Israëliërs leven sinds de aanval van Hamas op 7 oktober in constante spanning. ‘Palestijnse burgers… Waar heb je het over? We vechten tegen nazi’s.’
‘Ik slaap gemiddeld twee uur per nacht. Elke ochtend om zeven uur herbeleef ik de momenten waarop ik in de bosjes verscholen zat, terwijl terroristen langs me liepen. Ik kan niet meer alleen op pad, ik moet voortdurend begeleid worden.’ Op 7 oktober 2023 vermoordde Hamas 1200 mensen en ontvoerde er nog eens 250. Naama Eitan overleefde de aanval. In een getuigenis in het Israëlische parlement omschrijft ze de effecten van het trauma dat ze die dag opliep.
In Israël is het nog steeds 8 oktober, de dag na de aanslag. De posters met gijzelaarsfoto’s van ‘Bring them home now’ hangen op straatlantaarns, in kroegen en in winkelruiten. De gruweldaden van Hamas worden in de Israëlische media vaker besproken dan de Israëlische oorlogsmisdaden in Gaza, als die überhaupt besproken worden. 7 oktober was een grootschalige aanslag op een volk dat ook daarvoor niet onbekend was met trauma. Het was tenslotte de dodelijkste aanval op Joden sinds de Shoah (zoals de Holocaust ook wel wordt genoemd).
De vergelijking met de Holocaust zou daar volgens de Israëlische historicus Tom Segev moeten eindigen. ‘Het is een unieke gebeurtenis die buiten elke politieke discussie moet blijven. Als je van de Holocaust de standaard maakt, dan is alles wat minder erg is dan de Holocaust dus acceptabel.’
‘We vechten tegen nazi’s’
Israëlische politici halen de afgelopen anderhalf jaar regelmatig de Holocaust aan. Voormalig premier Bennett reageerde in oktober 2023 op de vraag van een journalist met: ‘Palestijnse burgers… Waar heb je het over? We vechten tegen nazi’s.’ Financiënminister Smotrich maakte een soortgelijke opmerking en zei dat op de Westoever ‘twee miljoen nazi’s’ wonen. Buitenlandminister Katz zei dat de verhalen van 7 oktober haar deden denken aan verhalen over de Holocaust en Netanyahu vergeleek de demonstraties in de VS tegen de Gazaoorlog met demonstraties tegen de Joden in Duitsland honderd jaar geleden.
De Holocaust en de constante dreiging die Joden sindsdien voelen, verantwoordt volgens veel Israëliërs de 50.000 doden in Gaza, van wie 70 procent vrouwen en kinderen is. Toch zijn dit soort vergelijkingen met de Holocaust relatief nieuw in Israël. ‘In de eerste decennia na de Shoah werd er niet over gesproken,’ zegt Segev. ‘De stichters van Israël wilden deze geschiedenis juist achter zich laten. Overlevenden vonden moeilijk oor voor hun verhalen.’
‘Er is inmiddels geen enkele Arabische leider die nog nooit met Hitler is vergeleken’
In de jaren ’60 begon dat te veranderen en kreeg de Holocaust een centrale plek in de Israëlische politiek. In de jaren ’80 begonnen de vergelijkingen en bestempelde premier Begin de Palestijnse leider Arafat als Hitler. Die uitspraak werd hem niet door iedereen in dank afgenomen. ‘Hitler Is Already Dead, Mr. Prime Minister,’ schreef auteur Amos Oz in een inmiddels wereldberoemd artikel. Maar dit soort uitspraken werden door de jaren heen juist gebruikelijker. ‘Er is inmiddels geen enkele Arabische leider die nog nooit met Hitler is vergeleken door een Israëlische politicus’, zegt Segev. En zo werd de Holocaust volgens Segev langzamerhand ook deel van de Israëlische identiteit. ‘Vraag een willekeurige Israëliër wat hen Israëlisch maakt en ze zullen zeggen: de Holocaust. We hebben een eigen staat nodig door de Holocaust en daarom zijn we hier.’
Collectief trauma
Het collectieve trauma van Israëlische Joden is niet alleen bepalend in identiteit en politiek, maar ook in hoe er met het nieuwe trauma – dat van 7 oktober – collectief wordt omgegaan, zegt Gilad Hirschberger, psycholoog en hoogleraar aan de Bar-Ilan Universiteit, gespecialiseerd in collectieve dreiging. ‘Filosofe Hannah Arendt stelde na de oprichting van Israël de vraag: kunnen Joden de verantwoordelijkheid aan van niet langer slachtoffer zijn? En dat is een interessante vraag om te stellen na 7 oktober’, zegt Hirschberger. ‘We voelen ons nog steeds slachtoffers, maar ondertussen zijn we een zwaarbewapende 800 pond gorilla.’
Journalist Khaled Diab van New Lines Magazine noemt het fenomeen power dysmorphia, oftewel machtsdysmorfie’. Want hoewel 7 oktober de dodelijkste aanslag was op Joden sinds de Tweede Wereldoorlog, is de gebeurtenis op veel andere aspecten niet vergelijkbaar.
De lessen van trauma
Israël heeft een van de sterkste legers in de regio, onvoorwaardelijke steun van de Verenigde Staten en controle over bijna ieder aspect van Palestijns leven. En tóch ziet Israël zichzelf als de meest kwetsbare partij in het conflict, ziet ook Hirschberger. ‘Dat is een oprecht geloof en gevoel’, zegt de psycholoog. ‘Het is geen manipulatie of propaganda. Het is hoe we ons voelen door onze geschiedenis. Op 7 oktober voelden we ons opnieuw enorm kwetsbaar.’
Het is volgens Hirschberger niet gek dat de Holocaust nog steeds voor groot collectief trauma zorgt bij Israëlische Joden. Hij vergelijkt het met zwarte Amerikanen en het slavernijverleden. ‘Dat was 150 jaar geleden en nog steeds hebben die ervaringen grote impact op het leven van zwarte Amerikanen. Als slavernij zo’n effect heeft, dan is het waarschijnlijk dat de Holocaust dat ook nog generaties lang zal hebben.’
‘Iedere groep is bezorgd om het overleven van die eigen groep, dat geldt ook voor de Joden’
Er zijn volgens Hirschberger twee lessen die een groep kan leren van een collectief trauma. De eerste is: dit mag onze groep nooit meer gebeuren en de tweede: dit mag geen enkele groep meer gebeuren. ‘De meest voorkomende traumareactie is de eerste les. Iedere groep is bezorgd om het overleven van die eigen groep, dat geldt ook voor de Joden.’
De hoogleraar zegt dat het trauma van de Palestijnen vergelijkbaar is met dat van de Joden. In 1948 zijn honderdduizenden Palestijnen verdreven van hun land door zionistische milities. Er waren massaslachtingen en verkrachtingen, en dat slechts enkele jaren na de Holocaust. Deze ‘catastrofe’, zoals de Palestijnen het noemen, heeft over het algemeen niet geleid tot meer sympathie vanuit Israëliërs jegens de Palestijnen. Ook nu bij de oorlog in Gaza niet.
‘Dat is niet gek’, zegt Hirschberger. Hij legt uit dat er bij soortgelijke getraumatiseerde groepen twee mogelijke reacties zijn: ze zouden dichter bij elkaar kunnen komen, omdat ze gelijke ervaringen hebben, óf ze komen terecht in wat Hirschberger ‘competitief slachtofferschap’ noemt.
‘De twee groepen concurreren dan met elkaar over wie er het meest heeft geleden. Wie is het échte slachtoffer? En dat is precies wat je ziet tussen de Palestijnen en Israëliërs.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!