11.6 C
Amsterdam

Het heft in eigen handen

Lody van de Kamp
Lody van de Kamp
Rabbijn en publicist.

Lees meer

Het is 1991. We zitten tegenover elkaar in het hotel in Jeruzalem. De christelijk-Palestijnse arts uit Amman, de islamitisch-Palestijnse onderwijzer uit Bethlehem en ikzelf. Om ons heen woedt de intifada in alle hevigheid.

‘Lody, de geest is uit de fles. Onze mensen nemen het heft in eigen handen. Er is geen vertrouwen meer in ons Palestijnse gezag. Jongeren weigeren zich te onderwerpen aan de Israëlische bezetter, maar voelen zich tegelijkertijd totaal in de steek gelaten door hun eigen PLO.’

Deze verzuchting gaf ons drieën niet veel hoop. De geest was uit de fles. Het heft was in eigen handen genomen. Honderden doden, vele gewonden en een gigantisch vijandsbeeld aan beide kanten van het conflict bevestigden ons al heel snel dat er goede reden was om die hoop te laten varen.

Zou het nog ooit goed kunnen komen tussen de twee bevolkingsgroepen die veroordeeld lijken om samen dit stukje grond in het Midden-Oosten te moeten delen?

Dertig jaar later hebben die eigen handen nog steeds het heft zelf vast. Nog steeds wordt het geweldsmonopolie niet overgelaten aan het openbare gezag, zoals wij dat in Nederland kennen en zoals het hoort.

Wat dat heft allemaal veroorzaakt op de straten in Jeruzalem of in het dorp Huwwara is wel duidelijk. Een geweldsexplosie die niets oplost maar de vijandschap, gevoed door angst en woede, alleen maar groter maakt. Iedere keer weer.

In ieder geval binnen de Joodse geschiedenis is de vraag, over al dan niet het heft in eigen handen nemen, onderdeel van een traditionele discussie. Al in bijbelse tijden kwam dat voor, overigens vaak afgekeurd. Maar ook in de recentere geschiedenis.

In de ondergrondse bunkers van het getto in Warschau woedde in 1943 een heftige discussie over het al dan niet in opstand komen tegen de nazi’s, die inmiddels al tienduizenden inwoners van het getto hadden afgevoerd naar het vernietigingskamp Treblinka. De historicus Emanuel Ringelblum verweet zichzelf dat die opstand al veel eerder plaats had moeten vinden. ‘We hadden de straat op moeten opgaan, alles in brand steken, door de getto-muren heendringen. De Duitsers zouden zich hebben gewroken, Maar onze passiviteit heeft ons ook niets opgeleverd.’ Anderen waren het volstrekt met hem oneens, met name religieuze Joden. Zij zeiden steeds: ‘God wil het zo en dus moet het zo zijn.’

De afschuwelijke beelden brengen ons één belangrijke les bij

Hoe dan ook, religieus of niet religieus, die discussie was Warschau in 1943. Dit is 2023. Dit zijn Palestina en Israël.

Het heft in eigen handen zou zoveel jaren later, bij het explosieve conflict tussen Israël en de Palestijnen, kunnen leiden tot eenzelfde moedeloosheid, zoals ons gesprek toen in Jeruzalem in de negentiger jaren.

Toch hoeft dat helemaal niet. Integendeel. De afschuwelijke beelden van aanslagen, het geweld door honderden mensen die een dorp belagen, auto’s in brand steken, medemensen de stuipen op het lijf jagen en vernielingen aanrichten, brengen ons één belangrijke les bij. Een levensles voor iedereen.

En die les luidt, dat een honderdjarige strijd op geen enkele manier heeft opgeleverd, wat ieder weldenkend mens wil. En dat is vrede.

De verschillen en de belangen van alle partijen zijn groot en ogenschijnlijk nauwelijks met elkaar te rijmen. Maar is één gemeenschappelijke factor, die iedereen in de strijd met elkaar verbindt.

Wat is die factor? Het heft in eigen handen en de vernielingen, het bloedvergieten, de fysieke en emotionele schade die dit allemaal veroorzaakt, die maken iedereen die daar mee te maken krijgt tot slachtoffer. De pijn en het verdriet zijn de overwinnaars van het brute geweld. Met als gemeenschappelijke factor, als overeenkomst, alleen maar slachtoffers aan beide kanten van de scheidslijn.

De beelden leren ons dat we de hoop helemaal niet hoeven te laten varen. De beelden leren ons dat oorlog, strijd, geweld geen oplossing brengen.

Het is de vrede die dat moet gaan bewerkstelligen. Als we die les van beide zijden ter harte nemen, komt het zeker goed. Dan hebben we elkaar gevonden. Met G’ds wil, Insh’Allah, Beézrat Hasheem.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -