Als je als jonge onderzoeker wilt weten hoe de ballen rollen in de grote steden, dan raad ik je aan om een dag in het weekend rond te hangen bij sportcentra waar wordt gevoetbald. Dan heb ik het niet over de voetbalstrategie of kunstjes die de ploegen elke week tentoonspreiden, maar over de rotsvaste etnische structuren die het voetbal in de grote steden kenmerken. Fascinerend om te zien. Maar helaas ook om mismoedig van te worden.
Sinds ik weer aan het voetballen ben, na een jaar uit de roulatie te zijn geweest vanwege een liesbreuk en kniebandscheur, valt het me nogmaals op dat er weinig is veranderd. Eigenlijk al sinds de puberjaren niet. Je kan er de klok op gelijk zetten: om de twee uur wisselen nagenoeg geheel witte, Turkse, Marokkaanse en zwarte teams elkaar af. Je hebt altijd wel één of twee ‘verdwaalde’ Turken of Marokkanen in overwegend witte, Marokkaanse of Turkse teams, maar dat zijn dus uitzonderingen op de regel. Is dit een probleem? Ja en nee. Laten we eerst met nee beginnen.
Voetbal is iets wat je in je vrije tijd doet. Het wordt op zijn beloop georganiseerd via sociale netwerken die al bestaan. En die zijn nou eenmaal gesegregeerd in Nederland. Dat er dan iemand zit mee te kijken, die telkens zegt: ‘Je mist witte of zwarte mensen in de teams’, is een beetje too much voor mensen die gewoon een potje voetbal wil spelen. En daar draait het hoofdzakelijk ook om.
Voetbal, of sport in het algemeen, is het moment wanneer je los bent van alle dagelijkse beslommeringen en heerlijk tekeer kan gaan op de bal – niet te verwarren met de man, wat overigens ook vaak genoeg gebeurt. Voetbal is soms de ultieme gelijkmaker. De fokker van de tegenpartij kan dan wel een ton per jaar verdienen, maar het doet de werkloze sloeber goed dat hij hem vierkant dolt en alle hoeken van de zaal laat zien.
Hoe je het ook wendt of keert, segregatie blijft verkeerd.
Voor eventjes dan. Want in de kleedkamer kan de dagelijkse realiteit van ongelijkheid je hard treffen. Terwijl de een zich klaarmaakt voor werk of zijn gezin die hij kan bekostigen, gaan anderen weer terug naar het onzekere, eenzame en vernederende bestaan van de uitkering. En juist dit punt, dat mensen uit verschillende economische milieus bij elkaar komen en hier en daar informatie uitwisselen, kan een uitweg bieden qua contacten en inspiratie, naast alle plezier die het sporten met zich meebrengt.
En juist daarom zijn etnisch homogene teams problematisch. De sociale en humaniserende component van sport, die o-zo-vaak ontbreekt in de verhoudingen tussen groepen, vindt nooit plaats. Dit terwijl er een enorme cementwerking van kan uitgaan in maatschappelijke zin. Sowieso alleen al vanwege het contact: je moet samenwerken om (letterlijk) doelen te bereiken Daarvoor is communicatie onmisbaar.
En inderdaad, af en toe maak je ook keihard ruzie vanwege foute keuzes. Dan komt het neer op het managen van je gevoelens, emoties beheersen en kijken hoe je de volgende keer omgaat met uit frustratie gemaakte opmerkingen. Zo heb ik zelf een keer iemand religieus geprofileerd, omdat ik vond dat hij vals speelde: ‘En jij noemt jezelf moslim?’. Boos verliet ik het veld om schuldbewust te douchen. Uiteindelijk kwam ik terug en bood mijn excuses aan.
Het is misschien een te hoge verwachting of symptoombestrijding. Want begint de aanpak van segregatie bij voetbal, of is segregatie in de sport een logisch gevolg van de maatschappelijke apartheid waarin we leven? Hoe je het ook wendt of keert, segregatie blijft verkeerd. Moet ik dan stoppen met voetballen bij mijn Turkse matties? Nou, daarvoor smaakt het spel me te zoet. Maar ik houd me wel aanbevolen om andere teams ‘op te kleuren’. Betaald uiteraard. Want Tayfinho in actie, psss, die wil je niet missen.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!