Ik accepteerde de aanvraag toch, omdat ik het juist belangrijk vind om mijn mening te laten horen in een kring die het absoluut niet met mij eens is. Ik heb wel diep nagedacht wat ik De Telegraaf-lezer wilde vertellen. Ik dacht: hoe kan ik de Tegraaf-lezer de populariteit van Erdogan onder Turkse Nederlanders uitleggen? Welke politieke figuur komt in Nederland bij hem in de buurt? En zeg nu zelf, van alle Nederlandse politieke leiders komt Wilders toch echt het dichtst bij hem in de buurt. Ze zijn beiden populisten, goed in one-liners, waarbij zij elke actuele gebeurtenis uitleggen als een bewijs voor hun gelijk. Ze leiden beiden hun partij met strakke hand en dulden geen tegenspraak of iemand naast hen. Ze spelen beiden de nationalistische kaart waarbij steeds een andere minderheidsgroep als potentieel gevaar voor de natie wordt afgeschilderd, maar een nog belangrijkere overeenkomst is dat zij beiden zeggen de gewone man te vertegenwoordigen die door de elite wordt geminacht.
In Turkije was dat ooit de seculiere politieke elite die neerkeek op de religieuze plattelandsbevolking. De partij van Erdogan, de AKP, maakte daar een eind aan. Maar wellicht nog belangrijker is de psychologisch component. Erdogan herstelt voor veel Turkse Nederlanders, precies zoals Wilders voor veel autochtone Nederlanders, hun trots. Voor de Turkse Nederlanders de trots dat Erdogan toch maar mooi Merkel en Rutte bedelend op de knietjes krijgt. Trots dat Turkije nee kan zeggen tegen Europa en sterk genoeg is om ”zijn eigen weg” te gaan. Het is het soort gevoel dat los komt als Turkije met voetbal Nederland verslaat in Konya en naar het EK gaat en Nederland niet. Zo’n gevoel gaat veel dieper dan de sympathie voor een partijprogramma. Datzelfde gevoel geeft Wilders ook aan veel autochtone Nederlanders. Hij zegt: je mag weer trots zijn op Nederland. Wij moeten trots zijn om Nederlander te zijn en wij gaan daarom onze eigen weg en wij willen niet dat Europa ons vertelt wat wij moeten doen.
De journalist van De Telegraaf, Silvan Schoonhoven, luisterde oprecht geïnteresseerd naar mijn betoog. Je hoorde zijn brein knarsen. ”Interessant”, zei hij meermaals. Maar zoals je al kunt raden wilde De Telegraaf mijn analyse natuurlijk helemaal niet plaatsen. Daar zit De Telegraaf-lezer namelijk helemaal niet op te wachten. What was I thinking?
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!