Onlangs sloegen de woningcorporaties alarm: de ‘achterstandswijken’ dreigen ‘terug te keren’ met opstapelende problemen van langdurige werkloosheid, psychiatrische patiënten en drugsverslaafden in sociale huurwoningen en nog meer ellende, zoals schulden, voor de have-nots van deze maatschappij.
‘Terug te keren’ – van nooit echt weggeweest, was mijn eerste reactie toen ik de berichtgeving hierover zag voorbijkomen. Hoewel ik in mijn vorige column – over de stadspasfiets van de Gemeente Amsterdam – de armoede relativeerde met zelfspot, draait het natuurlijk om een bloedserieuze situatie die niet gisteren is begonnen.
Dat de armen armer worden en de rijken rijker heeft alles te maken met de afbraak van onze verzorgingsstaat. Die begon al in de jaren tachtig en negentig, toen de PvdA zich ontdeed van haar ideologische veren. Bijna alle kabinetten daarna hebben een strikte bezuinigingsagenda doorgevoerd, met Rutte I, II en III als climax.
De laagste inkomens, waaronder ook werkende armen, houden al jaren simpelweg steeds minder over. Dat wil zeggen: als ze alle stijgende vaste lasten al hebben kunnen betalen, zoals huur, zorgverzekering, de energierekening, belasting – noem allemaal maar op. Alles wordt duurder. Dit, terwijl het zeer moeilijk is om aan een vaste baan te komen of opdrachten binnen te halen als sappelende zzp’er.
Tja, wat doe je dan? Op een houtje bijten, bij je ouders wonen, geen gezin beginnen, de ‘buitenlanders’ de schuld geven op sociale media, enzovoorts. Vooral dat laatste is iets dat ons als land opbreekt.
Er wordt in toenemende mate niet gewezen naar het strenge bezuinigingsbeleid van de afgelopen kabinetten, bijvoorbeeld in de cultuursector, de participatiewet of het omroepenstelsel. Nee, xenofobe elites hebben het over profiterende migranten en vluchtelingen. We zijn gekke Henkie toch niet om Ahmed en Fatima’s uitkering voor de komende twintig jaar te subsidiëren?!
Ook in het gebruik van stereotyperende termen als ‘achterstandswijk’, ‘kwetsbare buurt’ of ‘zwakke buurt’ zie je dit soort nationalistische frames terugkomen. Alleen bij buurten waar veel migranten wonen worden deze termen gebruikt. Wanneer het om autochtone wijken gaat, met exact dezelfde lage inkomensproblematiek, praat men in nostalgische termen als ‘volksbuurten’, of gewoon ‘arbeiderswijken’ en ‘woonwijken’. Zo wordt armoede, bewust of onbewust, onderdeel van de ‘cultuuroorlog’ tussen ‘ons’ en ‘hunnie’.
En om het allemaal nog benauwder te maken: armoede wordt structureel doorgegeven
Maar nogmaals: armoede treft ons allemaal. En het is ontzettend vernederend om armoedig door het leven te gaan, dat je naar woorden moet happen wanneer iemand vraagt: ‘Wat doe jij dan?’ Niks. Helemaal niks. Mensen zonderen zich juist af, om anderen – en zichzelf – maar niet te confronteren met hun shitbestaan.
Ik kan me nog goed herinneren hoe mijn broer en ik lege flessen van de buren hadden gejat voor statiegeld. Toen mijn vader daarachter kwam, gaf hij mijn broer een klap en moest hij de flessen weer inleveren. ‘Geef ik jullie geen geld ofzo, dat je je oog laat vallen op andermans spullen?’, zij hij nog.
Natuurlijk gaf hij geld, maar wat kun je van een failliete kip verwachten? We gingen om de vier of vijf jaar op vakantie. Het geld van zijn uitkering was niet genoeg om bijvoorbeeld naar de McDonalds te gaan met drie jonge kinderen.
En om het allemaal nog benauwder te maken: armoede wordt structureel doorgegeven. Kinderen van wie de ouders werkloos thuiszitten hebben veel meer kans om zelf ook zo te eindigen. Ik kan uit ervaring spreken. Met veel pijn en moeite heb ik me enigszins kunnen ontworstelen, maar hoe zit het met de jongere generaties die geen studiefinanciering meer kunnen aanvragen?
Eén ding is zeker. Op Mark Rutte hoeven zij in ieder geval niet te rekenen.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!