‘Geen kwaad woord over de doden’, dat is waarschijnlijk wat Sander van Walsum van de Volkskrant dacht toen hij een opgepoetst in memoriam schreef over de overleden kardinaal Adrianus Johannes Simonis. God hebbe zijn ziel, maar dat gaat zomaar niet. Als historici ‘onder mekaar’ lijkt het mij belangrijk het verleden in al haar naakte werkelijkheid te laten zien. Hoewel dat onmogelijk is, moet dat streven er wel zijn. Daar ontbreekt het nu dus aan in het te vriendelijke Volkskrant-artikel.
Zo benoemt Van Walsum de reputatie van Simonis als ‘hardvochtige kerkvader’, maar waaruit dat blijkt wordt niet verder ingevuld (hij was uitgesproken tegenstander van homoseksualiteit en feminisme). Het wordt in omfloerste termen gebracht: ‘Zeker Simonis eerbiedigde de dogma’s van Rome en de hiërarchische verhoudingen binnen de kerk. Maar in persoonlijke gesprekken, ook met dissidente geloofsgenoten, wist hij met zijn minzaamheid tegenstellingen te overbruggen.’
Ook wordt de doofpotaffaire met betrekking tot de misbruikschandaal in de katholieke kerk, waarover Simonis bij Pauw en Witteman ‘Wir haben es nicht gewusst’ zei, gereduceerd tot ‘een uiterst ongelukkige uitspraak’. Ja, ja. En de ‘ongelukkig’ verwoeste levens van kinderen in donkere kamers, denk ik dan.
Het softe beeld over Simonis was ook om twee andere redenen opvallend. Namelijk: de katholieke kerk in Nederland en moslims.
Om met het eerste punt te beginnen: er is op Nederlands grondgebied een geheel kerkelijk apparaat, waarvan ‘de hogere broeders’ door Rome worden benoemd, en die er zeer conservatieve ideeën op nahouden. Dit klinkt als, lijkt op en ruikt heel erg naar Diyanet-achtige praktijken van een lange arm, maar de ophef hierover ontbreekt. Nu kan je daar tegenin brengen dat dat al in de negentiende eeuw is gebeurd, met de populistische Aprilbeweging die zich keerde tegen het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie. Maar toch, het zou meegenomen kunnen worden in de Parlementaire commissie voor ongewenste beïnvloeding uit het buitenland.
Het volgende punt, waar ook niks over gezegd werd in de Volkskrant, is gevoeliger. In 2007 werd mijn zondagsrust namelijk gruwelijk verstoord door een uitzending van Buitenhof waar Simonis te gast was.
Elke keer als ik de naam Simonis hoor vallen, denk ik aan dat moment in 2007 toen hij Nederlandse moslims van zich afduwde
‘Het godsbegrip is totaal anders bij moslims dan bij ons’, zei de kardinaal. Ik zette het geluid wat harder. Het gesprek met Rob Trip, die nu trouwens bij het NOS Journaal zit – wat een kleine wereld – ging vooral over wat Wilders allemaal weer had uitgekotst en dat hij in het Zuiden van het land, waar veel katholieken wonen, veel aanhang heeft. Kan een katholiek dat allemaal wel in overeenstemming brengen met zijn of haar geweten? Hoewel Simonis stelling nam tegen de ‘verruwing’ en ‘verbaal geweld’ in de maatschappij, zei hij even later het volgende:
‘Ik blijf het altijd zeggen: uiteindelijk is de moslimgodsdienst, hoeveel respect ik er ook over heb, wezensvreemd aan onze cultuur.’
Daar was Trip even stil van, en reageert: ‘Dat is wel hard eigenlijk wat u zegt’. En of het hard was. Thuis zat ik te koken van woede. En had die uitspraak een bijzonder vervreemdend effect op mij. Elke keer als ik de naam Simonis hoor vallen, denk ik aan dat moment in 2007 toen hij Nederlandse moslims van zich afduwde.
Maar goed, gedane zaken nemen geen keer. En al mag Simonis de moslimgodsdienst als wezensvreemd aan onze cultuur hebben beoordeeld, de dood komt voor ons allemaal. En daar zullen we elkaar weer treffen, Simonis. Of niet.
Rust in vrede, broeder.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!