Voor het eerst in mijn leven ben ik gevraagd om tijdens de Dodenherdenking op 4 mei een lezing te geven. Hopelijk wordt het niet gelijk de laatste keer na deze column. De introductietekst van het evenement ‘Verbonden Geschiedenis’ in de openbare bibliotheek Slotermeer in Amsterdam Nieuw-West:
‘Onze etnisch diverse samenleving is een direct gevolg van een lange verbonden geschiedenis. Door geschiedenissen uit te wisselen leren we elkaar kennen. Op 4 mei luisteren we naar de verhalen van de Sinti, Roma & Reiziger, de Marokkaanse, de Turkse en de Indische gemeenschap in Nederland. We herdenken slachtoffers van oorlog en geweld. We reflecteren op vrijheid. We herpositioneren onszelf ten opzichte van ons verleden en kijken naar een gezamenlijke toekomst met erkenning en waardering voor de ander. We herdenken collectief en inclusief.’
‘Ik wil graag een inclusief praatje houden over de Tweede Wereldoorlog’, zei ik tegen gemeente, ‘maar wat ik wil vertellen, is niet per se wat witte en Turkse Nederlanders willen horen’. Daarmee had ik de aandacht gelijk te pakken en vertelde mijn persoonlijke verhaal -van Turkse nationalist naar vredesactivist – en de dialoog met Koerden, Armeniërs en alevieten. Maar hoe kan ik dit Turkse verhaal nou integreren met de Tweede Wereldoorlog?
Via de Holocaust uiteraard. In 1915 tijdens de Eerste Wereldoorlog – waar de Tweede uit is voortgekomen, Verbonden Geschiedenis! – was er namelijk nóg een holocaust . Op de Ottomaanse Armeniërs en Assyriërs. Meer dan anderhalf miljoen christenen zijn toen systematisch uitgeroeid door het Jong-Turkse regime, net als de Joden, Roma en Sinti tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Er zijn genocide-wetenschappers die beweren dat deze vergelijking aan ‘de uniciteit van de Holocaust’ tornt. Integendeel: ze liggen in elkaars verlengde. De geschiedenis van de Armeense Genocide en die van de Holocaust zijn onmiskenbaar verbonden, namelijk in het leed van de slachtoffers die vanwege hun afkomst en religie zijn vermoord. Iets dat niet één of twee keer in de wereldgeschiedenis heeft plaatsgevonden, maar aan de lopende band.
Zomaar een greep uit de miljoenen onschuldige mensen die genocidaal zijn vermoord: de Herero en Nama in Duits Zuidwest-Afrika, de Oekraïense boeren die door Stalin bewust werden doodgehongerd tijdens de Holodomor, de communisten in Indonesië door Soeharto, de stedelingen in Cambodja door de Rode Khmer, de Koerden in Noord-Irak door Saddam Hoessein, de Tutsi’s in Rwanda door de Hutu’s, de moslims in Bosnië door nationalistische Serviërs, de soennieten in oppositiegebieden door het Assad-regime, de Yezidi’s in Irak door IS en de Rohingya-moslims, die werden vermoord en op de vlucht gedreven door Myanmar.
Bovenstaande lijst is niet eens compleet. En inderdaad: elke genocide heeft een uniek karakter, zoals de Holocaust met de grote letter ‘H’. Maar de overeenkomsten van weerloze burgers die op een industriële schaal zijn vermoord – niet om wat ze deden, maar vanwege hun ‘verkeerde identiteit’ – zijn groter en rechtvaardigen het om herdacht te worden.
‘Moet dat nou op 4 mei?!’, kun je boos tegenwerpen. Het lijkt mij uiteraard waardig dat elke genocide een eigen datum krijgt. Maar op 4 mei hoeft het niet alleen maar over de Tweede Wereldoorlog te gaan. Al helemaal niet omdat we op 4 mei ook alle veteranen herdenken, die juist zelf misdaden op hun kerfstok hebben in Indonesië, Irak en Afghanistan.
Op 4 mei hoeft het niet alleen maar over de Tweede Wereldoorlog te gaan
Een ware inclusieve herdenking moet soms wel schuren. Daarom stel ik voor om Nederlandse veteranen van de oorlog in Indonesië en andere imperialistische conflicten van de Dodenherdenking te schrappen, of hen tenminste niet te eren zoals het nu wel gebeurt. We moeten deze conflicten juist zien als een fout die we niet meer mogen herhalen.
In de ruimte die overblijft op 4 mei, zou ik jaarlijks een andere genocide kort naast de Holocaust herdenken. Puur om te laten zien dat deze vernietiging niet alleen onder het naziregime heeft plaatsgevonden, maar ook op andere plekken.
Misschien kan dat volgend jaar al gebeuren, in 2023 wanneer het honderdjarige bestaan van de Turkse Republiek uitbundig zal worden gevierd. Turkse Nederlanders zouden op 24 april (de jaarlijkse Armeense Genocide-herdenking), maar dus ook op 4 mei en 30 augustus (‘Dag van de Overwinning op de Grieken’) een signaal kunnen afgeven dat ze mijlenver verwijderd zijn van de nationalistische herinneringscultuur in Turkije, door ook hun Armeense, Assyrische, Griekse en Koerdische broeders te herdenken die zijn vermoord om Turks-nationalistische motieven. Als onze witte broeders in Nederland daar ook klaar voor zijn, dan.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!