Toen ik twee jaar geleden als gasthoogleraar in New York woonde kocht ik het boek How children succeed: grit, curiousity and the hidden power of character. In onze familie staat het bekend als “het potloodboek”, door de kaft met daarop allemaal kleurpotloden. Een week lang leefde ik een symbiotische relatie met mijn boek en telkens als ik het kwijt was riep ik tegen mijn vrouw of dochter: “Waar is het potloodboek?” Het was erger dan een cafeïneverslaving. Eens in de 10 jaar kom je een boek tegen dat je denken totaal op z’n kop zet. Het potlood boek van Paul Tough was zo’n boek voor mij. Zijn boodschap is verrassend simpel en klinkt als een open deur. Toetsscores bepalen niet alles in het leven, persoonlijke eigenschappen verklaren meer dan wij denken: persoonlijke eigenschappen in de vorm van grit.
Een jaar geleden ging ik naar een reünie van mijn middelbare school. Bijna 40 jaar later maakten wij de balans op van onze vwo-klas. Destijds staken 5 kinderen er wat hun cijfers betreft met kop en schouders boven uit. Zij hadden altijd negens en tienen voor wiskunde, natuurkunde en scheikunde. Als onderwijskundige zou ik op basis daarvan de vraag wie de hoogste sport op de maatschappelijke ladder heeft behaald moeiteloos moeten kunnen beantwoorden: deze 3 meisjes en 2 jongens. De realiteit was echter volkomen anders, niet zij maar anderen waren veel verder gekomen op de ladder. Ik merkte die avond dat op basis van mijn tamelijk gemiddelde cijfers mijn klasgenoten mij ook niet veel kans hadden gegeven. 1 van de klasgenoten kwam ieder half uur naar mij terug om met een vette lach te zeggen: “Jij professor, echt, hahaha!”
Hoge cijfers zijn niet genoeg om ook succesvol te worden en andersom kan een gemiddelde leerling wel excellereren. Het potlood boek geeft het antwoord op deze onwaarschijnlijke uitkomst. Je moet om succesvol te zijn doorzettingsvermogen hebben, met tegenslagen om kunnen gaan en een doel voor ogen hebben. Jongeren die moeiteloos door het vwo stromen en nog nooit een onvoldoende hebben gehaald worden op de universiteit ineens met een vak geconfronteerd waarvoor ze niet slagen en raken dan volkomen de weg kwijt. Andere jongeren, die al vaker met falen zijn geconfronteerd, halen hun schouders op, bijten hun tanden op elkaar en zetten zich opnieuw aan het werk. Zij hebben grit.
Vorige week kreeg ik een uitnodiging om met de minister van Onderwijs en de minister van Sociale Zaken in een kleine bijeenkomst van gedachte te wisselen over niet-cognitieve skills. In het stuk dat ik kreeg toegestuurd stond het potlood boek prominent genoemd. Na Amerika gaat grit ook Nederland veroveren. Hoe leer je kinderen grit? Hier vindt een interessante omkering plaats. Witte middenklasse kinderen kunnen dit namelijk leren van kinderen van migranten uit de lagere klassen. Het onderzoek dat ik op dit moment afrond onder een selecte groep van super succesvolle Turkse tweede generatie professionals, CEO’s, partners in advocaten kantoren en op hoge functies in het onderwijs, laat overduidelijk zien dat zij, inderdaad, zonder uitzondering grit hebben. Zij volgden vaak de stapelroute in het onderwijs, veroverden tegen de stroom in een plek op de arbeidsmarkt en klommen op terwijl collega’s hen van alle kanten probeerden pootje te lichten. Zij zijn de kampioenen van grit in Nederland. Hun grit is de geheime kracht waarmee zij collega’s uit gepriviliseerde milieus voorbij lopen.
Dat gegeven stelt mij voor een dilemma, omdat ik weet hoeveel obstakels in de vorm van discriminatie en buitensluiting er nog te overwinnen zijn. Moet ik de ministers adviseren om grit te gaan onderwijzen aan alle leerlingen, of moet dit het geheime wapen blijven van de migrantenkinderen?
Maurice Crul is hoogleraar Onderwijs en Diversiteit aan de Vrije Universiteit Amsterdam en de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!