Het was zondagochtend en we stonden om negen uur in Lititz, een klein stadje in Pennsylvania, een van de swing states bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Er waren een paar duizend mensen naar het vliegveld gekomen voor een rally van Donald Trump. Twee dagen later waren de verkiezingen en al om zes uur waren de eerste bezoekers van de partij. Trump zou pas om tien uur arriveren en hij kwam in de praktijk zelfs nog een uur later. De rij mensen was honderden meters lang en de vele stands met Trump-truien en Trump-vlaggen deden goede zaken.
Wat moet ik ervan zeggen? We hoorden eerst een uur allemaal sprekers uit de rechts-conservatieve hoek, waaronder een kandidaat-senator, een oud-adviseur van Trump en iemand uit de race-wereld. Ze vertelden in essentie allemaal hetzelfde: je kunt tegenwoordig niet meer trots zijn op de VS, terwijl dat vroeger nog wel kon. De socialisten – lees: Joe Biden en Kamala Harris – hebben de VS kapot gemaakt en daarom is elke trots weg, terwijl je als Amerikaan juist fier moet kunnen zijn op je geschiedenis, je cultuur en je vlag.
Oorlogszuchtige taal
Er viel eigenlijk maar één ding op: de openlijk oorlogszuchtige taal die de sprekers uitsloegen richting hun politieke opponenten. Onwillekeurig denk je terug aan de Republikeinse Presidentskandidaat John McCain die ooit bij een rally een vrouw hoorde zeggen dat ze Barack Obama om allerlei duistere redenen niet vertrouwde. McCain pakte de microfoon af, schudde hard met zijn hoofd en zei dat Obama een fatsoenlijke man was waarmee hij politiek van mening verschilde. Waar is de tijd gebleven dat opponenten zo met elkaar omgingen?
In Nederland begrijpen veel mensen niet waarom Donald Trump de Amerikaanse presidentsverkiezingen heeft gewonnen. Zij vinden Kamala Harris beter. Het aantal redenen is nauwelijks te tellen: niet alleen is Harris ervaren genoeg vanwege haar vice-presidentschap, ze is ook gematigder, beter voor de NAVO en Oekraïne, heeft een gematigde economische visie en heeft überhaupt uitgewerkte plannen, waar Trump die vaak niet heeft of niet lijkt te hebben. De lijst voordelen van Harris boven Trump is lang.
Waar is de tijd gebleven dat opponenten zo met elkaar omgingen?
Het is fundamenteler. Trump omringt zich niet alleen door types die zeer vijandig uit de hoek komen, hij roept ook dat de Amerikanen na zijn verkiezing niet meer hoeven te stemmen, heeft mensen opgejut om het Capitool te bestormen, accepteerde de laatste verkiezingsuitslag niet, zegt allerlei politieke tegenstanders te willen vervolgen en riep bijvoorbeeld over zijn Republikeinse tegenstander Liz Cheney dat ze maar eens voor een vuurpeloton zou moeten komen te staan. Nog afgezien van alle ellende van Project 2025.
Beter af?
Het ging er in Lititz niet over, al verspreidde Trump daar wel complottheorieën over gestolen verkiezingen en fraude die nooit is bewezen. Het is bovendien fraude waar we hem niet meer over horen nu hij de verkiezingen heeft gewonnen. Maar zelfs dit was niet het belangrijkste. In Lititz ging het hem maar om één vraag: bent u nu beter af dan vier jaar geleden, toen Trump nog president was? De aanhang wist het antwoord. De economie loopt op papier misschien prima, maar veel Amerikanen merken er in hun portemonnee helemaal niets van.
Voeg daar de illusie aan toe dat Amerika er een stuk beter uitziet als alle illegalen zijn opgepakt en het land uitgezet, en je hebt een klinkende overwinning. Je kunt eindeloos praten over een gebrek aan democratisch besef van de gemiddelde Trump-stemmer, maar hun dagelijkse zorgen zijn reëel en kennelijk is de politieke educatie in de VS niet helemaal wat het moet zijn, to say the least. Dan krijg je vanzelf verkiezingsuitslagen die je liever niet zou zien.
En natuurlijk de vraag: is Nederland een haar beter? Ook hier worden partijen die desinformatie rondpompen, haat verspreiden, politieke tegenstanders uitschelden en openlijk discriminatie bepleiten de grootste. Tegen de tijd dat we dat probleem hier hebben opgelost, is het tijd voor een opgeheven vinger naar de VS, niet eerder.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!