Esther van der Most, directeur van Plant een Olijfboom, liep weg uit de talkshow Bar Laat. Ze vond dat ze te weinig spreektijd kreeg.
Ik snap dat wel. Van der Most staat altijd aan omdat het lot van de Palestijnen haar hoog zit. Sinds de oorlog op Gaza begon, is ze bezig om aandacht te vragen voor de slachtoffers van de bombardementen. Deo volente en inshallah komt daar vanaf aanstaande zondag een einde aan want de strijdende partijen zijn een wapenstilstand overeengekomen. Al vrees ik, afgaande op de terugtrektactiek van Israël, dat er nog wel een paar bommen achteraan zullen worden gegooid. De Palestijnen wachten de zondag niet af en zijn al begonnen met feesten. Ook dat snap ik. In 2009 maakte ik een bruiloft mee in Gaza-Stad – het dak ging er af.
De Palestijnen zullen ook blij zijn dat Biden en zijn team zijn opgestapt, die hebben weinig tot niets gedaan om het leed van de Palestijnen te verzachten. Het is ze geen een keer gelukt om op de rem te trappen.
Trump wil een akkoord tussen Israël en Saoedi-Arabië want dat is goed voor de handel en als Trump belt dan luistert Netanyahu. It’s a man’s world.
Maar waarom snap ik Esther wel? Dat heeft toch te maken met hoe talkshows in elkaar zitten: je krijgt heel veel spreektijd als het huis in brand staat, maar op het moment dat het huis geblust wordt, moet je je plek weer kennen.
Uiteindelijk kozen ze voor een andere Marokkaan
Wat Esther van der Most ervaart is precies dat: toen het bloed van de muren droop, klopte iedereen op de deur. Maar nu er een nieuwe fase aanbreekt, gaat de urgentie er vanaf. Toen de Maccabi-rellen in Amsterdam plaatsvonden, werd ik uitvoerig gepolst voor een lang gesprek in een talkshow. Uiteindelijk kozen ze voor een andere Marokkaan. Ik vond dat niet erg, it’s all in the game. Wel drukten ze me op het hart dat ze me dan wilden uitnodigen om het over mijn roman te hebben, die deze week uitkomt.
Dat telefoontje is er nooit meer gekomen. Veel beloven, weinig geven, doet alleen de dwaas in vreugde leven. Ik verbaas me er niet over. Het is het lot van minderheden in Nederland – er wordt altijd gekeken in welk vormpje je te persen valt. Je mag wel schrijver zijn maar je moet wel je plek kennen, bruine.
Daarom vind ik het altijd wel fijn als ik dan toch mag langskomen – het voelt elke keer weer als een mooie herkansing. Een manier om jezelf wit te wassen. Om dan mee te maken dat je tegenover iemand wordt neergezet die erop uit is om alle nuance en welbespraaktheid die je meebrengt omver te kegelen. Het blijft televisie.
Ik druk Esther van der Most op het hart gewoon naar de studio te gaan, hoe vervelend de afloop ook kan zijn. De Palestijnen hebben haar stem hard nodig. Het is nog een lange weg te gaan om de gemarginaliseerde verhalen verteld te krijgen. Waar ik blij mee ben, is dat de redacties van talkshows de afgelopen jaren diverser zijn geworden. Er lopen steeds meer journalisten rond die het verschil tussen een Turk en Marokkaan weten. Die ook weten dat een Palestijn niet automatisch een antisemiet is. Dat alleen al is winst.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!