Met de verkiezingszege van Erdogan heeft de Turkse kiezer een bijzonder slecht signaal afgegeven aan alle andere autocraten: intimidatie en dreigen met chaos loont. Zelfs in een democratisch stelsel kun je een kiezersmeerderheid naar je hand zetten. Erdogan heeft geprofiteerd van de grotendeels door hemzelf met dat doel gecreëerde instabiliteit. Het moedwillig ontwrichten van een vredesproces, vergaande corruptie en grootheidswaan, de vervolging van onwelgevallige journalisten wegens ”belediging van het staatshoofd”, ontslag voor rechters die niet gewillig aan de regeringsagenda meewerken, vormen voor een grote verkiezingszege kennelijk geen belemmering.
De president hoeft zijn Poetin-achtige ambities niet meer in de ijskast te parkeren, integendeel. Zijn machtsmisbruik en ondermijning van de rechtstaat blijven onbestraft. Zijn appelleren aan de noodzaak van ”orde” heeft gewerkt. De behoefte aan een sterke man zit kennelijk te diep om voor het moment de Turkse democratie echt inhoud te kunnen geven: democratie niet als een middel waarmee de meerderheid de minderheid haar wil oplegt, maar als een stelsel waarin de meerderheid juist aan de minderheid veel vrijheid laat, ook in het bewustzijn dat zij straks zélf in de minderheid zou kunnen zijn.
Ofwel is de AKP-kiezer als gevolg van het bijna-mediamonopolie van Erdogan alle de door de AKP opgediste leugens gaan geloven, of het laat hem koud. Wat erger is, valt moeilijk te bepalen voor de democratische mentaliteit van de kiezer het laatste, voor zijn vermogen tot zelfstandige oordeelvorming het eerste. Het blijft verontrustend, hoeveel in de EU woonachtige Turken op de AKP hebben gestemd. Zij hebben immers wél toegang tot pluriforme media om zich een evenwichtig beeld van de werkelijkheid te vormen.
Sluiten ook veel Turks-Nederlandse AKP-kiezers zich daarvoor af? Laten zij zich door de grootspraak van Erdogan meevoeren? Laat het lot van de Turken in Turkije zelf, waarvan de niet-AKP-stemmende helft nu nog verdere inperking van haar vrijheid wacht, koud? Of menen zij dat vrijheid slechts toekomt aan hen die Erdogan steunen en alle anderen eigenlijk landverraders zijn?
Dat is in heel veel landen buiten Europa het probleem, waar men het Angelsaksische electorale systeem van The winner takes all kopieert, maar zonder de erbij horende onafhankelijke instituties, terwijl ook de civil society onvoldoende ontwikkeld is om bij machtsmisbruik echt tegenspel te bieden. The winner takes all betekent dan al snel dat de winnaar inderdaad alles neemt, en zijn kiezersmandaat van een (hoe krappe ook) meerderheid als een vrijbrief opvat om de rechtstaat opzij te schuiven, onder het motto: het volk heeft mij gekozen, dus ik mag nu namens het volk met de staat doen wat ik wil.
Met Erdogan s zege is ook Turkije, in navolging van het door hem in dit opzicht als voorbeeldig bewonderde Rusland van Poetin, weer een stapje die foute weg opgegaan. Na een klein half jaar is het bij de vorige verkiezingen afgedwongen experiment van een democratie waarin de politieke concurrent niet vervolgd, maar tot samenwerking wordt uitgenodigd, weer ten einde. Met de AKP nu dus voor 17 jaar aan de macht, dreigt Turkije in een eenpartijstaat te veranderen.
Wat betekent dit nu voor de relatie met de EU? Nu net is eindelijk de inhoud van een vrij vernietigend rapport over de ontwikkelingen op rechtstatelijk gebied in Turkije bekend geworden, waarvan de openbaarmaking bewust door Brussel tot na de verkiezingen was uitgesteld. Was dit om Erdogan niet voor het hoofd te stoten, die men vanwege de vluchtelingencrisis getuige de ommezwaai van Merkel met haar hals-over-kop-bezoek aan Ankara plots zo hard nodig had dat men, op papier althans, aan al zijn eisen toegaf? Door de noodzaak van een Europese bijdrage aan de Turkse opvang en van Europese samenwerking met Turkije bij de aanpak van het Syrische conflict in een soort van koehandel te vermengen met het Europese visabeleid en de toetredingsonderhandelingen, heeft Brussel zich voor de toekomst veel ellende op de hals gehaald.
Want uiteraard kan er geen sprake van zijn dat een land met een regering die opereert als die van Erdogan , serieus kans maakt op een EU-lidmaatschap. Men kan natuurlijk voor de vorm allerlei onderhandelingen beginnen praten is ook beter dan schieten maar er zal, om die inhoudelijk ook maar enigszins zinvol (om te zwijgen van kansrijk) te maken, eerst fundamenteel én duurzaam het nodige in Turkije zelf ten goede moeten veranderen. Nu gaat het juist precies de foute kant op, en gezien Erdogan s presidentiële ambities en zijn niet voor enige tegenspraak vatbare karakter gaat het dat de komende tijd vast nog meer.
Niet alleen fundamenteel, maar ook duurzaam ja: het moet niet mogelijk zijn om positieve stappen weer even in hun tegendeel te doen verkeren, als de uitkomst de machthebbers onwelgevallig is. Dat hebben we, juist ook met Erdogan , in het verleden al te vaak gezien. Zeker als een EU-lidmaatschap echt serieus ter tafel mocht komen, moet de onomkeerbaarheid gegarandeerd zijn. Dat vergt ook een andere mentaliteit onder de Turkse kiezers dan waarvan de helft hunner afgelopen zondag blijk gegeven heeft.
Kan Brussel niet van die onomkeerbaarheid aan, dan hebben we straks een kopie van het huidige probleem met de autoritaire Hongaarse premier Orban. Alleen dan wat om te managen al moeizaam genoeg is niet met een middelklein maar zeer groot land.
Thomas von der Dunk is publicist en cultuurhistoricus.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!