Als er een prijs zou bestaan voor de meest onsympathieke gemeente van Nederland, dan zou het Westland een grote kanshebber zijn. Het gemeentebestuur onderscheidt zich door mentale geborneerdheid, onverschilligheid jegens andermans gevoelens, een stuitend NIMBY-egoïsme en totale desinteresse in de rest van de wereld – tenzij men daar naar goed Hollands gebruik goed aan kan verdienen. Niet toevallig komt de gemeente de laatste tijd vaak negatief in het nieuws.
Conform het hedendaagse managersdenken leidt dat niet tot zelfreflectie en gedragsverbetering, maar tot een beschuldigende vinger naar ‘de linkse media’ van fractievoorzitter Remmert Keizer van GemeenteBelang West en een dure pr-campagne. Liefst 1,1 miljoen wil de gemeente besteden om haar imago op te vijzelen. De ‘merknaam Westland’, aldus VVD-wethouder Anko Goudswaard in het daarbij behorende bedrijfsjargon, heeft een impuls nodig, opdat overal het ‘goede verhaal’ wordt verteld – tot in de internationale media toe.
Kern van het Keizer-denken: we doen het al altijd zo en hebben schijt aan de rest. Vandaar de bekogeling van Kick Out Zwarte Piet-betogers met vuurwerk op 19 november 2023 in het dorp De Lier, getuige de verkiezingsuitslag de week daarop in eigen ogen vast een bolwerk van ‘joods-christelijke Nederlandse cultuur’. Westland is ook een van de gemeentes waar diezelfde welopgevoede vertegenwoordigers van de joods-christelijke Nederlandse cultuur met Oudjaar traditioneel uit hun dak gaan.
U weet, dit gebeurt in het kader van de door Dilan Yesilgöz in als mooie Hollandse traditie verdedigde nationale vuurwerkgekte, die de belaagde politie elk jaar met doodsangst vervult. In Zutphen staat nu een aantal van zulke Oudjaarsterroristen uit de Betuwse Biblebelt terecht.
We verdienen goed aan die sloebers, maar we willen ze niet als buren hebben
Waar de Amsterdamse belagers van racistische Israëlische hooligans enige weken terug van de regeringspartijen te horen kregen dat zij onvoldoende de ‘Nederlandse waarden’ onderschreven, is het stilzwijgen van PVV, VVD, BBB en SGP over die Nederlandse waarden in dit geval oorverdovend. Geen wonder, want dit zijn voor een groot deel (de kinderen van) hun kiezers. Ook in Westland scoorden deze vier partijen tezamen ruim boven de zestig procent.
Het gemeentebestuur van Westland heeft weinig boodschap aan de Nederlandse wet, gezien de evidente obstructie in 2022 bij de oprichting van een islamitische basisschool, en recent de openlijk aangekondigde weigering de spreidingswet uit te voeren: Ter Apel kan wat het Westland betreft gewoon stikken. De problemen van de rest van het land: niet ons probleem.
Wie wel welkom zijn, zijn via obscure constructies geworven arbeidsmigranten – althans, tot op zekere hoogte. De in het Westland breed aanwezige tuinbouw behoort tot die sectoren van het agro-industriële miljardencomplex waar de in 2020 door de commissie-Roemer geconstateerde misstanden met buitenlandse werknemers het grootst zijn. Aan het aanpakken daarvan schort het hier nog steeds; met de meeste aanbevelingen van Roemer is weinig gebeurd.
Dat komt mede door de immense materiële belangen van de tuinbouw bij goedkope slavenarbeid, die in de BBB hun parlementaire buikspreekpop hebben gevonden. Dat de hoofdsponsor van de VVD bij de laatste Kamerverkiezingen, Otto Workforce, eveneens tot in de nek in deze dubieuze constructies zit, zal ook niet zonder beleidsmatige gevolgen zijn. Voor wat hoort wat.
Slechts tot op zekere hoogte welkom: wel de lusten, niet de lasten – dat is de kern. Voor hun huisvesting voelt zich noch de sector, noch de gemeente bijster verantwoordelijk. Tien procent van de inwoners van buurgemeente Den Haag bestaat daardoor uit arbeidsmigranten die in het Westland werkzaam zijn en, over de eigen gemeentegrens geschoven, in kwetsbare oude stadswijken terechtkomen. Daar liggen de lasten van de glastuinbouw, niet bij de winstmakende bedrijven zelf: we verdienen goed aan die sloebers, maar we willen ze niet als buren hebben.
Het herinnert aan de mentaliteit van hun koloniale equivalent van voorheen, de slavenhouders in Suriname. Die wilden wel graag aan de slavenarbeid verdienen waarmee zij hun kapitale villa’s konden bekostigen, maar hielden de hutjes van hun arbeidskrachten zélf graag ver uit het zicht. Ook dat vormde, niet anno 2024, maar anno 1824, indertijd inderdaad een sprekend onderdeel van de joods-christelijke Nederlandse cultuur.
De nieuwe NPO-serie De Toeslagenaffaire rijt oude wonden open binnen de Belastingdienst.
Medewerkers zijn niet blij met de serie, omdat deze volgens hen een ‘vals beeld’ schetst. Dat meldt RTL Nieuws.
In de serie staat het verhaal van de slachtoffers van het toeslagenschandaal centraal. Van de ene op de andere dag komen toeslagenouders in het kille vizier van een nieuw team binnen de Belastingdienst, het Combiteam Aanpak Facilitators (CAF). Dit team lapt alle regels aan zijn laars bij de opsporing van fraude en maakt zelfs gebruik van etnisch profileren op basis van afkomst.
Duizenden Nederlandse ouders met een migratieachtergrond verliezen hun baan, huis en zelfs hun relatie. Zij worden jarenlang onterecht beschuldigd van fraude, waardoor ze geen recht meer hebben op kinderopvangtoeslag en niet meer kunnen rondkomen.
De serie schetst een schokkend beeld, mede omdat de Belastingdienst op onwettige wijze Nederlanders met een migratieachtergrond lijkt te hebben aangepakt.
Volgens RTL Nieuws is er op een intern kanaal van de Belastingdienst ‘veel kritiek’ geuit. ‘Betrokken collega’s herbeleven alle pijn, het onrecht en de stress die ze tot op de dag van vandaag meedragen in hun dagelijkse bestaan,’ staat daar te lezen.
Geen enkele medewerker van de Belastingdienst is ontslagen of strafrechtelijk vervolgd voor zijn of haar betrokkenheid bij de toeslagenaffaire, waarin sprake was van institutioneel racisme.
Oud-SP-Kamerlid Renske Leijten lijkt weinig sympathie te hebben voor de ‘pijn’ van de belastingmedewerkers. ‘Goh. Waarom zou toch die afwikkeling zolang duren?’ reageert ze cynisch op X.
‘Het is problematisch dat mensen Joden identificeren met wat Israël doet. Dat is een vorm van antisemitisme. Maar het is moeilijk om die vorm van Jodenhaat te bestrijden als ook de mensen die hiertegen ageren Israël en de Joden vereenzelvigen.’
Aan het woord is David Wertheim, cultuurhistoricus en auteur van het boek Waar gaat het over als het over Joden gaat? waarover we hem in 2022 interviewden. Wertheim maakt zich grote zorgen over de inflatie van het begrip antisemitisme. ‘Dat is nu, in deze tijd, een reëel gevaar. Kijk naar de pro-Israëlische demonstratie van CIDI en Christenen voor Israël van vorige week donderdag. Het was een demonstratie tegen antisemitisme, zeiden ze, maar het stikte er van de Israëlische vlaggen en leek zo ook een solidariteitsbijeenkomst voor Israël. Hierdoor wordt het in de praktijk steeds moeilijker om kritiek op Israël en antisemitisme van elkaar te onderscheiden. Ook de Israëlische premier Benjamin Netanyahu noemt alles wat tegen hem is antisemitisme, zoals recent het arrestatiebevel dat tegen hem is uitgevaardigd door het Internationaal Strafhof.’
Vergelijkingen tussen Israël en nazi-Duitsland
Het bestrijden van antisemitisme wordt moeilijk gemaakt, omdat er nu verwarring is ontstaan over wat het precies is, aldus Wertheim. De verwarring wordt versterkt door de problematische IHRA-definitie van antisemitisme van de International Holocaust Remembrance Alliance, vervolgt hij. ‘Er staat ook veel goeds in, maar er staan twee dingen in die ik moeilijk vind. Ten eerste ziet de IHRA-definitie het ontkennen van het recht op zelfbeschikking voor de Joden als een vorm van antisemitisme. Dit zorgt voor veel onduidelijkheid. Bedoelen ze hiermee Israël? Ben je antisemiet als je wilt dat het gebied van de rivier tot de zee één bi-nationale staat is? Ik denk dat die positie op zijn minst legitiem moet zijn, zonder dat je het stempel antisemiet opgeplakt krijgt. Ten tweede ziet de IHRA-definitie vergelijkingen tussen Israël en nazi-Duitsland als antisemitisch. Ik vind zulke vergelijkingen smakeloos, maar wel dat ze moeten vallen binnen het recht op vrije meningsuiting. Bovendien maken sommige politici in Israël hun tegenstanders regelmatig uit voor nazi’s. Zijn de politici die dit doen ook antisemitisch?’
‘De reactie van het kabinet was te gretig, te prematuur’
Wertheim heeft moeite met de reactie vanuit de politiek en vanuit diverse media op de rellen in Amsterdam van 7 november tussen Maccabi-supporters en Amsterdammers. ‘Er zijn wel erg snel conclusies getrokken, over hoe groot het probleem was, wie hiervoor verantwoordelijk waren, enzovoort. Ik vind dat we eerst het onderzoek moeten afwachten. Het kabinet sprak meteen over een integratieprobleem. Als het onderzoek concludeert dat dit daadwerkelijk een rol speelde tijdens de rellen, dan moeten we dit ook niet ontkennen. Maar de reactie van het kabinet was te gretig, te prematuur.’
Karikatuur
De gebeurtenissen in Amsterdam leidden tot een opinieoorlog in de kranten, op blogs en op social media, waarbij mensen hun ideologische tegenstanders antisemitisme verweten, of islamofobie en racisme. Wertheim beziet het allemaal van een afstandje, vertelt hij. ‘In dit soort discussies reageren mensen op de extremen van de andere kant. Daardoor lijkt het alsof er alleen extreme posities zijn. Mensen maken een karikatuur van de tegenpartij, die slechts uit extremisten zou bestaan. En door daar vervolgens weer harde dingen over te zeggen verscherpen ze de tegenstellingen nog meer. Er zijn ook gematigde en genuanceerde geluiden, neem bijvoorbeeld GroenLinks-PvdA-leider Frans Timmermans.
Maar bij een programma als Vandaag Inside kijken ze alleen naar de extreme stemmen ter linkerzijde, waarmee ze direct ieder links geluid in diskrediet brengen. Aan de andere kant gebeurt overigens hetzelfde. Daar is nu soms de teneur dat er helemaal geen antisemitisme in het spel zou zijn geweest op 7 november, omdat sommigen de incidenten aangrepen om het integratieprobleem op de agenda te zetten.’
‘De strijd tegen antisemitisme moet worden losgekoppeld van het verdedigen van Israël’
Tot slot: hoe zorg je ervoor dat antisemitisme echt wordt teruggedrongen? Wertheim denkt even na en antwoordt dan: ‘Allereerst moet er een einde aan de oorlog komen in Gaza. Dat is een enorme aanjager van het antisemitisme. Maar hierop hebben we helaas vrijwel geen invloed. Daarnaast moet de strijd tegen antisemitisme worden losgekoppeld van het verdedigen van Israël. Dat zorgt immers voor inflatie van het begrip antisemitisme, dat het wordt gepolitiseerd en door sommige mensen niet meer serieus wordt genomen. Ten slotte moeten we antisemitisme en racisme niet tegenover elkaar zetten, wat nu te veel gebeurt, maar beide kwaden in samenhang bestrijden.’
Oxfam Novib start op 12 december een actieweek waarin het een koerswijziging van de regering ten opzichte van Israël eist. De organisatie roept mensen op om op eigen creatieve wijze uiting te geven aan de leus not in my name (niet in mijn naam).
‘Honderden bekende en onbekende Nederlanders, evenals talloze organisaties, hebben zich al gemeld om mee te doen. Dit is het moment om te laten zien dat wij niet langer medeplichtig willen zijn aan het doden van tienduizenden vrouwen, mannen en kinderen, en aan het vernietigen van een volk’, schrijft Michiel Servaes, algemeen directeur van Oxfam Novib op Linkedin.
De actie komt voort uit een oproep die Servaes een maand eerder deed. In deze oproep vroeg hij mensen mee te denken over een gezamenlijk tegengeluid om ‘de oorverdovende stilte over het geweld in Gaza en de regio te doorbreken’.
‘Uit de vele reacties bleek dat de meeste Nederlanders, in tegenstelling tot onze politieke leiders, niet weg willen kijken, laat staan bijdragen aan evidente oorlogsmisdaden. Zij zeggen: ‘Niet in mijn naam.’
Na het lezen van alle reacties besloot de ngo tot een actieweek, waarbij mensen hen stem laten horen op een manier die bij hun past. ‘Onderbreek bijvoorbeeld je werk of studie op 12 december voor een minuut stilte, of juist voor een onderling gesprek. Laat je inspireren door de voorleesacties van namen van slachtoffers, schrijf deze met stoepkrijt op je (winkel)straat, of hang witte/vredesvlaggen op.
‘Doe het alleen, zoals de man die elke avond bij de pont in Amsterdam staat, met een ‘Save Gaza’ bordje, of sla de handen ineen met vrienden, buren, verenigings- of partijgenoten om samen iets te organiseren’, zo stelt hij voor.
De directeur-generaal van de IND, Rhodia Maas, sprak gisteren de Tweede Kamer toe. Tijd, geld en politieke steun zijn essentieel om de asielplannen van het kabinet en Europa uit te voeren, vertelde ze.
In 2025 gaat in Nederland de asielnoodmaatregelenwet in. Een jaar later zal het Europese Asiel- en Migratiepact van kracht worden. Beide betreffen maatregelen die het werk van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) flink zullen beïnvloeden. De IND is uiteindelijk een uitvoeringsorgaan, maar wil ook een eigen geluid laten horen, zei Maas tegen de Kamerleden. ‘We willen laten weten wat de knelpunten zijn.’ Maas lichtte deze knelpunten nog eens uitgebreid toe in een interview op de website van de IND.
Minder geld
Op basis van de verwachting van een lagere instroom als gevolg van het nieuwe asielbeleid, schaalt het ministerie van Asiel en Migratie de financiering de komende jaren flink af. Terwijl voor 2025 nog 926 miljoen euro is begroot voor de IND, daalt dat bedrag naar 513 miljoen in 2027 en naar 377 miljoen in 2028 en 2029, een afname van 60 procent.
Maas vindt het lastig in te schatten of dit realistisch is, zegt ze. ‘De instroom daalt nu iets, maar ik zie om me heen een buitengewoon onrustige wereld. Het is niet de veronderstelling dat het aantal binnenkomende asielzoekers onmiddellijk daalt. Het migratiepact gaat ongetwijfeld een rol spelen, maar het effect moeten we nog bezien.’
Bovendien vormt asiel slechts een kwart van alle aanvragen bij de IND, merkt ze op. Ondertussen gaat reguliere migratie gewoon verder. ‘De vraag naar arbeidskrachten, ook van buiten Europa, stijgt’, aldus Maas. Ze maakt zich vooralsnog geen zorgen, omdat de minister duidelijk heeft gezegd dat de bezuinigingen alleen doorgang vinden als de instroom daalt, zegt ze in het IND-interview. Met deze toevoeging lijkt ze het belang van deze belofte nog eens te willen benadrukken.
Onderscheid tussen vluchtelingen
Ze maakt zich vooral zorgen over de gevolgen van de wijzigingen voor het personeel en de al hoge werkdruk binnen de organisatie. Het doorvoeren van wijzigingen kost tijd, zowel in werkwijzen als in het aantal medewerkers, legt ze uit.
Ze is met name kritisch over de plannen om het tweestatusstelsel opnieuw in te voeren, dat onderscheid maakt tussen vluchtelingen met een A-status (permanente verblijfsvergunning) en een B-status (tijdelijk verblijf). Ze verwacht dat de werkdruk daardoor zal toenemen, omdat medewerkers uitgebreider moeten motiveren waarom iemand wel of niet voor een bepaalde status in aanmerking komt. ‘Als het moet, doen we het uiteraard. We zijn een uitvoeringsorganisatie, dus moeten het kabinetsbeleid uitvoeren. Maar het zorgt wel voor extra druk op onze ambitie om de productiviteit te verhogen.’
Ze vraagt de politiek dan ook om rekening te houden met de timing van de veranderingen. Het uiteindelijke doel om te komen tot een simpelere, snellere en soberdere asielprocedure deelt ze met het kabinet. De plannen van het kabinet bevatten zeker onderdelen die daarbij kunnen helpen. ‘Maar niet alles tegelijk, want onderdelen eerder invoeren, terwijl wij er nog niet klaar voor zijn, werkt averechts’, aldus de directeur-generaal.
Bewoners van de Amsterdamse wijk Geuzenveld verzetten zich tegen de sloopplannen van een woningcorporatie. Ze willen beter geïnformeerd worden over de plannen en eisen een terugkeergarantie. Zo meldt de Amsterdamse stadszender AT5.
Een woordvoerder van woningcorporatie Stadgenoot laat aan AT5 weten dat zij geen ‘garanties’ kunnen geven, terwijl dit wettelijk verplicht is bij de sloop van corporatiewoningen.
De bewoners hebben daarom een petitie gestart voor hun woonrechten als huurders en eisen een terugkeergarantie. Ook zou de gemeente namens hen moeten interveniëren, bijvoorbeeld door geen ‘peildatum’ af te geven aan de corporatie, zodat het sloopproces niet op gang kan worden gebracht.
Stadgenoot wil 26 eengezinswoningen slopen om op die plek (De Savornin Lohmanstraat) meer woningen terug te bouwen. Bewoners klagen over het ontbreken van een ‘gunstig toekomstperspectief’.
PvdA-raadslid Bastiaan Minderhout neemt het op voor de bewoners. ‘Wat ons betreft moet er aan een aantal randvoorwaarden worden voldaan. Dat betekent dat er een rechtvaardig aanbod moet komen, en dat houdt in dat er voor mensen die willen terugkeren, een passende woning moet zijn’, aldus Minderhout, die ook vindt dat er nagedacht moet worden over een goede wisselwoning en een verhuisvergoeding.
In Amsterdam Nieuw-West (en andere achtergestelde buurten) verandert het woonaanbod door gentrificatie, oftewel de vervanging van sociale huurwoningen en bewoners door sloop en verkoop van sociale woningen. Daar komt dure nieuwbouw voor in de plaats, die de huidige bewoners vaak niet kunnen veroorloven.
Het Syrische rebellenoffensief brengt in Turkije een oude discussie op gang: voor- en tegenstanders van het Assad-regime in Syrië beschuldigen elkaar van het steunen van ‘terroristische groeperingen’, zo meldt Ensonhaber.
Zoals al tien jaar het geval is in de Syrische burgeroorlog, zorgen ontwikkelingen in het buurland voor spanningen in Turkije. Frappant is dat voor- en tegenstanders van het Erdogan-regime in Turkije ook in het Syrische conflict weer tegenover elkaar lijken te staan, maar dan precies andersom. Zo staat de Turkse (seculiere) oppositie vaak aan de kant van het Assad-regime, terwijl aanhangers van Erdogan de Syrische oppositie ondersteunen.
Op de Turkse tv ging het gisteravond bijna mis. ‘Is Hayat Tahrir al-Sham nou een terreurorganisatie of niet?’, vraagt onderzoeker Mehmet Gezici aan oud-AKP-Kamerlid Mehmet Metiner. Die geeft er geen duidelijk antwoord op. ‘Jullie moeten zo’n organisatie niet de hemel in prijzen’, zegt Gezici vervolgens tegen Metiner.
Wanneer een andere, pro-Erdogan spreker bevestigt dat Turkije Jabhat al-Nusra en Al-Qaida – HTS is een afsplitsing van deze groepen – sinds 2018 als terreurorganisaties beschouwt, wil Gezici meer weten. ‘Wat voor organisatie is HTS dan? Geef voorbeelden zodat het volk het begrijpt.’ Hij beantwoordt de vraag zelf: ‘Het gaat om het Afghanistan-model; dit is waar deze groep voor staat. Als de huidige Turkse regering dat niet begrijpt, is dat zorgwekkend.’
Dan wordt het voor de Erdogan-kant te bont. ‘Jullie moeten leren luisteren. Denk je dat wij door de staat zijn opgedragen om hier te komen praten?’ zegt Metiner. ‘Als je zo doorgaat, dan wil ik buiten even onze rekeningen vereffenen.’
Tijdens het reclameblok heeft de onderzoeker de studio verlaten.
Vanaf dag één waarop de huidige coalitie zich in ons land ‘regering’ ging noemen, regent het binnen het monsterverbond van de vier regeringspartijen uitspraken die al sinds jaar en dag gemeengoed zijn bij Geert Wilders en zijn volgelingen. Het ‘Minder, minder, minder’, waarvoor de leider van de PVV destijds werd veroordeeld, heeft allang plaatsgemaakt voor nog veel heftiger formuleringen. Het verschil is dat de bagger die nu over hele bevolkingsgroepen in ons land wordt uitgestort, niet meer vanuit de oppositie komt, maar haar weg vindt vanachter de regeringstafel.
Alleen al in de laatste paar weken. Als onderdeel van het integratiedebat verklaart minister Mona Keijzer: ‘Jodenhaat is bijna onderdeel van de islamitische cultuur.’ Na de voetbalrellen doet de PVV een duit in het zakje met: ‘Paspoort afpakken en uitzetten, dat tuig.’ Dan is het de beurt aan onze minister-president, die eigenlijk zo graag premier wilde zijn voor alle Nederlanders, maar zich nu blootgeeft: ‘We hebben een integratieprobleem wanneer we zien hoe deze jongeren dit soort activiteiten plegen.’ En wanneer het over integratie gaat, weet weer een ander lid van ons kabinet te melden: ‘Islamitische jongeren onderschrijven voor een heel groot deel onze normen en waarden niet.’
Wat zich daar afspeelt in het zieke Haagse hart van onze democratie, lijkt op een optelsom van dit soort uitspraken. En daar moeten wij, burgers van Nederland, het maar mee doen. Een optelsom zonder einde in zicht.
De volgende stap deze week was de motie in de Tweede Kamer van VVD-lid Becker, waarin zij de regering verzoekt om gegevens over culturele en religieuze normen en waarden van Nederlanders met een migratieachtergrond bij te houden. Dat Bente Becker deze motie indient, is niet verwonderlijk. Haar partij zit op schoot bij de PVV. Of de PVV op schoot bij de VVD. Dat doet er allemaal niet toe. Eén coalitiestamppot.
Dat Bente Becker deze motie indient, is niet verwonderlijk. Haar partij zit op schoot bij de PVV
Maar dan knapt er iets. Deze uitsluitende, stigmatiserende motie, met niet alleen de schijn maar ook de doffe glans van migrantenhaat en racisme in zich, wordt ondersteund door fracties die helemaal niet tot de coalitie behoren. Fracties die, om hun steun te rechtvaardigen, hun motivatie zoeken in uitvluchten en excuses.
Onze optelsom is nu wel heel duidelijk in de volgende fase beland. En dat is de fase waarin zij zich niet meer alleen bevindt in het domein van wat zich ‘regering’ noemt. Nee, onze optelsom heeft nu ook daarbuiten erkenning gekregen.
Tot de laatste Tweede Kamerverkiezingen op 22 november 2023 wist de kiezer het gevaarlijke gedachtengoed van institutioneel racisme in ieder geval vanachter de regeringstafel weg te houden. Maar toen de huidige regering op 2 juli werd beëdigd, trad een volgende fase in: uitsluiting, racisme en vreemdelingenhaat konden deel gaan uitmaken van beleid. Met weliswaar een oppositie die dit zou moeten bestrijden.
Maar dan is het 3 december 2024. Er wordt gestemd over de motie-Becker, en verschillende oppositiepartijen stemmen ermee in dat ‘de regering gegevens over culturele en religieuze normen en waarden van Nederlanders met een migratieachtergrond bij gaat houden.’ Vanaf deze datum worden racisme en stigmatisering niet alleen meer getolereerd door de oppositie — wat al erg genoeg was — maar nu ook actief geaccommodeerd.
Op deze 3e december werd overduidelijk dat de parlementaire schande in ons land allang niet meer alleen misère, ellende, angst en onzekerheid veroorzaakt voor bepaalde medeburgers. Het treft onze hele samenleving.
Vanaf nu moeten we ernstig rekening houden met het feit dat we niet langer mogen spreken van het optellen van uitspraken vol institutionele haat. Met dit accommoderen door de oppositie komt er een omslag. Optellen wordt aftellen.
Nu is het aftellen tot het moment waarop we beseffen dat onze menselijke waarden hebben plaatsgemaakt voor een beleid dat velen letterlijk in gevaar brengt. Zoals het ooit eerder is gebeurd. Maar dan, dan is het te laat.
Othman Nasrou (37) is staatssecretaris in de Franse regering, die deze week ten val kwam. De in Marokko opgegroeide bewindsman kreeg pas op zijn vijfentwintigste de Franse nationaliteit. In het demissionaire kabinet is hij een van de sterkste vertolkers van een populistisch-rechts geluid.
Met negentien ministers, vijftien gedelegeerde ministers en vijf staatssecretarissen is de (demissionaire) Franse regering van Michel Barnier de grootste sinds het begin van het presidentschap van Macron. Gaullist Othman Nasrou is staatssecretaris Burgerschap en de Strijd tegen Discriminatie. Hij is het enige kabinetslid dat niet in Frankrijk is geboren. Maar zijn academische parcours is vergelijkbaar met dat van zijn collega’s.
Studentenleider
Nasrou groeit op in Marokko in een naar eigen zeggen ’tamelijk francofiele’ familie. Hij behaalt op zijn zeventiende zijn baccalaureaat aan het prestigieuze Lycée Lyautey in Casablanca, de school van de plaatselijke bourgeoisie. Het Lycée Lyautey valt onder het Franse onderwijsstelsel en behoort tot de best presterende Franse scholen.
Nasrou vertrekt vervolgens naar Frankrijk, waar hij in Versailles zijn studie voortzet aan het niet minder vooraanstaande Lycée Sainte-Geneviève, opgericht door de jezuïeten. Nasrou gedijt goed op het internaat en laat er voor het eerst zijn politieke talent zien als hij wordt verkozen tot leerlingenwoordvoerder. Hij slaagt eenvoudig voor zijn examens en wordt toegelaten tot de grand école HEC Paris, een business school vergelijkbaar met het Nederlandse Nijenrode. Op HEC Paris schopt hij het tot voorzitter van de studievereniging.
‘Ik wil mij politiek inzetten om aan mijn geadopteerde land terug te geven wat het mij heeft gegeven’
Meer dan een derde van de huidige kabinetsleden studeerde aan vergelijkbare instellingen. Volgens politicoloog Luc Rouban neemt onder het presidentschap van Macron het aandeel van bewindslieden dat aan prestigieuze business schools heeft gestudeerd toe. ‘Voorheen domineerden in de regeringen mensen die waren opgeleid aan instituten zoals Science Po en de École National d’Administration, die specifiek hoge ambtenaren opleiden. Nu zijn het vooral business schools die kabinetsleden leveren. Het gaat hier niet om openbare universiteiten, maar om privé-instituten. De opkomst van alumni van dit soort instellingen komt voort uit het grondbeginsel van het ‘macronisme’, dat openbare diensten op dezelfde manier moeten worden beheerd als de particuliere sector.’
Franse meritocratie
Nasrou studeert in 2012 af en verkrijgt een paar maanden later de Franse nationaliteit. Later zegt hij daarover: ‘Ik voelde me al Frans voordat ik dat op papier daadwerkelijk werd.’ De kersverse Fransman ambieert een politieke carrière en wordt actief bij Union pour un Mouvement Populaire (UMP), de rechtse regeringspartij die op dat moment wordt geleid door Nicolas Sarkozy. Nasrou laat via Twitter en interviews steeds vaker van zich horen. ‘Ik zeg niet dat racisme en homofobie niet bestaan, maar er is slechts een zeer geringe minderheid die dit lot ten deel valt’, tweet hij in 2013. De aandacht levert hem een gemeenteraadszetel op in de arme Parijse voorstad Trappes. Bij zijn aanstelling licht hij zijn politieke ambities toe: ‘Ik wil mij politiek inzetten om aan mijn geadopteerde land terug te geven wat het mij heeft gegeven.’
In 2019 vertelt hij in het dagblad l’Opinion over zijn komst naar Frankrijk en zijn liefde voor de Vijfde Republiek. ‘Ik groeide op in Marokko met een geweldig idee van Frankrijk, zijn literatuur, zijn universalistische ideeën. Van Jules Verne tot Romain Gary, ik heb alles verslonden. Ik was zoals zo veel jonge Fransen gefascineerd door generaal Charles de Gaulle. Toen ik naar Frankrijk vertrok had ik een diep geloof in de Franse meritocratie. Ik wilde niet zomaar in Frankrijk wonen. Ik heb de bewuste en vrijwillige keuze gemaakt om Fransman te worden.’
Rechtse regering
Hoewel een linkse coalitie afgelopen zomer de parlementsverkiezingen won, koos Macron de rechts-conservatieve Michel Barnier als premier, die op zijn beurt een centrum-rechtse regering vormde. Het beperkte mandaat maakte dat het voortbestaan van deze regering afhing van de steun van de extreemrechtse Marine Le Pen, wiens Rassemblement National de grootste partij in het parlement vormt. Politiek analisten vermoedden bij aanvang van het kabinet dan ook een ruk naar rechts.
Nasrou en zijn UMP-partijgenoot Bruno Retailleau lijken de voornaamste personen die in dit licht het populistische geluid vertolken. Beiden maken naam met hun harde bewoordingen na de landelijke rellen in de zomer van 2023. De rellen ontstonden nadat de politie de zeventienjarige ongewapende Nahel Merzouk had doodgeschoten bij een verkeerscontrole.
Retailleau concludeert dat ‘er bij de tweede en derde generatie migrantenkinderen sprake is van een sterker terugvallen op hun etnische afkomst’. Nasrou grijpt de rellen aan om op geheel eigen wijze de noodklok te luiden. ‘We kunnen niet langer spreken van een Frankrijk dat gebroken is, maar van een Frankrijk dat aan het verdwijnen is.’
De Eiffeltoren in Parijs. Beeld: Pixabay
Sarkozy onderscheidt zich op soortgelijke wijze. In 2005 ontstonden er rellen nadat twee tieners de dood vonden na een politieachtervolging in een Parijse banlieue. Als minister van Binnenlandse Zaken noemde hij de jonge relschoppers ‘gespuis’ en ‘criminelen’ en beloofde hij de buitenwijken ‘schoon te vegen met een Kärcher’, verwijzend naar een bekend merk van hogedrukreinigers. Naast hoon leverde het hem ook de gehoopte aandacht op. Anderhalf jaar later won hij de presidentverkiezingen.
Opgeblazen migratiecijfers
Volgens journalist Alexandre Pedro van Le Monde is Nasrou ‘het nieuwe gezicht van rechts. Hij is economisch liberaal, maar conservatief op maatschappelijke thema’s. Door zijn verzet tegen het homohuwelijk was er binnen het kamp van Macron ontevredenheid over zijn aanstelling als staatssecretaris.’
Nasrou spreekt, in navolging van Marine le Pen, van een ‘onderdompeling in migratie’ die Frankrijk zou ondergaan. In een interview met Radio France in mei vorig jaar wordt hem gevraagd vanaf welk moment we daarvan kunnen spreken. Nasrou antwoordt door te stellen dat zijn bewoordingen gepast zijn omdat Frankrijk het jaar daarvoor een half miljoen verblijfsvergunningen zou hebben verstrekt. Bovendien stelt hij dat Frankrijk ‘geen migratiepolitiek voert’. In werkelijkheid verstrekte het land 320.330 verblijfsvergunningen. Het leeuwendeel betrof buitenlanders die een studentenverblijfsvergunning hadden gekregen, net als Nasrou in 2004.
Nadat premier Barnier in navolging van Duitsland aankondigde grenscontroles in te voeren om migranten zonder papieren tegen te houden, presenteerde Nasrou zijn plannen op het gebied van integratie. ‘We moeten controleren of de personen die we verwelkomen akkoord zijn met onze regels en waarden. Ze moeten zich aanpassen aan de Franse gewoonten en assimileren. Ik omarm zelfs de term assimilatie’, vertelt hij in een interview met Europe 1.
Frankrijk kent het eenjarige contrat d’intégration républicaine, een overeenkomst tussen de staat en elke niet-Europese buitenlander die legaal in Frankrijk verblijft en zich daar permanent wil vestigen. Als buitenlander word je verplicht trainingen over de Franse waarden, principes en instellingen te volgen. Tevens moet men Franse taalcursussen volgen. Nasrou wil de taaleisen opschroeven en het contract verlengen tot de duur van drie jaar.
Adviseurs uit extreemrechtse kringen
Uit onderzoek van nieuwswebsite Mediapart blijkt dat Paul Godefrood, de naaste adviseur en woordvoerder van Nasrou, de afgelopen jaren veelvuldig publiceerde op de websites van de radicaalrechtse bladen Causeur en L’Incorrect en op de website van het geopolitieke tijdschrift Conflits dat werd opgericht door de extreemrechtse historicus Pascal Gauchon.
Godefrood schrijft dat ‘Frankrijk is gegijzeld door zijn minderheden’ en datpolitici ‘de immigrant boven de oude liberale blanke man verkiezen’. Of hij bekend is met het politieke discours van Thierry Baudet is niet bekend, maar net als Baudet hekelt hij de vermeende ‘misleidende oikofobie’ waar Frankrijk aan zou leiden. Op X sprak hij de afgelopen jaren zijn steun uit voor de extreemrechtse politici Marine Le Pen en Eric Zemmour. Kort voor zijn aantreden als adviseur van Nasrou verwijderde hij zijn X-account en werden al zijn artikelen op de extreemrechtse websites verwijderd.
Ook Nasrous adviseur Jens Villumsen schoont kort voor het begin van zijn dienstverband zijn online profiel op door zijn accounts op X en Facebook te verwijderen. Daarop waren foto’s te zien die verband hielden met zijn werkzaamheden voor de extreemrechtse studentenvakbond Union nationale inter-universitaire (UNI). Deze schaarde zich tijdens de presidentsverkiezingen achter de extreemrechtse kandidaat Zemmour, die onder meer een verbod op ‘buitenlandse’ voornamen voorstelt.
‘Mijn eerste streven is om links terug te dringen’
Strijd tegen links
Nasrou heeft tot op heden niet gereageerd op de berichtgeving over zijn twee naaste medewerkers. Hij laat zich in het algemeen nauwelijks uit over de opkomst van extreemrechts. Hij heeft vooral links in het vizier en vreest de linkse samenwerking die in Frankrijk de afgelopen jaren in een stroomversnelling is beland.
Nadat hij in november 2022 aantreedt als eerste secretaris-generaal van de UMP, vertelt hij in een interview met Le Parisien: ‘Mijn eerste streven is om links terug te dringen. Door zich te verenigen heeft links een sterkere positie in de Senaat verkregen en op nationaal niveau staan ze er tamelijk gunstig voor. Ze kunnen met nieuwe kracht terugkeren bij de gemeenteraadsverkiezingen. Dat mag niet worden onderschat.’
De twee best bekeken Franse zenders, BFM TV en CNews, zijn de laatste jaren steeds verder naar rechts opgeschoven. CNews wordt inmiddels vergeleken met het Amerikaanse Fox Nexs. De twee Franse zenders trekken dagelijks ruim twintig miljoen kijkers. Vanwege zijn aanvallen op links, zijn harde uitspraken over migratie en zijn strijd voor ‘republikeinse waarden’ is Nasrou er een graag geziene gast. En dankzij de kijkersaantallen is zijn politieke ster daarmee rijzende.
‘Waarom spreek je niet over Soedan, Syrië of Congo?’ Het is een vaak gehoord verwijt aan Europese en Amerikaanse moslims, die zich vooral lijken uit te spreken over Gaza. De Egyptische komiek Bassem Youssef heeft hierover een ludiek filmpje op Instagram gemaakt dat viraal is gegaan.
‘Waarom spreek je niet over de genocide in Congo?’ herhaalt de komiek retorisch. Vervolgens erkent hij dat al deze conflicten verschrikkelijk en hartverscheurend zijn, maar somt hij een aantal redenen op waarom Gaza toch meer aandacht krijgt.
‘Misschien omdat de Congolese overheid niet een vijfde van de Amerikaanse ontwikkelingshulp opslokt (zoals Israël), ondanks het feit dat Israël geen derdewereldland is’, begint hij. ‘Of misschien omdat Syrië geen 26 miljard dollar ontvangt van Amerika om bommen te gooien op burgers.’
Vervolgens worden er video’s getoond van Amerikaanse politici die volgens Youssef ‘slijmen bij Israël’. Zo wordt Nikki Haley, voormalig ambassadeur van de VS bij de VN, getoond, die stelt dat Amerika Israël ‘nodig heeft’. Zulke uitspraken staan in schril contrast met de relatieve stilte rondom andere humanitaire rampen, zoals de hongersnood in Jemen.
‘Misschien komt het ook doordat we geen Nigeriaanse minister hebben uitgenodigd om hier te spreken, terwijl er een arrestatiebevel van het Internationaal Strafhof tegen hem uitstaat (in tegenstelling tot de Israëlische premier Benjamin Netanyahu),’ stelt Youssef. Hij voegt hieraan nog diverse andere voorbeelden toe om te illustreren wat hij beschouwt als westerse hypocrisie.
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.