering zag dat niet. De huidige eerst ook niet, maar nu wel. De SDF kan nu meepraten over de toekomst. Wanneer SDF aan de onderhandelingstafel zit, zal het bovendien als garantie dienen voor het borgen van de rechten van minderheden en geloofsovertuigingen in de nieuwe grondwet’, voegt hij toe. 

Hoe is de tijdelijke grondwet geland?  

Twee dagen nadat het akkoord tussen SDF en de interim-regering was bereikt, presenteerde al-Sharaa een nieuwe tijdelijke grondwet, van toepassing tijdens de transitiefase, die ongeveer vier jaar zal duren. Bij het vormen van deze grondwet waren de Koerden, noch andere minderheden betrokken, wat direct tot frustratie leidde in de autonome regio. 

AANES (Democratic Autonomous Administration of North and East Syria) stelt dat het document ‘indruist tegen de diversiteit van Syrië en een vervalsing is van de nationale en maatschappelijke identiteit van Syrië, zonder de stempel en de geest van het Syrische volk en zijn verschillende componenten’. Sindsdien zijn er protesten in verschillende steden in Noordoost-Syrië. Dezelfde reactie is uitgesproken over het gevormde kabinet. 

‘Er is heel veel wantrouwen jegens de laatste interim constitutie die Damascus heeft aangenomen, waarin niet erg veel wordt gesproken over de rechten voor bijvoorbeeld Koerden of andere minderheden. Er is wel enige vorm van culturele erkenning, maar voor de rest gaat het vooral over een verenigd Syrië’, zegt Van Wilgenburg. 

‘Wij geloven dat Al-Sharaa niet echt democratisch is’, zegt Tali. ‘Het liefst ziet hij een voornamelijk islamitische regio. Westerse landen moeten hun stem laten horen om te blijven aandringen op de rechten van minderheden. Maar het is ook belangrijk dat SDF dit doet. Noordoost-Syrië heeft laten zien dat het wel kan, dat minderheden wel samen kunnen wonen. Het zou als voorbeeld kunnen dienen.’ 

Er zijn critici die dit laatste in twijfel trekken. Ook in het autonome gebied zou sprake zijn van achterstelling van andere minderheden. ‘Het is er niet perfect, maar naar omstandigheden doen ze het daar goed’, vult Tali aan. 

Zal de Syrische regering de Koerden beschermen tegen Turkije?

Ook na het tekenen van het akkoord bleven de aanvallen vanuit Turkije op gebieden waar veel Koerden wonen doorgaan. Dit was al het geval onder het vorige regime; de regering Erdogan heeft meerdere plaatsen aan de grens bezet. Sinds de machtsovername concentreert het geweld zich vooral rondom de Tishreen-dam. De Syrian National Army (SNA), een Syrische groepering gesteund door Turkije en de SDF vechten hier om grondgebied. Bovendien vinden er regelmatig drone-aanvallen plaats vanuit Turkije. ‘Een paar weken terug heeft SDF nog Turkse drones uit de lucht geschoten’, zegt Van Wilgenburg. 

‘Een paar weken terug heeft SDF nog Turkse drones uit de lucht geschoten’

‘De nieuwe Syrische overheid heeft hele goede banden met Turkije. Dus nu er een deal is tussen deze overheid en de Koerden, dan zou de dreiging vanuit Turkije minder moeten worden. Maar dit is niet het geval.’ Ook Tali benadrukt de dubbelzinnigheid. ‘Vooral nu de Turkse regering bereid is om tafel te zitten met de PKK, zou je stappen verwachten in de goede richting, maar daar zien we vrij weinig van terug.’ 

De vraag is nu of de Syrische interim-regering de Koerden gaat beschermen tegen Turkije, of zoals in het achtpuntenplan staat, ontheemden zal beschermen bij terugkeer naar hun steden en dorpen, waarvan een groot aantal door Turkije in Syrië zijn bezet. ‘Dat zou wel moeten’, stelt Tali. 

‘De Koerden zullen deel uitmaken van de Syrische regering en die regering moet de huidige grenzen beschermen. Turkije voerde deze aanvallen altijd uit onder het mom van de bestrijding van het gevaar dat uitging van de PKK, dat banden zou hebben met partijen binnen de SDF. Maar nu dat gevaar is geweken, zouden ze zich moeten terugtrekken uit bezette gebieden en stoppen met bombardementen. We hopen dat de Syrische regering de moed toont om dit te doen.’

Heeft de SDF een nieuwe bondgenoot in de Syrische overheid in de strijd tegen IS?

De SDF heeft met steun van de VS IS teruggedrongen. Hoewel allesbehalve duidelijk is in hoeverre president Trump het ziet zitten om deze strijd voort te zetten, wordt wel voorgesorteerd op een mogelijk vertrek, wat vergaande gevolgen zou hebben. Niet alleen zou IS een comeback kunnen maken, er zitten ook honderden jihadisten gevangen in het noordoosten, en deze gevangenissen worden bewaakt met steun van de VS.

Volgens Hussein Othman van het bestuur van AANES zou dit juist zonder buitenlandse inmenging moeten gebeuren en is de deal met Al-Sharaa een uitkomst van deze gedachte. ‘AANES en SDF hebben altijd gezegd dat ze nationale belangen hebben. Syriërs moeten nationale belangen nu boven alles zetten, want buitenlandse inmenging is de grootste uitdaging’, zei hij eerder deze maand op X. 

Wat opvalt, is dat de VS zelf betrokken zijn geweest bij de overeenkomst tussen SDF en het Syrische interim-regime, merkt Van Wilgenburg op. ‘De VS speelden een hele grote rol, de laatste meeting vond zelfs plaats op een Amerikaanse basis. Ik denk dat ze wel degelijk wilden zien of de relatie tussen Damascus en SDF beter wordt, in het geval ze zich terugtrekken.’

‘Als Al-Sharaa een stabiel Syrië wil, moet hij wel met SDF mee vechten tegen IS’, zegt Tali. ‘IS is nog steeds een gevaar. Er zijn nog honderden groepen die niet onder controle zijn en er is al sprake van een comeback sinds de machtsovername.’ Hiervoor waarschuwde onlangs ook Nederlandse politici. Toch is Tali pessimistisch over de rol van het nieuwe Syrische regime. ‘Ik geloof niet dat ze tegen IS willen vechten, omdat ze niet veel van elkaar verschillen. Er is druk van Europese landen nodig’, zegt hij. Of misschien moet er uiteindelijk toch een andere leider opstaan.’

Brokkelt het pact tussen Trump en Poetin nu al af?

0

Ik verbaas me erover dat er nog verwachtingen zijn over de onderhandelingen in Jeddah. En dat het koortsachtige beraad van de ‘Coalition of the Willing’, de Europese leiders, ervan uitgaat dat er een troepenmacht gevormd moet worden om, in het geval van een vredesakkoord in Oekraïne, naar de demarcatielijn te sturen. Maar is er iets dat erop wijst dat zo’n bestand er werkelijk komt?

Enkele uren nadat er een overeenkomst leek te zijn over het niet aanvallen van energiecentrales, vuurde Rusland drones af op zo’n centrale in Slovjansk, nog steeds in handen van de regering in Kyiv. Zodra er een overeenkomst leek te zijn over het niet aanvallen van oorlogsschepen in de Zwarte Zee, riep Poetin vanuit Moskou dat daaraan een extra voorwaarde verbonden was: de opheffing van sancties tegen Russische landbouwproducten. Wetend dat dit een voorwaarde is die Trump niet kan vervullen, omdat het vooral Europese sancties betreft en de EU er niet aan denkt die in te trekken, blijft het een spel zonder serieuze intentie.

Verwonderlijk is dat maskirovka-spel van Poetin niet. Op de derde dag van de invasie in 2022 noemde hij Oekraïne ‘een onvervreemdbaar deel van onze eigen geschiedenis, cultuur en spirituele ruimte’. Zijn doel is om Oekraïne als staat te vernietigen en het gebied in te lijven als de kolonie die het ook in de Sovjet-Unie en gedurende anderhalve Tsaren-eeuw was.

Dit is Poetins heilige missie. Hij benut Trumps pogingen om vrienden te worden met Rusland enkel om tactische voordelen te behalen, door te doen alsof hij onderhandelt. Maar er is geen haar op zijn hoofd die denkt aan concessies. Hij hamert nog altijd op het doel dat hij voor ogen had toen hij Oekraïne binnenviel: een Rusland-vriendelijke regering, een zwak Oekraïens leger en wat hij ‘neutraliteit’ noemt—geen lidmaatschap van de NAVO of de EU. Kortom, Oekraïne weer Russisch.

Trump en Poetin paaien

Ik vermoed dat de ‘onderhandelingen’ achter gesloten deuren eigenlijk een ander brandpunt hebben. Het gaat niet om het beëindigen van de oorlog, maar om hoe Poetin en Trump zo soepel mogelijk hun wereldrijken mogen uitbouwen, zonder elkaar in de weg te zitten. Vandaar het gepraat over wederzijdse ijshockeywedstrijden, hoera, dat schept een goede sfeer en het juichen over hoe gezellig die landen weer met elkaar spelen. Daarom schrapt Trump de Amerikaanse subsidie voor Radio Liberty/The Voice of Europe, een zender die Poetin een doorn in het oog is omdat hij zijn propagandagordijn blijft doorprikken. En daarom ontbreekt protest van Poetin over Trumps pogingen om Groenland en Canada in handen te krijgen, plannen die toch echt zijn belangen in de Arctische oceaan in de weg staan.

Poetins doel is om Oekraïne als staat te vernietigen

Dit zijn allemaal opmerkelijk warme gebaren, in tegenstelling tot de vage ‘vredesdeals’ voor Oekraïne waarover Trump zo graag opschept. De Amerikaanse onderhandelaars loven Poetin, en op zijn beurt noemt Poetin Trump ‘constructief’. De wederzijdse Amerikaans-Russische complimenten steken schril af tegen de woorden die Washington en Moskou kiezen voor Zelensky.

Kon het duidelijker? Achter het masker van vredesonderhandelingen wordt vooral gewerkt aan een gemeenschappelijke Russisch-Amerikaanse verstandhouding, die zich tegen Europa, en inclusief Oekraïne, richt en impliciet vóór de uitbreiding van hun beider imperia.

Coalition of the Willing

De Frans-Engelse inspanningen om een Europese legermacht op te bouwen die ‘de vrede’ zou kunnen bewaren, zijn goed bedoeld. Maar hoe kan het zover komen als er geen echt vredesakkoord wordt gesloten? Bovendien is het voor Rusland onaanvaardbaar als een westerse vredesmacht de orde komt handhaven. Alleen al daarom kan er geen akkoord tot stand komen waarin een Europees leger een rol speelt. Gelukkig komt in de gesprekken nu steeds meer de realistische versterking van het Oekraïense leger centraal te staan.

Pissed off

Even lijkt alles nu weer anders. Alsof Donald en Vladimir pissig op elkaar zijn. Donald is ‘very angry, pissed off’ als Vladimir, aan boord van zijn nieuwe atomaire onderzeeër Perm in Moermansk, weer eens herhaalt dat de regering van Zelensky ‘illegitiem’ is en tjielpt dat de Verenigde Naties het land maar onder haar hoede moeten nemen. Wat eigenlijk betekent dat de ‘vredelievende’ Poetin met spijt de onderhandelingen moet stopzetten.

Ergerlijk voor Trump is dat zijn Moskouse collega voor het eerst zijn wenkbrauwen fronst over Trumps streven om de Groenlanders te ‘bevrijden’ van het Deense juk. Vladimir waarschuwt dat hij dit Amerikaanse plan nauwlettend in de gaten houdt, omdat het Arctische gebied Rusland toebehoort. Trump springt uit zijn vel over de vertraging van het ‘vredesproces’ in Oekraïne en dreigt Rusland met secundaire sancties, waardoor ieder die Russische olie koopt, kan fluiten naar zakendoen in het almachtige Amerika.

Betekent dit dat de geostrategische afspraak tussen Trump en Poetin, het nieuwe Hitler-Stalin Pact, al afbrokkelt voordat die goed en wel gesloten is?

Dat moet ik nog zien. Ik geloof niet dat Trump echt zo boos is op Poetin, want dan zou hij Oekraïne moeten steunen, en hij doet precies het tegenovergestelde. Hij perst Oekraïne af met een voorstel voor een mineralen-dictaat dat het niet mag weigeren, anders zal het land iets ‘héél, héél verschrikkelijks’ overkomen. Poetin kan weer lachen als hij dit leest.

Ik geloof niet dat Trump echt zo boos is op Poetin

Ik geloof niet dat de bouw van een nieuw Hitler-Stalin Pact al is stopgezet. De laatste tijd heb ik me verdiept in de ideologen achter Trump, zoals de hier nog onbekende maar duistere Curtis Yarvin en de al schrikwekkende vicepresident J.D. Vance, die bekend staat om zijn deelname aan chatgroepen over oorlogsplannen waaraan een journalist deelnam.

Het valt me op dat hun ideeën spiegelbeelden zijn van die van de christen-fascistische ideologen achter Poetin. Uiteindelijk zijn het ideeën die richting geven aan de politiek, en als die overeenkomen, is dat een prima basis voor samenwerking.

Mijn wieg

In de dagen dat ik in mijn moeder tot leven kwam, was er zojuist een einde gekomen aan het Hitler-Stalin Pact. Hitler was diep in het rijk van zijn ex-partner binnengedrongen. De wereldoorlog was in volle gang. Waar ze maar konden, maakten de wapenbroeders van gisteren elkaar af. Maar een paar jaar daarvoor, toen mijn zus Lucie met een stralend gezicht in haar eerste schoolbank zat, hadden ze wel samen de wereld in brand gestoken door hun stiekem afgesproken, gezamenlijke aanval op Oost-Europa in de nazomer van 1939.

Op het moment dat ik door mijn moeders weeën uit haar schoot werd gestoten, in dat katholieke ziekenhuis op de hoek van de Haagse Koninginnegracht, ging mijn geboorteschreeuw haast verloren in een wanhopig schreeuwende wereld. Een noodradio met een slinger hadden we niet, wel een draadje met een luidspreker naar het illegale toestel van de buren, dat mijn handige oudste broer Bob had aangelegd. In mijn wieg lag ik te nieuwsgierig te luisteren naar de bassende stem van Winston Churchill.

Dertig jaar later lijkt weinig veranderd tussen Israël en Palestina

0

Journalist Jan Keulen en diplomaat Nikolaos van Dam schreven bijna dertig jaar geleden De vrede die niet kwam over het conflict tussen Israël en Palestina. Het boek is nu vertaald voor een Arabisch publiek.

Ons boek kwam uit in 1998, het jaar dat de staat Israël zijn vijftigste verjaardag vierde. Maar tussen de jubileumboeken die destijds verschenen was De vrede die niet kwam een kritische eend in de bijt. Op een rood omslagbandje stond de tekst ‘Van Dam, 20 jaar diplomaat in het Midden-Oosten: Israël komt bijna overal mee weg’.

Ik had Nikolaos ‘Koos’ van Dam in 1980 in Beiroet leren kennen. Hij was eerste secretaris van de Nederlandse ambassade, ik was correspondent voor onder andere de Volkskrant. Er was in die periode in ons land veel belangstelling voor Libanon. Met name Israëls pogingen de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) in Libanon uit te schakelen, werden op de voet gevolgd. Aan de Libanese kant van de grens met Israël waren achthonderd Nederlandse militairen gelegerd in het kader van de VN-vredesmacht UNIFIL. Ook die jarenlange Nederlandse militaire aanwezigheid vergrootte de belangstelling voor en betrokkenheid bij Libanon.

Ik bracht een week door bij Koos in Ankara, waar hij ambassadeur was

Koos en ik maakten enkele van de meest dramatische episodes mee van de oorlog: de Israëlische inval in het noordelijke buurland en de opmars tot aan Beiroet, de maandenlange belegering van de westelijke stadshelft en de slachtpartij in de Palestijnse vluchtelingenkampen Sabra en Chatila. In ons boek schreven we over het brute optreden van het Israëlische leger, de oorlogsmisdaden en de fog of war: hoe door mistige en verhullende terminologie de rauwe werkelijkheid aan het zicht wordt onttrokken. Vandaar het rode bandje met de tekst ‘Israël komt bijna overal mee weg’.

Nicolaos van Dam en Jan Keulen. Beeld: Marlies Hofstede

Het is inmiddels haast drie decennia geleden dat De vrede die niet kwam werd geconcipieerd. Ik bracht een week door bij Koos in Ankara, waar hij ambassadeur was. Het dagenlange interview diende als ruw materiaal voor het boek dat in twee, onderscheidende lettertypes werd gezet. Het interview met Koos vulde ik aan met mijn eigen observaties. Zo werd De vrede die niet kwam de weerslag van een intensieve gedachtenuitwisseling tussen de diplomaat en de journalist, die elk vanuit hun specifieke werkterrein het Midden-Oosten probeerden te begrijpen en uit te leggen.

Oorlogscorrespondent

Mijn journalistieke werk in het Beiroet van de jaren tachtig was volledig uitgedraaid op een oorlogscorrespondentschap. Het idee was dat ik tien jaar later, vanuit de Jordaanse hoofdstad Amman, verslag zou kunnen doen van een ontluikende vrede. In 1993 waren de Oslo-akkoorden gesloten tussen Israël en de PLO. Een jaar later sloten Israël en Jordanië vrede. Een nieuw tijdperk was aangebroken. Dat dachten we tenminste.

Ik hield me in die periode intensief bezig met wat in de journalistieke wandeling eufemistisch ‘het vredesproces’ werd genoemd. Als correspondent voor de Volkskrant stak ik frequent de Allenby-brug over om verslag te doen van vooral de Palestijnse kant van dat vredesproces.

De ontwikkelingen in Oost-Jeruzalem, de Westoever en Gaza werden echter met de dag minder hoopgevend. Vooral 1998, het laatste jaar van mijn correspondentschap, was een jaar van teleurstelling en ontgoocheling. De titel van ons boek, De vrede die niet kwam, verwijst daarnaar.

Het was ons in 1998 duidelijk: Israël wil helemaal geen tweestaten-oplossing

De moord op premier Rabin in 1995 en de verkiezing van Benjamin Netanyahu in 1996 deden het gevoel van spanning en onzekerheid in de regio toenemen. Netanyahu, die van meet af aan een fel tegenstander was geweest van ‘Oslo’, weigerde zelfs maar te praten over de status van Oost-Jeruzalem, de terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen en de kwestie van de nederzettingen. Tegelijkertijd zag ik overal in de bezette gebieden, vooral op de heuveltoppen, steeds vaker de rode daken van de zich uitbreidende nederzettingen. ‘Vrachtwagens rijden af en aan met bouwmateriaal, bulldozers zijn aan het werk om nieuwe wegen aan te leggen en de betonmolens draaien op volle toeren’, schrijf ik in De vrede die niet kwam. ‘De koortsachtige bouwactiviteiten lijken tot doel te hebben meer voldongen feiten te scheppen en de situatie op het terrein onomkeerbaar te veranderen.’

Bezweringsformule

Het was ons in 1998 duidelijk: Israël wil helemaal geen tweestaten-oplossing. Wil Israël eigenlijk wel vrede, of wil ze niets meer en minder dan heel Palestina, van de Middellandse Zee tot de rivier de Jordaan? Meer dan een kwart eeuw later moeten we die vraag met een volmondig ja beantwoorden: uiteraard wil het Israël van Netanyahu het hele land en dan ook nog het liefst met zo weinig mogelijk Palestijnen. Het voorstel van de internationale gemeenschap om ‘land voor vrede’ te ruilen, de basis van het vredesproces, was niet meer dan een lege bezweringsformule geworden.

Koos van Dam wees in ons boek op de zwakke onderhandelingspositie van de Palestijnen. ‘De Israëli’s hebben alle troeven in handen. De Westelijke Jordaanoever is volledig versnipperd, met een aantal autonome Palestijnse enclaves met wegen erom heen naar joodse nederzettingen.’ Na Palestijnse aanslagen of protesten legt Israël collectieve straffen op die de hele bevolking raken. Arbeiders uit Gaza mogen niet meer werken in Israël, de semi-autonome Palestijnse gebieden op de Westoever worden verder afgesloten. Het is decennia geleden dat we dit schreven, maar het klinkt bekend…

Sinds 2014 wordt er niet langer gepraat

De Tweede Intifada zou twee jaar na het verschijnen van ons boek uitbreken maar we zagen de bui duidelijk al hangen. ‘Als het vertrouwen bij de Palestijnen in het vredesproces verdwijnt heb je kans op een nieuwe intifada, op meer geweld uit frustratie en wanhoop.’ Koos voegde daar aan toe: ‘Maar wat is het alternatief voor blijven praten?’ Dat alternatief zien we nu in de praktijk. Sinds 2014 wordt er niet langer gepraat. Het vredesproces is dood, de kolonisering van Palestijns gebied gaat onverdroten door en als er al gepraat wordt is het via de wapens.

In het eerste kwart van de 21e eeuw zagen we de aanslagen van 11 september 2001, de Amerikaanse inval in Irak, de Arabische lente en burgeroorlogen in Irak, Jemen, Syrië, Soedan en Libië. Over de niet aflatende kwestie Israël-Palestina werden boekenkasten vol geschreven. Het Midden-Oosten onderging dramatische veranderingen sinds we De Vrede die niet kwam schreven. Behalve dan dat, inderdaad, de vrede nog steeds ver weg was in Israël/Palestina.

Het Europese denken begrijpen

Ik was dan ook verbaasd toen ik hoorde dat ons boek, na al die jaren, was vertaald in het Arabisch. Ali Badai, een in Nederland woonachtige Irakees, nam het initiatief ons boek te vertalen nadat hij het bij toeval had ontdekt. Badai was verrast door een totaal andere visie dan het, volgens hem, eenzijdige, pro-Israëlische beeld dat de Nederlandse media doorgaans schetsen van het Midden-Oosten. Hij vond ook de analyse van de Nederlandse diplomatie en journalistiek ten aanzien van Israël/Palestina van belang voor een Arabischtalig publiek ‘om het Europese denken te begrijpen’. De Arabische versie van ons boek is inmiddels verschenen bij een uitgeverij in Ontario, Canada. Ook een uitgever in Irak wil het vertaalde boek, met drie toegevoegde recente artikelen van Koos van Dam, uitgeven.

Ikzelf had De vrede die niet kwam nooit meer herlezen, maar na het initiatief van Ali Badai ben ik dat toch gaan doen. Is het boek inderdaad nog enigszins relevant? Eerlijk gezegd had ik het niet verwacht, maar het blijkt toch verrassend actueel te zijn. Of, anders gezegd, het conflict draait in wezen nog steeds om dezelfde stapsgewijze uitwissing van Palestina en de Palestijnen. En de mechanismes van vernedering, agressie, blinde steun van de Verenigde Staten, medeplichtigheid van West-Europa waaronder Nederland en het gebruik van giftige propaganda en desinformatie bleven dezelfde

Voortzetting van de Tweede Wereldoorlog

In de Gaza-oorlog heeft Netanyahu er een handje van zijn strijd tegen de Palestijnen af te schilderen als een hedendaagse voortzetting van de Tweede Wereldoorlog. Hamas en de Palestijnse Autoriteit zijn de hedendaagse nazi’s. De bevolking van Gaza moet, net als de bevolking van Duitsland na de oorlog, worden heropgevoed. Kritiek op Israël, ook als het van de Verenigde Naties komt, van landen als Ierland, Noorwegen of Spanje of van gerenommeerde mensenrechtenorganisaties, wordt steevast afgedaan als antisemitisme.

Wat dat betreft is Netanyahu een goede leerling van Menahem Begin, een van de oprichters van de regerende Likoed-partij. Toen de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Van der Klaauw in 1981 een bezoek bracht aan premier Begin, speelde deze op een botte manier in op de schuldgevoelens ten aanzien van de Joden. Koos van Dam was, als lid van de Nederlandse delegatie, aanwezig bij die ontmoeting. De Nederlanders wilden het over vrede in het Midden-Oosten hebben en de Europese rol daarbij, maar Begin ‘viel direct met de deur in huis met de ruwe aantijging dat de Nederlanders tijdens de Tweede Wereldoorlog vele Joden aan de Duitsers hadden uitgeleverd. Hij vroeg zich af wat wij eigenlijk in Israël kwamen doen.’ Begin werd helemaal woedend toen tijdens het gesprek naar voren kwam dat Van der Klaauw eerder met Arafat had gesproken. ‘Heeft u werkelijk de hand geschud van die moordenaar, die man wiens handen zijn besmeurd met het bloed van vele vrouwen, mannen en kinderen…’, schreeuwde Begin de Nederlandse minister toe. Voor Begin was Arafat niet veel meer dan een contemporaine Adolf Hitler.

De anekdote, een van de vele die uitgebreid worden beschreven in De vrede die niet kwam laat de continuïteit zien van het grof inspelen op veronderstelde Israëlische morele superioriteit en op de Europese schuld aan de holocaust. De tragiek is dat Israël zich daarbij boven het internationaal recht waant en meent aan niets en niemand verantwoording te hoeven afleggen. ‘Israel komt bijna overal mee weg’ stond destijds op de omslag. Dat ‘bijna’ kunnen we inmiddels wel doorstrepen. Ons boek was destijds een aanklacht. Een aanklacht die aan actualiteit helaas nog niets heeft ingeboet.