Voorbeelden van wederzijdse moslimhaat en antisemitisme volgden elkaar razendsnel op tijdens het gesprek over de relatie tussen moslims en Joden in ons land. Let wel, dit was geen ontmoeting van vorige week of van een maand geleden. Het vond plaats zo’n vijftien jaar geleden, binnen het kader van onderzoek naar een veranderende samenleving waarin zowel Joden als moslims hun plekje moesten vinden.
En zo zaten wij aan de Universiteit van Amsterdam met een paar mensen rond de tafel. Een van hen was de inmiddels emeritus-cultureel antropoloog professor Thijl Sunier. De wijze woorden die hij toen sprak, zijn mij bijgebleven.
‘Over alles wat hier vandaag langs komt aan gebeurtenissen uit de meest recente geschiedenis kan ik mij vanuit mijn vakgebied, de culturele antropologie, niet zonder meer uitlaten. Dit soort zaken plaats ik altijd in een veel breder tijdsbestek, vaak van vele tientallen jaren. Alleen zo’n brede helicopterview geeft mij voldoende mogelijkheid om overzicht te houden over de problemen door afstand te nemen en het grotere geheel te zien, in plaats van vast te lopen in details.’
Regelmatig heb ik de afgelopen jaren, bij het ter sprake komen van de grote wereldconflicten waar wij ons met ons allen zorgen over maken, aan professor Sunier moeten denken.
Oekraïne en Rusland
De gespannen verhouding tussen Oekraïne en Rusland dateert niet van deze eeuw. Al vanaf de zeventiende eeuw hadden de twee landen met elkaar te maken, toen het oosten van Oekraïne geleidelijk onderdeel werd van het Russische tsarenrijk. Na de Russische Revolutie in 1917 werd Oekraïne korte tijd onafhankelijk, om na vijf jaar die zelfstandigheid opnieuw te verliezen door deel uit te gaan maken van de Sovjet-Unie. Wat zich daar nu afspeelt tussen deze twee machten heeft een lange voorgeschiedenis die zich niet laat beoordelen op basis van gebeurtenissen uit alleen de recente decennia.
Het beeld van de burgeroorlog in Syrië is qua tijdsbestek ook enigszins vergelijkbaar. Het begon niet alleen in 2011 met de arrestatie van één man in de straten van het oude Damascus, waardoor uiteindelijk een niet meer te temmen geweldsuitbarsting ontstond, mede door de invloed van de Arabische Lente. Het had ook te maken met de noodtoestand die al sinds 1963 in het land bestond. Allerlei fracties maakten deel uit van de strijd. Uiteindelijk leek de interne oorlog, nu tien jaar geleden, te zijn verworden tot een al lang bestaand conflict tussen sjiieten enerzijds en soennieten anderzijds. En wanneer dat de situatie is, hebben we het over een onenigheid die al bijna twintig eeuwen speelt, met ook nog eens religieuze dimensies.
Dat de conflicten ten einde zijn, moeten we nog maar zien
In en rond Gaza is het nu rustiger dan we de afgelopen twee jaar hebben gezien. Let wel, ik zeg ‘nu rustiger’. Dat de conflicten ten einde zijn, moeten we nog maar zien. En de vraag of er uiteindelijk vrede in het verschiet ligt, ik denk niet dat er iemand is die daar vandaag een antwoord op kan geven. Daarvoor heeft de controverse tussen Israël en de Arabische wereld al te lang geduurd, zonder dat er gebruik werd gemaakt van de mogelijkheden die zich in de geschiedenis van de vorige en deze eeuw hebben voorgedaan.
Wijze rabbijn
De wijze Joodse geleerde rabbijn Jozef Chaim Sonnenfeld, die een goede relatie onderhield met zowel de oude Joodse gemeenschap in het heilige land van de vroege negentiende eeuw als met de Arabische bevolking daar, probeerde zijn volgelingen ervan te doordringen vooral te voorkomen dat er een conflictsituatie zou ontstaan tussen de twee bevolkingsgroepen. Helaas heeft niet iedereen zijn waarschuwende woorden ter harte genomen.
Na afloop van de oorlog in 1967 tussen Israël en de omringende landen was er even een moment waarop de wapenstilstand mogelijkerwijs had kunnen worden omgezet in vrede. Helaas werd daar geen gebruik van gemaakt. Een nieuwe oorlog volgde in 1973. Daarna volgden allerlei vredesinitiatieven: de Camp David-akkoorden, de conferentie van Madrid, de Oslo-akkoorden. Allemaal met uiteindelijk hetzelfde resultaat: nog steeds geen vrede.
De opperrabbijn van het Britse Gemenebest, Lord Immanuel Jacobovits, nam zo’n veertig jaar geleden een grote stap om op de een of andere manier een doorbraak te forceren in het stagnerende vredesproces. Hij voorzag dat Israël vroeg of laat met betrekking tot het land dat tijdens de oorlog van 1967 was veroverd concessies zou moeten doen om tot vrede te komen. Concessies die ook gingen over Samaria en Judea, gebieden die voor met name het religieuze blok binnen de zionistische beweging ‘onopgeefbaar’ zouden zijn.
Zijn stellingname kwam Lord Jacobovits op hevige kritiek te staan van talrijke collega-rabbijnen. Maar hij hield voet bij stuk. ‘Vrede gaat boven alles. Vrede betekent het sparen van mensenlevens en het voorkomen van al dat andere ontegenzeglijke leed. Vrede overstijgt altijd ieder stukje land, ook wanneer we dat een religieuze waarde toedichten.’
Was het niet vanwege zijn grootse staat van dienst binnen de Europese Joodse gemeenschap, dan was de man destijds vast en zeker totaal verguist. Maar men wist drommels goed wie deze grootheid was, waardoor hij zich zijn visie kon permitteren. Helaas heeft men ook toen niet naar de vredesstem geluisterd, en nu zijn we weer zoveel decennia verder.
Hoe verder? Wat is inderdaad de volgende stap? Mij lijkt het dat we de helicopterview van professor Sunier nodig hebben om het hele conflict, de som van al die oorlogen, al die ellende van al die jaren, te kunnen overzien. Misschien is er dan ook weer een grote geest die de mensheid een oplossing kan aanreiken.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!

