Voor UvA-filosoof Yolande Jansen horen pro-Palestinaprotesten thuis op de universiteit. Juist academische instellingen moeten zich uitspreken, zegt ze en voor veel studenten is Gaza geen ver-van-mijn-bed-show.
Yolande Jansen wil vastleggen hoe taal subtiel verandert, op een manier die politieke betekenis heeft. Op LinkedIn deelt ze dat idee. Ze laat zich inspireren door Viktor Klemperer, een Duitse taalwetenschapper.
Als universitair hoofddocent sociale en politieke filosofie aan de UvA verdiept ze zich in die taalkundige veranderingen. In haar werkkamer aan de Oude Turfmarkt in Amsterdam vertelt ze hoe Klemperer tijdens het nazisme bijhield hoe de Duitse taal langzaam evolueerde. Hij hield in de jaren dertig en veertig een notitieboek bij dat later bekend werd als Lingua Tertii Imperii – de taal van het Derde Rijk. Daarin analyseerde hij hoe woorden werden gebruikt om haat en geweld normaal te laten lijken.
‘Hij keek bijvoorbeeld naar het woord organisieren,’ zegt ze. ‘Hij liet zien hoe dat woord in de nazi-taal verwees naar controle en dwingende orde. Dat deed me denken aan het Nederlandse woord regelen, dat je sinds Geert Wilders’ uitspraak ‘Dat gaan we regelen’ steeds vaker hoort. Het komt positief en daadkrachtig over, maar dan mis je de hardheid en agressie die er ook in meeklinken.’
Volgens Jansen zien we vandaag de dag opnieuw zulke taalverschuivingen. Bijvoorbeeld in de berichtgeving over de oorlog in Gaza. ‘Je leest dan vaak: ‘er vielen bommen in Gaza’ of ‘zoveel mensen werden gedood’, zonder te vermelden wie de bommen gooide. Die passieve manier van formuleren verhult de verantwoordelijkheid van Israël in die aanvallen.’
Ook het debat over VN-rapporteur Francesca Albanese toont volgens Jansen hoe politiek taal kan zijn. ‘Zij zou in februari naar de Tweede Kamer komen, maar werd op het laatste moment toch niet uitgenodigd. In de Volkskrant werd daarna gezegd dat haar uitspraken misschien niet antisemitisch zijn als je een ‘soepele norm’ hanteert, maar wél als je een ‘strenge norm’ gebruikt. Maar die zogenaamd strenge norm sluit óók veel legitieme kritiek op Israël uit. Het is dus geen neutrale maatstaf, maar een politieke keuze.’

Je mengt je in het publieke debat met opiniestukken over de oorlog in Gaza en de studentenprotesten. Tegelijkertijd schrijf je op LinkedIn dat je het spannend vindt om over Israël en Palestina te schrijven, en opziet tegen de reacties die dat kan oproepen.
‘Ik ben wel terughoudend. Ik krijg weleens reacties als: ‘Waarom houdt u zich zo met Israël bezig?’ of: ‘Waar komt uw anti-Israëlische enthousiasme vandaan?’ Zulke opmerkingen probeer ik naast me neer te leggen, al vind ik dat soms lastig. Ik wil niemand kwetsen, zeker niet als het gaat om iemand met een oorlogstrauma – wat eens is voorgekomen.’
‘Maar het gaat hier om zeer ernstige mensenrechtenschendingen, in een situatie waarbij Nederland, en ook de universiteiten, nauw betrokken zijn. Dus ik weet waarom ik me hier zo druk over maak. En trouwens, dat geldt voor veel anderen ook – mensen die zich juist betrokken voelen vanwege hun eigen oorlogsgeschiedenis, of die van hun ouders of grootouders.
‘Dat betekent overigens niet dat ik me niet ook zeer betrokken voel bij andere conflicten of humanitaire rampen. Maar de situatie in Gaza raakt direct aan hoe we hier in Nederland samenleven, aan het internationaal recht en aan onze herinneringscultuur. Het beïnvloedt hoe mensen hier met elkaar omgaan.’
Je schreef samen met drie collega’s een opiniestuk in Trouw over de taskforce antisemitisme. Waar maken jullie je zorgen over?
‘Wij vinden zo’n taskforce problematisch, omdat er een groot risico is dat ook legitieme kritiek op mensenrechtenschendingen tegen Palestijnen als antisemitisch wordt bestempeld. Daardoor zouden mensen kunnen terugschrikken om zich uit te spreken en te zeggen dat dit moet stoppen.
‘De taskforce is nauw verbonden met de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding. De nadruk ligt sterk op het controleren van protestacties, zoals sit-ins op stations en universiteiten – precies de plekken waar het Palestijnse protest het meest zichtbaar is.
‘In de Verenigde Staten en Duitsland bestaan al langer dit soort taskforces, en daar hebben ze geleid tot hard optreden tegen demonstranten. In de VS worden demonstranten opgepakt en zelfs met deportatie bedreigd. Beschuldigingen van antisemitisme worden ingezet om mensen het zwijgen op te leggen, en campussen worden zwaar beveiligd. Dit heeft grote gevolgen voor het academisch debat en het studentenleven. Die ontwikkelingen zijn al langer gaande, maar worden nu steeds ernstiger.
‘In Duitsland werd jaren geleden al de gerenommeerde Brits-Joodse denker Brian Klug beschuldigd van antisemitisme, net als wetenschappers als Judith Butler, Achille Mbembe en vele anderen. Klug wordt internationaal erkend als een van de belangrijkste denkers op dit gebied. Hij heeft zich jarenlang verdiept in de betekenis en definitie van antisemitisme en speelt een constructieve rol in het debat. Maar omdat hij kritisch is op het opnemen van kritiek op Israël in de definitie van antisemitisme, werd ook hij verdacht gemaakt.’
Ben je bang dat zulke situaties ook hier aan de Universiteit van Amsterdam gaan ontstaan?
‘Die zijn er deels al. Er loopt beveiliging in burger rond, en op het Roeterseiland (de campus van de Universiteit van Amsterdam, red.) zijn er ineens nieuwe medewerkers van de facilitaire dienst verschenen, van wie niet duidelijk is wat precies hun taak is. Ze grepen plotseling in bij een studentenprotest. We weten niet met wie zij binnen de universiteit contact hebben, of hoe de lijnen precies lopen.’
Kunnen jullie het universiteitsbestuur niet om opheldering vragen?
‘Er zijn collega’s van de rechtenfaculteit die proberen te achterhalen wat er precies speelt. Maar het blijft allemaal erg onduidelijk.’
De sfeer op de universiteit is dus behoorlijk gespannen?
‘Ja, dat kun je wel zeggen. Veel medewerkers die zich actief inzetten voor de Palestijnse zaak voelen zich soms ook door collega’s gemarginaliseerd. Dan krijgen ze te horen: ‘Begin je nu alweer over Palestina? We willen het nu over de bezuinigingen hebben.’ Terwijl die onderwerpen juist met elkaar samenhangen. De bezuinigingen worden namelijk ook gebruikt om universiteiten – en vooral kritische stemmen daarbinnen – sterker onder toezicht te stellen.
‘Het is niet voor niets dat de PVV nu bijvoorbeeld voorstelt om universiteiten waar veel pro-Palestina-demonstraties zijn, extra te korten. In de VS gebeurt dat ook, onder het mom van het bestrijden van antisemitisme.’
Is de universiteit wel de juiste plek voor Palestina-demonstraties?
‘Zeker, om twee redenen. Ten eerste werken Nederlandse universiteiten op grote schaal samen met Israëlische instellingen, onder andere via het Horizon-programma. Er zijn gezamenlijke onderzoeken, uitwisselingen, en sommige Israëlische universiteiten zijn nauw verbonden met het Europese academische netwerk. Tegelijkertijd zijn in Palestina alle universiteiten verwoest, en is er binnen Israël sprake van ernstige discriminatie van Palestijnen – ook in het onderwijs. Juist als academische instellingen hebben wij de verantwoordelijkheid om ons hierover uit te spreken.
‘Studenten hebben historisch gezien een belangrijke rol gespeeld in protesten tegen onrecht’
‘Ten tweede hebben universiteiten een heel diverse groep studenten. Voor veel van hen is dit onderwerp allesbehalve een ver-van-mijn-bed-show. Ze voelen zich persoonlijk betrokken bij het onrecht in Palestina. Sommigen omdat ze er familie hebben, anderen vanwege hun achtergrond of band met de regio. En studenten voelen zich vaak sterk verbonden met elkaar – ze zijn solidair.
‘Studenten hebben bovendien historisch gezien een belangrijke rol gespeeld in protesten tegen onrecht, zoals tijdens de Vietnamoorlog of de strijd tegen apartheid in Zuid-Afrika. De protesten rond Palestina passen in diezelfde traditie.
‘Daarnaast hebben studenten meestal nog weinig vaste verplichtingen. Ze hebben vaak nog geen baan of gezin, en daardoor meer ruimte – ook in hoe ze denken en handelen. Studeren is bovendien bedoeld om je kritisch te leren kijken naar de wereld. Je ontdekt dat dingen die als normaal worden gepresenteerd, dat lang niet altijd zijn – en soms zelfs ronduit onrechtvaardig. Studenten zijn vaak de eersten die dat doorzien.’

Sommige mensen voelen zich bedreigd door de protesten aan de universiteit.
‘Ik vind het heel naar als mensen zich bang of onveilig voelen. Dat zou niet mogen. Tegelijkertijd denk ik dat het beeld soms vertekend is. Ook veel Joodse en Israëlische studenten en collega’s doen mee aan de protesten. Het is dus zeker niet zo dat alle Joodse of Israëlische studenten zich onveilig voelen.
‘Er bestaan ook grote misverstanden. Een collega van mij aan de VU schreef laatst dat er tijdens een bezetting ‘Jews are not allowed’ werd geroepen. Ik schrok enorm en bekeek de beelden die ze erbij had gedeeld. Maar ze riepen ‘You are not alone’ – een slogan die vaak wordt gezongen wanneer iemand wordt gearresteerd. Dit laat zien hoe belangrijk het is dat we beter naar elkaar luisteren.
‘Je kunt je ook oncomfortabel voelen – maar dat is iets anders dan echt onveilig zijn’
‘Ik ben bij verschillende protesten en bijeenkomsten geweest, en ik heb nooit iets meegemaakt waarvan ik dacht: dit is onveilig voor iemand. Dat betekent niet dat ik gevoelens van angst bagatelliseer – angst is een reële emotie en heel naar. Ik heb ook wel dingen gehoord die ik niet tactvol of verstandig vond. Maar het waren uitingen van begrijpelijke woede en wanhoop.
‘Tegelijkertijd zijn sommige meldingen ook duidelijk politiek gestuurd. Ze dienen een politiek doel – dat gebeurt al sinds november 2023, ook in Israël zelf. De Israëlische organisatie Academia4Equality heeft daar uitgebreid over gerapporteerd. Op een gegeven moment werd het doen van onveiligheidsmeldingen zélf een politiek middel.
‘Je kunt je ook oncomfortabel voelen – maar dat is iets anders dan echt onveilig zijn. Soms hoor je iets wat je kijk op de wereld totaal verandert. Dat kan schokkend zijn en leiden tot een soort morele crisis. Dat voelt vervelend, maar is niet hetzelfde als onveiligheid.’
Een punt van kritiek is dat de demonstraties wel opkomen voor de Palestijnen, maar weinig zeggen over de gijzelaars. Waarom is daar zo weinig aandacht voor?
‘Bij verschillende protesten en teach-ins is wél gesproken over de gijzelaars en natuurlijk ook over het geweld van 7 oktober. We hopen allemaal dat de mensen die nog vastzitten, levend thuiskomen.
‘Maar ons protest gaat over een breder probleem: het illegale optreden van de Israëlische staat in de Palestijnse gebieden, vooral in Gaza, maar ook in alle andere bezette gebieden en jegens Palestijnen in Israël. Het gaat om structureel geweld door de staat, apartheid, bezetting en mogelijk genocide. Het protest richt zich vooral op de betrokkenheid van Nederlandse universiteiten hierbij, door hun samenwerking met Israëlische universiteiten en bedrijven die deze grootschalige mensenrechtenschendingen faciliteren of steunen.
‘Ons uitgangspunt is dat als dat geweld stopt en er een rechtvaardiger samenleving ontstaat, dit zal bijdragen aan het beëindigen van álle vormen van geweld — dus ook het geweld van 7 oktober en het vasthouden van gijzelaars. Die gebeurtenissen zijn onderdeel van het conflict, maar niet de oorzaak en vormen niet de kern van ons protest.’
Theatermaker en filosoof Jaïr Stranders zei in Het Parool dat hij het ingewikkeld vindt dat mensen al een paar weken na 7 oktober 2023 spraken over een genocide in Gaza. Dat vond ik herkenbaar. Bij de Kanttekening ontvingen we al na enkele dagen opiniestukken waarin Israël werd beschuldigd van genocide.
‘Dat komt doordat er vóór 7 oktober al lange tijd werd gesproken over genocide in de Palestijnse gebieden, vooral in Gaza, ook binnen genocide studies. Die discussie liep dus al.
‘Wat ook belangrijk is om te weten: Raphael Lemkin, de man die in 1944 het begrip genocide introduceerde, zag genocide niet alleen als fysieke vernietiging, maar ook als culturele vernietiging. Dit gebeurde bijvoorbeeld bij inheemse volkeren in Noord-Amerika en Canada, waar hun cultuur systematisch werd vernietigd en kinderen uit hun families werden weggehaald. In de Verenigde Staten en Australië worden deze gebeurtenissen vaak erkend als genocide, ook binnen holocaust- en genocidestudies, maar in Europa is dat minder bekend.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!