Afwijken van de waarheid is echt niet iets van alleen maar een minister-president. De Thora, de Bijbel, kent een prachtig voorbeeld van waar zelfs de Allerhoogste ervoor kiest om van de feiten af te wijken om daarmee een hoger belang te dienen.
Aartsvader Abraham, of Ibrahim als u dat prefereert, – het verhaal staat immers ook in de Koran – ontvangt bezoek van een engel met een bijzondere boodschap: ‘Volgend jaar krijgt jouw vrouw Sara een zoon’.
Sara die net als Abraham al op hoge leeftijd is, luistert uit de verte wat de engel te vertellen heeft, lacht en zegt tegen zichzelf. ‘Ik een zoon? Mijn man is al zo oud’.
G’d spreekt Abraham op deze woorden van zijn vrouw aan en vraagt: ‘Waarom lacht Sara en zegt zij dat zij te oud is om te baren?’
Zo staat het letterlijk in de tekst. Sara vraagt zich bij het horen van de boodschap af hoe haar man haar nog een kind kan schenken. Maar de Eeuwige verdraait Sara’s woorden en ‘citeert’ haar: ‘Ben ík zelf niet te oud om nog een kind te krijgen?’
De Eeuwige maakt er iets moois van, door te zeggen dat Sara het heeft over haar eigen ouderdom, over zichzelf en niet over de ouderdom van Abraham. Het overbrengen van de letterlijke woorden van Sara zou alleen maar frictie geven tussen de twee huwelijkspartners op leeftijd. ‘Kom nou, wie is te oud om kinderen te krijgen. Jij of ik?’
G’d kiest er ter wille van de vrede voor om dan toch maar Sara’s woorden iets te verdraaien. In een goed huwelijk stookt Hij niet. Zelfs ten koste van de waarheid.
Ook voor de Eeuwige is de waarheid een hoogstaand goed. Maar: er bestaan soms toch hogere waarden dan sec de waarheid.
In een goed huwelijk stookt Hij niet. Zelfs ten koste van de waarheid
Deze bovenstaande passage uit onze Joodse bronnen vormt de basis voor het toepassen van de wetgeving daar waar het om het begrip ‘waarheid’ en om ‘feiten’ gaat. Er bestaan situaties waarbij het verdraaien van de waarheid boven de waarheid zelf gaat. Of een andere keer wordt gekozen voor het verhullen of zelfs het verzwijgen van de waarheid.
In de Joodse jurisprudentie van zo’n tweehonderd jaar geleden komt een zaak voor van een ingewikkelde gezinskwestie. Door overspel van een van de huwelijkspartners ontstond in een gezin een situatie die het noodzakelijk maakte de familieleden te informeren over de verschrikkelijke dingen die zich hebben voorgedaan:
‘Toch’, concluderen de Schriftgeleerden, ‘zal de schaamte en morele schade voor de familieleden, onder wie de kinderen, zo groot zijn, dat het maar beter is om de zwijgplicht te bewaren. Gewoon niets vertellen’. De waarheid wordt verhuld.
De Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter Bevordering van de Geneeskunst, de beroepsgroep van medici, heeft haar leden een aantal jaren geleden het volgende voorbeeld voorgelegd:
Een huisarts hoort dat een patiënt veel kritiek heeft op de samenleving. De man is ervan overtuigd dat hij ‘in actie moet komen’ als niemand anders iets doet, zo vertrouwt hij zijn arts toe. Bij een huisbezoek bij de man ziet de dokter boeken en spullen die er op wijzen dat de jongen best eens tot een terroristische daad over zou kunnen gaan. De arts twijfelt of hij de politie zal inschakelen.
Dit voorbeeld geeft aanleiding tot discussie. Zal de patiënt de arts nog wel in vertrouwen durven nemen als de zwijgplicht niet langer absoluut is?
En dan is er nog die casus van de dokter die zich afvraagt of het vertellen van de waarheid over het ziekteverloop aan een ernstig zieke patiënt niet nog meer schade aanricht dan wanneer de situatie, tegen de waarheid in, toch nog wat positiever wordt geschetst.
Of vergelijkbare zwaarwegende argumenten om zo met onwaarheden om te gaan van toepassing waren tijdens de recente debatten op het Binnenhof? Daarover buigen de Kamerleden zich nu. Feit is wel dat er toch echt iets hogers kan zijn dan de waarheid zelf.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!