2.9 C
Amsterdam

Bezoek aan de Tempelberg

Lody van de Kamp
Lody van de Kamp
Rabbijn en publicist.

Lees meer

Tot op zekere hoogte is de ‘Joodse’ staat Israël te vergelijken met het Vaticaan. Beide zijn onbekend met het begrip scheiding van kerk en staat, en kennen een religieus gezag. In het Vaticaan is dit de Heilige Stoel, de paus zelf dus. In Israël is het opperrabbinaat de hoogste religieuze autoriteit.

Sinds het uitroepen van de Joodse staat in 1948 heeft het opperrabbinaat veel te zeggen over allerlei joods-religieuze zaken die zowel burger als overheid aangaan. Zo hangen er bij de toegangspoorten tot de Tempelberg borden van het opperrabbinaat met de tekst: ‘Volgens de wet van de Tora is het betreden van de Tempelberg streng verboden vanwege de heiligheid van deze plek.’

Toen het plan van minister van nationale veiligheid Ben-Gvir bekend werd, om als een van zijn eerste ministeriële daden de Tempelberg te betreden, sprak de huidige opperrabbijn van Israël zich hier onmiddellijk publiekelijk tegen uit: ‘Als een minister die de regering van Israël vertegenwoordigt, heeft u zich te houden aan de instructies van het opperrabbinaat dat al heel lang dit verbod van het betreden van de Tempelberg handhaaft.’

De minister heeft de oproep van het opperrabbinaat naast zich neergelegd.

Nu is het negeren van het gezag van rabbijnen op zichzelf niets nieuws in Israël, dat zich nog steeds met veel bombarie een ‘Joodse Staat’ noemt. Of het nu gaat om medisch-ethische kwesties, de vraag wie zich Joods mag noemen of huwelijkswetgeving. De van staatswege benoemde rabbijnen hebben over deze en andere zaken veel te zeggen. En toch wordt hun mening dagelijks door seculiere politici – ook van staatswege – geschoffeerd.

Het negeren van de waarschuwing om de Tempelberg op joods-religieuze gronden niet te betreden, is dus ook niets nieuws. Onder het mom van religieus-zionisme worden steeds meer oude joodse waarden met voeten getreden. Zo menen zionisten dat veel traditionele regelgeving vanwege het huidige geloofsmatige nationalisme niet meer van toepassing is.

Minister Ben-Gvir laat zien dat de zojuist aangetreden regeringscoalitie een volgende stap zet die ertoe leidt dat Israël nog maar als ‘deeltijd joods’ kan worden beschouwd. Tragisch, maar het is niet anders.

‘De minister zet met zijn stappen op de Tempelberg niet alleen de veiligheid van het land op spel’

De minister zet met zijn stappen op de Tempelberg niet alleen de veiligheid van het land op spel. Het specifiek joodse karakter van de staat wordt door dit soort handelen verder aangetast. Het gaat niet alleen om het negeren van waarschuwingsborden bij de Tempelberg of het in de wind slaan van een religieuze vermaning van een rabbijn. Het negeren van de stem van het jodendom in Israël door het openbaar gezag, plaatst grote vraagtekens bij het eeuwenoude recht van de Joodse gemeenschap op het Heilige Land.

Dat recht op het land is enkel en alleen gebaseerd op de stem van het jodendom, die klinkt in de Tora, de G’ddelijke Leer. Zonder dat blijft weinig over voor aanspraak op dat strookje land aan de Middellandse Zee.

Hopelijk gaan de ogen open van de burger die koos voor deze regering, een hutspot van nationalisme, religie en zionisme. En komt opnieuw ruimte voor een waarachtig jodendom dat luistert naar de stem van rabbijnen en broodnodige aandacht heeft voor het vredesproces. Iets wat blijkbaar niet meer op het regeringsprogramma staat en waar Ben-Gvir lak aan lijkt te hebben.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -