Voor politici is het vaak makkelijker om openhartig te spreken zodra ze niet meer aan de macht zijn. Fredrik Reinfeldt, de voormalige premier van Zweden, vormt daarop geen uitzondering. In een recent interview legde hij uit wat veel waarnemers al langer doorhadden: de opkomst van ‘sterke mannen’ die volledige onderwerping eisen van instituties en de samenleving – Trump, Orbán, Poetin, Modi – en de president van Turkije.
‘Erdogan werd gezien als een hervormer,’ zei Reinfeldt, ‘maar iets wat op een bepaalde manier begint, kan volledig veranderen.’ In de loop der tijd schakelde de Turkse leider het verzet uit, maakte hij eerlijke verkiezingen vrijwel onmogelijk en verstevigde hij zijn macht. Maar zoals Reinfeldt opmerkte, ligt het echte probleem in het zwijgen van anderen. ‘Veel mensen zeggen niet wat ze echt denken.’
Dat zwijgen – vooral binnen de Europese politieke klasse – heeft geholpen om autocratie te normaliseren. In tegenstelling tot de geïsoleerde dictators van de Koude Oorlog zijn de autocraten van vandaag strategisch, wereldwijd georiënteerd en bedreven in het uitbuiten van crises. Onder hen valt Erdogan op, niet als buitenstaander, maar als een nieuw omarmde figuur.
Ondanks het feit dat hij de democratische instituties van Turkije in het afgelopen decennium systematisch heeft ontmanteld, wordt Erdogan nu het hof gemaakt door zowel de EU als de VS. In Brussel schuift Turkije aan bij Europese defensieprogramma’s. Griekenland en Cyprus maken bezwaar, maar nieuwe regels – gekwalificeerde meerderheidsstemming – stellen Ankara in staat veto’s te omzeilen en weer invloed te winnen. De Griekse minister van Defensie, Nikos Dendias, waarschuwde: ‘We kunnen Europa niet verdedigen als de vijand binnen de muren zit.’ Toch worden zijn zorgen genegeerd.
Waarom? Omdat in de huidige strategische afweging van de EU de militaire kracht van Turkije zwaarder weegt dan haar autoritaire koers. De Duitse bondskanselier Friedrich Merz en de aankomende NAVO-secretaris-generaal Mark Rutte hebben een nieuwe defensiehouding laten doorschemeren – een die Turkije insluit, niet ondanks Erdogans autocratie, maar juist vanwege de militaire waarde ervan.
Als het Westen zijn eigen waarden niet meer respecteert, waarom zou iemand anders dat dan nog doen?
Die verschuiving beperkt zich niet tot Europa. In Washington spreekt Erdogan van een ‘verzachting’ van de Amerikaanse sancties. Beperkingen die waren opgelegd vanwege Turkije’s aankoop van Russische raketsystemen worden stilletjes teruggedraaid. Geavanceerde Amerikaanse raketten worden opnieuw aan Ankara verkocht – een deal van 300 miljoen dollar die symbool staat voor een ommekeer in het Amerikaanse beleid.
Dit is een scherpe breuk met het verleden. Waar Erdogan vroeger een stortvloed aan internationale kritiek over zich heen kreeg, wordt hij nu beloond met wapenovereenkomsten en erkenning op hoog niveau, terwijl hij een van de meest repressieve regimes in Europa in stand houdt – en tegelijkertijd nog altijd als kandidaat-lidstaat van de EU geldt, al is dat vooral op papier. Volgens Erdogan zelf zijn de banden met de VS verbeterd dankzij zijn ‘vriend Trump’, wat benadrukt hoe strategisch nut nu belangrijker is dan ‘gedeelde waarden’.
Ook Europa investeert. Het Italiaanse Leonardo en het Turkse Baykar begonnen in maart een gezamenlijke drone-onderneming, door premier Meloni geprezen als ‘significant’. De handelsdoelstellingen tussen beide landen werden vastgesteld op 40 miljard dollar. Het Verenigd Koninkrijk sloot ondertussen een defensiesamenwerkingsovereenkomst met Turkije en stelde voor om 40 Eurofighter Typhoon-jets te verkopen.
Geen van deze stappen staat op zichzelf. Ze weerspiegelen een bredere koerswijziging van het Westen: een verschuiving van principes naar pragmatisme. Waar het Westen ooit beweerde op te komen voor democratie en mensenrechten in zijn buitenlandse beleid, vervaagt die grens nu snel.
Brussel tolereert Viktor Orbán nog steeds, ondanks Hongarije’s aanvallen op media en rechtspraak. En nu wordt Erdogan weer binnengehaald – niet omdat hij veranderd is, maar omdat hij strategisch onmisbaar is. De boodschap aan autocraten wereldwijd is duidelijk: je kunt onderdrukken in eigen land, zolang je maar over militaire, migratie- of geografische macht beschikt.
Wat deze verschuiving zo ondermijnend maakt, is de hypocrisie ervan. Het Westen blijft zich uitspreken in termen van democratie, terwijl het ondertussen juist die leiders omarmt die haar openlijk afbreken. Dat is niet alleen inconsequent – het tast ook de geloofwaardigheid aan. Als het Westen zijn eigen waarden niet meer respecteert, waarom zou iemand anders dat dan nog doen?
Erdogan wint – niet omdat hij is veranderd, maar omdat de wereld dat is. Hij is een voorbeeld geworden van hoe strategische positionering een autocratie kan afschermen van gevolgen. En terwijl het ‘democratische Westen’ probeert Poetin en Loekasjenko te isoleren, heeft het zich overgeleverd aan zijn eigen interne autocraten.
De waarschuwing van Reinfeldt verdient aandacht. Politieke leiders moeten zich duidelijk spreken. Anders blijven valse hoop en zal de democratische afbraak doorgaan, verscholen achter het masker van strategische noodzaak.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!