12.1 C
Amsterdam

De stand is 0-1. Damsko loopt achter

Tayfun Balcik
Tayfun Balcik
Journalist en historicus.

Lees meer

‘Van wie is de stad?’, vraagt programmamaakster Amal Alhaag zich af. Ik loop mee met een stadswandeling met ‘stadsmakers van kleur’, die een andere kant van Rotterdam willen laten zien.

Alhaag is onderdeel van Metro54, een collectief jongeren met een migratieachtergrond dat sinds 2016 zijn plek opeist in het rap gentrificerende Rotterdam. ‘In Rotterdam leven de mensen met een migratieachtergrond midden in de stad, in Amsterdam is dat veel meer buiten de ring.’

Metro54 is nu bezig met het project ‘For the Culture’. Hierin staan alledaagse ontmoetingsplekken centraal en de wijze waarop deze plekken bewoners, kunstenaars en activisten in hun denken beïnvloeden. Zo zet producer en dj Cedric Kouame zich af tegen het idee dat je als persoon van kleur twee keer zo hard moet werken. ‘Hij noemt zijn werk ‘Twice Less’’, vertelt Alhaag.

Volgens co-initiatiefneemster Malique Mohamud is de ‘postkoloniale westerse stad’ per definitie meerstemmig en heeft deze meerdere geschiedenissen. Hij wijst naar haarsalon Elaine, recht in het midden van de stad. ‘Dit is erfgoed’.

En ik betrap mezelf op de gedachte: ‘Erfgoed? Hoe kan je zo’n deftig woord plakken aan een kapsalon?’ ‘Dit is een van de eerste haarsalons voor zwarte mensen. Ze bestaan al meer dan 35 jaar en is een archief van onze levens’, maakt hij af.

Een bewoner die haar kind heeft meegenomen is blij met de wandeling: ‘Ze beschrijven exact de gevoelens die ik lange tijd niet heb kunnen verwoorden’. We lopen samen. ‘Ik heb gemengde gevoelens: pijn, verdriet, maar ook positieve dingen. De wijk verandert vlug. Er is minder geweld en ik heb een beter uitzicht. Maar veel mensen moeten weg omdat hun huizen worden gesloopt of omdat ze de huur niet meer kunnen betalen. Daar zit mijn pijn.’

We komen aan bij onze eerste stop. Een wat ouder pand dat wél officieel erkend is als Rotterdams erfgoed. ‘Aktiegroep Het Oude Westen’ bivakkeert hier. Op de derde verdieping wacht de kunstinstallatie van Sharon Jane Dompig op ons.

We banjeren naar boven. Twee video’s worden tegelijkertijd op de muur geprojecteerd. Links gezellige beelden uit Rotterdam, binnen opgenomen bij verschillende ondernemers. En rechts beelden van de reizen die Sharon heeft gemaakt in het buitenland. Ze is acht jaar ‘overal en nergens’ geweest.

‘Waarom ben je teruggekomen?’, provoceer ik. Een beetje overrompeld: ‘Ja, dat is de grote vraag, hè.’ Ze is even stil en zegt: ‘Rotterdam voelt toch als thuis.’ Maar Rotterdam verandert. En ook de initiatieven in dit pand worden bedreigd vanwege kortingen op de gemeentesubsidie. We wandelen door.

Onze tweede stop is bij ‘Krachtvrouwen Oude Westen’. De ruimte waar Amina Ali Hussein al jaren dienstdoet als kleermaker / sleutelfiguur / gemeenschapsleider / bosslady en nog veel meer. ‘Zij is de moeder van deze buurt’, zegt een klant die haar trouwjurk komt ophalen. Amina is achttien jaar geleden uit Somalië gekomen en is een trotse Rotterdammer: ‘Rotterdam heeft ons veel gegeven, en wij proberen wat terug te doen.’

‘Het leven in Nederland voelde voor mij als een openluchtgevangenis’

We lopen door naar museum Het Nieuwe Instituut, waar straks ‘For the Culture’ officieel wordt ingeluid met een bonte stoet aan sprekers. Wanneer alles gereed is trapt Alhaag de avond af. Ik maak nogmaals kennis met de woorden die de strijd van deze nieuwe generatie jongeren adequaat typeert.

Het gaat om ‘manoeuvreren’ in culturen die mensen niet kennen, de ‘tussenruimtes’ die ‘archieven’ zijn van onzichtbare levens. ‘Misschien lopen hier de nieuwe filosofen rond,’ merkt Alhaag afrondend op.

Mohamud, die daarna op het podium klimt, vult haar betoog aan: ‘Het is belangrijk om deze ruimtes uit te lichten. Het impliciete expliciet maken bij ruimtes die vastzitten in informaliteit.’ Taal is daarbij een middel. Taalcreatie ook. ‘In een tijd dat we worden gereduceerd tot ‘trouwstoet’, ‘bontkraagjongeren’ en ‘roti-kip’ gebruiken we de taal om het Rotterdammerschap opnieuw te definiëren’, zegt hij.

Wat met name een beklemmend gevoel geeft is het ‘vastzitten in informaliteit’, waarmee bedoeld wordt dat de niet-westerse cultuur niet erkend wordt: een koloniale status-quo. Zelfstandig onderzoeker Egbert Alejandro Martina heeft als medewerker van een woningbouwvereniging ‘racisme bij stadsplanning’ van dichtbij meegemaakt. En segregatie is onderdeel van dat beleid, stelt hij.

‘Mensen worden de buurt uitgejaagd, omdat huizen op zo’n manier zijn ingericht dat niet-westerse mensen daar niet willen wonen. Zo worden vele huizen, verkamerd – gesplit in studio’s – waardoor gezinnen die huizen niet nemen. Ze verzetten zich, maar het is alsof je vecht tegen de bierkaai.’

Maar is er dan geen oplossing? Martina wil dat mensen het gesprek aangaan met architecten en stadsplanners. ‘Je moet het zien als een oorlog door mensen die jou niet als onderdeel van hun manier van leven zien.’

Uit de zaal wordt gereageerd: ‘Hoe krijg je de wijk mee?’ Marine vindt dat je moet ‘connecten’ met de dagelijkse behoefte van de mensen in de wijk. Voor hemzelf was muziek een uitweg. Hij zat ook ‘vast in informaliteit’, zoals velen. ‘Het leven in Nederland voelde voor mij als een openluchtgevangenis. En via muziek hebben we in de ruimtes die we ter beschikking hadden onze cultuur en denken gevormd.’

Martina’s woorden komen aan. Oorlog, gevangenis. Je wordt er niet vrolijk van. Maar de avond eindigt niet in mineur. Daar is het werk van de Britse kunstenares Zeinab Salah te interessant voor. Als een onvervalst stukje ‘muslim sisterhood’ digitaliseert zij oude trouwcassettes. ‘Wie anders gaat dit doen?’, zegt ze vastbesloten.

We zien beelden van dansende mensen op hun mooist, gecoverd met liefdesnummers. Het is een manier, een expressievorm van een gemeenschap die – onder een aanhoudende shitstorm van dagelijkse islamofobie – zichzelf staande houdt en terugvecht. Salah: ‘We are carving out the spaces for ourselves, that is what keeps us going on.’

What just happened?’, vroeg ik mij af, terwijl ik in de trein zat, terug naar Amsterdam. Wie zijn deze mensen, hoe komen ze aan hun vocabulaire? ‘For the Culture’ is een cultuurschok. Nieuw en ontregelend. Een ruimte van kruisbestuiving. Een plek van inspiratie. En mogelijk gemaakt door filosofen van kleur. Prachtig om te zien.

De stand is 0-1. Damsko loopt achter.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -