In Turkije wordt opnieuw gesproken over vrede. Na ruim veertig jaar conflict lijkt er een akkoord in de maak tussen de Turkse staat en de PKK. Abdullah Öcalan, leider van de Koerdische beweging, heeft vanuit zijn gevangenis op het eiland Imrali opgeroepen tot het beëindigen van de gewapende strijd en het ontbinden van de PKK. Een historische stap lijkt nabij. Er wordt zelfs gesproken over de terugkeer van duizenden Koerden die op internationale terreurlijsten staan. Sommigen zouden weer kunnen deelnemen aan het politieke proces, misschien zelfs als parlementslid. Enkele PKK-strijders hebben daar al op gezinspeeld.
Dat klinkt als een doorbraak, en het is hoopgevend. Een land waarin voormalige gewapende strijders de politiek in mogen, maakt ruimte voor dialoog. Maar er zit ook iets wrangs aan dit verhaal. Terwijl de staat onderhandelt met de PKK, worden seculieren, journalisten, Gülen-sympathisanten en andere critici van het regime nog steeds vervolgd.
Dagelijks worden mensen opgepakt, paspoorten ingetrokken, levens tot stilstand gebracht. Koerdische media worden gecensureerd. Politieke gevangenen blijven vastzitten.
Als dit werkelijk een democratiseringsproces is, waarom zit Selahattin Demirtaş, de leider van de Koerdische partij, dan nog steeds gevangen? Waarom wordt Ekrem Imamoglu, de burgemeester van Istanbul en grote rivaal van Erdogan, aangeklaagd? Waarom worden duizenden onschuldige academici, leerkrachten, ondernemers en huisvrouwen vervolgd omdat ze als Gülen-sympathisant worden gezien?
Gülen-sympathisanten lijken de nieuwe Koerden van Turkije te zijn
Ik weet uit eigen ervaring hoe dat voelt. Al jaren sta ik onterecht op een Turkse terreurlijst, samen met anderen die worden geassocieerd met de Gülenbeweging, de groep die door de regering-Erdogan verantwoordelijk wordt gehouden voor de mislukte, zogenaamde couppoging van 15 juli 2016. Niet omdat ik ooit geweld heb gebruikt. Integendeel: ik heb zelfs nooit een speelgoedwapen voor mijn zoon gekocht. Ik heb nooit een mes of pistool vastgehad.
Wat ik wél heb gedaan, is kritische stukken schrijven over het Turkse regime en de mensenrechtensituatie in Turkije. Artikelen publiceren. Dat is tegenwoordig blijkbaar al genoeg om als vijand van de staat en terrorist te worden bestempeld.
Gülen-sympathisanten lijken in die zin de nieuwe Koerden van Turkije te zijn. Waar ooit elke Koerd automatisch als ‘PKK-terrorist’ werd beschouwd tot het tegendeel bewezen was, geldt dat nu voor Gülenisten: zij zijn bij voorbaat ‘putschist’ of ‘terrorist’. Het principe dat je onschuldig bent tot het tegendeel bewezen is, is volledig omgekeerd.
En precies dat maakt dit vredesproces zo verwarrend. De staat onderhandelt met iemand die verantwoordelijk wordt gehouden voor veertigduizend doden, wat op zich goed is, maar bestempelt mij en vele anderen als terrorist of landverrader omdat we kritische vragen stellen.
Erdogan heeft dit eerder gedaan. In 2013 begon hij ook een vredesproces met Öcalan. Er ontstond hoop. Maar toen kwamen de verkiezingen van juni 2015. Erdogan verloor zijn meerderheid in het parlement door de opkomst van de Koerdische partij HDP, die in één klap 80 zetels behaalde. Kort daarna blies hij het wankele vredesproces op. De oorlog met de PKK laaide weer op. Steden werden vernietigd. Duizenden Koerden werden gedood of gearresteerd. Eind 2015 won Erdogan nieuwe verkiezingen, in een sfeer van chaos en angst. Hij gebruikte vrede als politiek gereedschap en gooide het weg zodra het hem niets meer opleverde.
Ook nu, met verkiezingsjaar 2028 in zicht, wil Erdogan koste wat kost een derde termijn als president. Maar zonder steun van de Koerden redt hij het niet. Dat geldt overigens ook voor de oppositie: zonder de Koerden is er voor geen enkele partij een meerderheid in Turkije.
Mijn zorg is dat hij, als hij eenmaal zijn zin heeft, de Koerden opnieuw laat vallen.
Volgens Dem-parlementariër Tuncay Bakırhan zei Öcalan over recente provocaties: ‘Dit is een sabotagemanoeuvre. Dit soort acties vergiftigt een proces nog voor het begonnen is.’ Hij doelde op de arrestatie van oppositieleden, het aanstellen van regeringsgetrouwe bewindvoerders in Koerdische gemeenten, en de aanvallen op Koerdische advocaten en media.
Ook nu wil Erdogan koste wat kost een derde termijn als president
Bakırhan zei ook: ‘Als dit proces slaagt, dan zit Imamoglu niet in de cel, dan wordt Ahmet Türk (een Koerdische politicus) niet ontslagen en worden Koerdische gemeenten niet langer onder curatele gesteld.’
Als dat klopt, begint echte vrede pas wanneer deze mensen worden vrijgelaten. Dat is de toetssteen. Koerden verdienen rust, erkenning en politieke ruimte. Dat zeg ik volmondig.
Maar ik vraag me wel af hoe zij aankijken tegen het feit dat anderen, zoals Gülenisten, journalisten en activisten, nog steeds worden vervolgd. Vrede moet voor iedereen gelden. Niet alleen voor degenen die Erdogan op dat moment nodig heeft.
Zolang Demirtaş vastzit, politieke tegenstanders worden vervolgd en mensen zoals ik op terreurlijsten staan omdat we opschrijven wat we zien, blijft dit proces ongeloofwaardig. Het lijkt dan vooral een tactiek om tijd te winnen.
Een echte vredesstrategie betekent: wapens neerleggen én mensenrechten respecteren. Niet het één wel en het ander niet. Pas als dat gebeurt, geloof ik dat deze stap richting vrede méér is dan een tijdelijke schijnbeweging.
Tot die tijd blijft wantrouwen terecht.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!