13.2 C
Amsterdam

‘Palestijnse slachtoffers krijgen geen gezicht’

Joost Jongerden
Joost Jongerden
Universitair hoofdocent aan de vakgroep Rurale Sociologie, Wageningen Universiteit.

Lees meer

Wanneer slachtoffers een naam en een gezicht krijgen, wordt ons vermogen vergroot om ons in te leven in hun pijn. Dat schrijft Joost Jongerden.

In zijn fabel Vanaf de Toren Gezien beschrijft filosoof Günther Anders hoe een fictief personage vanaf een uitkijktoren omlaag kijkt. Vanaf grote hoogte observeert zij hoe aan de straat beneden haar zoon, als een klein stuk speelgoed, wordt overreden en weggevaagd door een even speelgoedachtige vrachtwagen. ‘Ik ga niet naar beneden!’, roept het personage, zich verzettend tegen de gedwongen afdaling via de trap, omdat zij de harde realiteit onderaan de toren liever vermijdt.

Onze premier, Mark Rutte, aanschouwt vanaf zijn torentje in Den Haag hoe Palestijnen collectief worden weggevaagd – aanvankelijk in een traag bewegende politiek van kolonisatie, zuivering en isolatie, en de afgelopen dagen en weken in een totale oorlog. Hij weigert echter die realiteit onder ogen te zien. Esther Ouwehand van de Partij voor de Dieren nodigde de demissionair premier uit om na te denken over de oorzaken van het geweld – een uitnodiging om van zijn toren af te dalen en de Palestijnse kwestie van dichtbij te bekijken. Hij blijft echter standvastig, net als het personage in de fabel, en beweert dat dit niet het juiste moment is.

Het reduceren van Palestijnen tot cijfers is een manier om de realiteit te ontwijken waarin de Palestijnen zich bevinden, zoals Ramsey Nasr betoogde in de NRC van 18 oktober. Terwijl Israëlische slachtoffers namen en gezichten krijgen worden Palestijnse levens gereduceerd tot cijfers, in de vorm van aantal doden, ontheemden en vluchtelingen. Verzameld leed waarmee het moeilijk te identificeren is, zo betoogde Nasr.

Voor identificatie moet je meer zijn dan een nummer

Het geven van namen en gezichten is cruciaal om ons vermogen te vergroten ons in te leven in de pijn van anderen. Zo kunnen meevoelen met de pijn van Shani Louk, het Duitse meisje dat we half ontkleed zagen liggen in een pick-up truck met Hamas-strijders. Maar we kunnen ons niet identificeren met duizend of vijfduizend. Voor identificatie moet je meer zijn dan een nummer. Het krijgen van een naam en een gezicht is belangrijk. Het bracht de 18-jarige Ofir Engel een Nederlands paspoort. Dat paspoort moet hem een veilige uitweg bieden uit Gaza, een privilege dat een getal nooit kan ontvangen.

Soms wordt een Palestijns nummer een gezicht. En dat wordt dan weer als bedreigend ervaren door autoriteiten. In Frankrijk is de 72-jarige linkse Palestijnse activiste Mariam Abou Daqqa in afwachting van haar uitzetting onder huisarrest geplaatst. Haar naam en gezicht moeten nu worden verwijderd van de verschillende bijeenkomsten in Frankrijk, waar ze zou spreken over de strijd voor Palestijnse en vrouwenrechten.

Maar er is nog een ander aspect.

Terwijl Palestijnse slachtoffers gereduceerd worden tot nummers, worden de Koerden volledig genegeerd

Terwijl Israëlische slachtoffers een gezicht krijgen en Palestijnse slachtoffers gereduceerd worden tot nummers, worden de Koerden volledig genegeerd. De voortdurende Turkse luchtaanvallen van voorbije weken op civiele infrastructuur van de Koerden in Syrië krijgen vrijwel geen aandacht. Hoewel de lokale bevolking en mensenrechtenorganisaties in het gebied meer dan 200 Turkse luchtaanvallen in de door Koerden gecontroleerde regio in Syrië hebben gedocumenteerd, waaronder aanvallen op ziekenhuizen, scholen en water- en energie-infrastructuur, lijken deze gebeurtenissen aan onze waarneming voorbij te gaan. We kijken de andere kant op. Als gevolg hiervan zitten momenteel twee miljoen burgers in Rojava zonder een stabiele stroom- of watervoorziening. Een ziekenhuis in de stad Dêrik is volledig vernietigd door Turkije, dat tegelijkertijd luide protesten uit over het bombardement op het al-Ahli ziekenhuis in Gaza.

Wanneer Koerden een gezicht krijgen, lijken ze al snel te worden geassimileerd tot iets anders

Wanneer Koerden een gezicht krijgen, lijken ze al snel te worden geassimileerd tot iets anders. Ondanks dat de familie van Jina Amini heeft benadrukt dat ze haar nooit Mahsa noemden, wordt er in de media toch vaak onder die naam naar haar verwezen. Onlangs heeft de Europese Unie haar hoogste mensenrechtenprijs toegekend aan de Iraanse vrouwenbeweging ‘Vrouw, Leven, Vrijheid’, die is ontstaan naar aanleiding van de dood van Jina Amini. Met alle respect voor de strijd van vrouwen in Iran, is de leus ‘Jin, Jiyan, Azadi’ (Koerdisch voor Vrouw, Leven, Vrijheid) een strijdkreet van de Koerdische vrouwenbeweging. Het was daarom op zijn minst gepast geweest om deze beweging te noemen of de prijs met hen te delen.

Sommigen zien we van nabij, anderen vanaf de toren, en sommigen in het geheel niet.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -