5.5 C
Amsterdam

Blijkt de politiek toch geen troetelberenland, zelfs niet met Volt erbij

Chris Aalberts
Chris Aalberts
Journalist en auteur van o.a. ‘De puinhopen van rechts’. Doceert Media & Journalistiek aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Lees meer

De gemeenteraadsverkiezingen staan voor de deur en dan vraag je je af hoe goed partijen hun kandidaten checken. Hebben partijen enig idee wie er bij hen op de lijst staan en de komende jaren voor hen in de gemeenteraad komen? Bij één partij wisten we al dat dat onderzoek niet zoveel voorstelt: GroenLinks. We denken terug aan Deniz Karaman, die in 2018 op de zesde plaats van de Amsterdamse kandidatenlijst stond. Ruimschoots verkiesbaar.

Karaman is alweer een tijdje weg als raadslid. Na nog geen twee jaar stopte hij ermee. Het beviel hem prima samen te werken met andere raadsleden, maar hij had moeite met het benadrukken van verschillen met andere partijen. Hij meldde in een verklaring:

‘Zodra ik in de setting van de ‘politieke arena’ kwam verdween de positieve energie en overheerste er een zwaar gevoel. (…) Verschillen worden daar juist benadrukt met als doel om Amsterdammers te laten zien waar elke partij voor staat. (…) Het vergroten van verschillen is iets dat niet bij mijn persoonlijkheid past.’

Vraagje aan GroenLinks: hoe kun je nou op een kandidatenlijst voor een politiek orgaan gaan staan en denken dat het werk niet zal draaien om het uitvergroten van verschillen? Dan heb je je echt geen seconde verdiept in hoe de politieke cultuur eruitziet, heb je nooit bij de gemeenteraad op de publieke tribune gezeten en heeft GroenLinks daar al helemaal niet naar gevraagd.

Inmiddels blijken de ideeën van Karaman helemaal niet zo raar. Er zit een nieuwe partij in de Tweede Kamer die van deze nogal onrealistische visioenen de kernfilosofie heeft gemaakt: Volt. De partij doet in maart in tien gemeenten mee aan de lokale verkiezingen. De afgelopen weken interviewde ik voor Joop uit elk van die gemeenten de nummer twee. Wat blijkt? Vrijwel al deze kandidaten zeggen dingen die ook Deniz Karaman ooit dacht: dat politiek draait om constructief samenwerken, gezamenlijk oplossingen vinden en vooral niet om verschillen benadrukken.

Volt dweept bijvoorbeeld met het idee van een dagelijkse warme schoollunch voor alle basisschoolkinderen. Met zo’n lunch weten we zeker dat ook kinderen die in armoede opgroeien tenminste een keer per dag goed te eten krijgen. In de wereld van Volt geldt zo’n idee als vernieuwend, constructief, positief en oplossingsgericht. Geen kandidaat komt op het idee dat Volt een miljoenenproject aankondigt dat heel lastig te organiseren valt, waar ontzettend veel geld mee gemoeid is en waarvan velen zullen zeggen: ‘Dat kan de gemeente helemaal niet betalen.’ Zelfs als politici die lunch in theorie ook wel zouden willen.

Lokale Volt-kandidaten zijn inmiddels in lichte paniek, denk ik

Ik vroeg meerdere Volt-kandidaten of ze het verhaal van Deniz Karaman kennen. Ze hadden nog nooit van hem gehoord. Hoe ze de discussies met lokale rechts-populistische fracties, de PVV of Forum voor Democratie voor zich zien? Niemand kon er iets zinnigs over zeggen, terwijl iedere buitenstaander weet wat er gaat gebeuren: die lunches komen er niet, samenwerken wil men vaak niet en Volt moet zich gaan onderscheiden van soortgelijke partijen als D66, GroenLinks en PvdA. Dat zal in de praktijk niet meevallen.

Volt bouwde een partij met het idee dat de politiek helemaal anders moet: positiever en constructiever, niet zo gepolariseerd en vooral gericht op samenwerking. Iedere leek kan zien dat al die lokale kandidaten straks van een koude kermis thuiskomen, als ze met hun schoollunches door rechtse fracties in hun gezicht worden uitgelachen. Dan blijkt dat de partij haar huiswerk niet heeft gedaan en mensen met de verkeerde verwachtingen naar de gemeenteraad heeft gestuurd.

Lokale kandidaten zijn inmiddels in lichte paniek, denk ik. Niet omdat ik ze in deze interviews een andere visie op politiek voorschotelde, maar omdat de landelijke partij – die doet alsof Volt betere en hoogstaandere principes heeft dan de rest – een wespennest blijkt te zijn. Je hoort die kandidaten denken: ‘Zou dat lokaal ook zo gaan?’ Misschien had Volt de eigen politici wat beter moeten voorbereiden op de harde realiteit.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -