19.9 C
Amsterdam

Eindelijk echt vader

Tayfun Balcik
Tayfun Balcik
Historicus en journalist.

Lees meer

De laatste keer dat ik ‘vader Tayfun’ werd genoemd, was op de schoolbankjes, toen ik daar zat met een donzige, maar wel al volgroeide snor, die ik allang had moeten scheren. Vanaf 3 havo, toen de belhamels en pestkoppen van de brugklas en de tweede het pand al hadden verlaten, was ik een beetje de Turkse burgemeester van de klas geworden. Leraren zetten mij soms in om de orde te herstellen in de klas. Daarna kon ik met mijn witte docenten weer onderhandelen over de cijfers. ‘Hoezo gaat er een half punt af bij zo’n minuscuul streepje (een apostrof bij Frans)?’, kan ik me nog horen zeggen tegen onze jonge docente Frans, waar alle jongens op school het over hadden.

Toen ik zulke fratsen uithaalde bij mijn Surinaams-Nederlandse docente Engels, woog ze me eens van top tot teen en zei keihard: ‘Wat zie jij er eigenlijk woest uit? Ga zitten.’ De klas proestte het uit en ik lachte maar mee. Het was een mooie, harmonieuze tijd op het Hervormd Lyceum West. De naam van de school herinnert aan de tijd dat Nieuw-West als administratieve benaming nog niet bestond.

Vijfentwintig jaar later ben ik dan eindelijk echt vader geworden. Véél te laat, en niet alleen naar Turkse maatstaven. De gemiddelde leeftijd voor mannen in Nederland is ongeveer 33 jaar. Hoewel ik lange tijd geen kinderen wilde en ook niet wilde trouwen, was ik met mijn allochtonenbestaan er simpelweg economisch niet klaar voor. De bovenbouw (het verstand, de cultuur) rationaliseert vaak de toestand van wat vanuit de onderbouw (de materiële en economische basis) mogelijk is. Zo had de goede oude Karl Marx al gedetermineerd. Deze theorie werd voor mij het vaakst bevestigd door topvoetballers die al op jonge leeftijd trouwden en kinderen kregen. Tja, ze hebben genoeg geld en zijn volledig gefocust op hun carrière. Een stabiele basis is fundamenteel voor voortplanting.

Met de toenemende ongelijkheid in ons land zullen er vast veel Nederlanders zijn met gefrustreerde of uitgestelde kinderwensen. Het is immers een duur grapje om ouder te worden. Je moet ten eerste een partner vinden. Dat kost geld. Daarna een woning, hetgeen inmiddels een luxeproduct is geworden. En wil je in een ziekenhuis je kind baren, dan moet je honderden euro’s neerleggen, als het niet medisch is. En dan heb ik alle kosten voor de baby-uitzet (waarvan mijn vrouw vindt dat ik daar niet voldoende aan heb bijgedragen), poepluiers en kunstvoeding nog niet genoemd.

‘Weg is mijn jeugd’, denk ik bij het trimmen van mijn baard

‘Als je zo denkt, dan word je gek, Tayfun’, zei mijn moeder onlangs nog tegen me. En inderdaad, je moet je ook mentaal voorbereiden. Al helemaal als je bijna je hele leven op overlevingsstand hebt gestaan. Het is een transitie die ik alleen kan rationaliseren door naar mijn verouderde, kale kop te kijken in de spiegel. ‘Weg is mijn jeugd’, denk ik bij het trimmen van mijn baard, die meer grijs is dan zwart. ‘Nieuw leven vervangt het oude’, wanneer ik met een scheermes mijn hoofd kaalscheer om de haargrens zo onzichtbaar mogelijk te maken.

‘Wie hou je voor de gek’, zeg ik tegen mezelf, ‘nu is het tijd om geleefd te worden’. En dat is alsof een denderende trein langzaam tot stilstand komt tijdens de zwangerschap. De geboorte is sowieso een moment van ontsporing. Alle pogingen daarna om het oude leven weer op te pakken, ‘weer op de rails te komen’, zoals dat dan heet, worden door het gekrijs van een derde persoon in de kiem gesmoord. Langzaam dringt het besef door dat er met de geboorte een geheel nieuwe spoorlijn is aangelegd met tientallen tussenstations, waar de trein voor korte en lange stops zal blijven staan. Terug kan niet meer. Je gaat door. Gezamenlijk, en hopelijk zonder een T-splitsing, die je een klein, onschuldig kind nooit wil aandoen.

Maar wat als je nooit met vlinders in je buik wakker wordt? Liefde voor je kind is niet te rationaliseren. Het moet gevoeld worden. Dat gebeurde enkele dagen terug eigenlijk voor het eerst, meer dan twee weken na de geboorte. ‘Hoe kan je er niet zijn voor het leven dat jij op aarde hebt gebracht?’, zei een jonge Brits-Jamaicaanse vader bij de vaderschapsgesprekken, die ik vorig jaar met Aminata Cairo en anderen heb gefaciliteerd. Ik kreeg er toen traantjes van. Het bleek achteraf een lange, pijnlijke aanloop naar het vaderschap, met veel masculiene tirades onderweg. Ik weet alleen één ding: vaders én moeders kunnen dit niet alleen. It takes a whole village to raise a child, besef ik nu nog meer dan ooit. Alleen, in wat voor dorp moet Evin Ayla, mijn dochter, straks opgroeien? Ik hoop niet in de gesegregeerde wijken waar haar vader en moeder zijn opgegroeid. Ze is in ieder geval geboren op de dag dat het kabinet-Schoof viel. Een goed begin is het halve werk.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -