Op 4 juli mogen de Britten weer naar de stembus. Het Verenigd Koninkrijk bevindt zich op een kruispunt, na veertien onrustige jaren onder conservatief bewind. Labour gaat de verkiezingen waarschijnlijk winnen. Maar dit zorgt voor nieuwe onzekerheid.
Centraal tijdens deze verkiezingscampagne staat het neoliberale economische model van de Conservatieven. Dit model heeft voor een groeiende kloof tussen arm en rijk gezorgd, die groter is dan in de rest van West-Europa.
Onder het motto van bezuinigingen en een gezond huishoudboekje hebben openbare instituties, zoals de National Health Service, geleden onder ernstige bezuinigingen. Het gevoel van malaise is alomtegenwoordig. In dit gat is de Labourpartij van Keir Starmer gesprongen. De partij heeft een duidelijke progressieve agenda en wil de verzorgingsstaat nieuw leven inblazen: hogere belastingen voor bedrijven en de rijken, meer personeel in de publieke sector, krachtige investeringen in de gezondheidszorg en het onderwijs.
Maar is Labour niet te ambitieus? Als de belastingen te zeer worden verhoogd kan dit leiden tot een vermindering van de productiviteit, een verstikking van de innovatie en een uittocht van kapitaal en talent naar het buitenland. Labour moet kiezers die hierover terechte vragen hebben over de streep trekken met overtuigende antwoorden.
is Labour niet te ambitieus?
Maar deze verkiezingen gaan niet alleen over economie, maar ook over immigratie en de relatie van het Verenigd Koninkrijk met Europa en de rest van de wereld. Kiest het VK voor de toekomst of voor isolement?
Progressieve krachten zien de verkiezingen van 4 juli als een kans om het VK opnieuw te positioneren als een open samenleving die tolerantie hoog in het vaandel heeft en de diversiteit viert. Vanuit dit perspectief kan het VK een invloedrijke stem in de wereld blijven, een land dat trots is op zijn historische identiteit als een pluralistische, avontuurlijke handelsnatie. Maar dit betekent wel een breuk met het naar binnengekeerde neo-nationalisme van de Conservatieven.
De reactionaire krachten die de brexit mogelijk hebben gemaakt, zijn nog steeds een krachtige onderstroom in de Britse politiek. Dit blijven ze vooral onder die delen van de bevolking die het meest ontregeld zijn door de snelle economische en demografische verschuivingen die door de globalisering zijn veroorzaakt. Deze Britten zijn voor het beperken van immigratie om de ‘eigen’ cultuur te beschermen en voor protectionistische economische maatregelen. Ze geloven dat het VK met deze isolationistische koers de controle over zijn eigen lot herwint.
Keir Starmer en links in het algemeen staan voor een grote uitdaging. Ze moeten deze perspectieven met elkaar verzoenen en een koers uitstippelen die de ideologische verschillen overbrugt. Labour biedt een immense belofte: het Verenigd Koninkrijk krijgt nieuw leven ingeblazen. Maar tegelijkertijd brengt dit ook aanzienlijke risico’s met zich mee. Het is een aantrekkelijk vooruitzicht om de ketenen van de bezuinigingen van je af te werpen en de economische weegschaal, die lange tijd in het voordeel van de rijken was, weer in evenwicht te brengen. De uitvoering van zo’n ambitieus programma vereist behendig politiek gemanoeuvreer om te voorkomen dat er nieuwe vertrouwenscrises uitbreken.
De Britten staan nu op een kruispunt. Ze kunnen er op 4 juli voor kiezen om eindelijk eens een goede richting in te slaan, na jaren van stuurloosheid. Het Verenigd Koninkrijk worstelt nog steeds met zijn koloniale verleden, het British Empire van weleer. Winnen de Conservatieven, dan blijft het herfst. Maar een overwinning van Labour kan mogelijk voor een nieuwe lente zorgen, waardoor het land weer relevant wordt in de wereld.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!