8.2 C
Amsterdam

Het is nu of nooit voor Koerdistan

Thomas von der Dunk
Thomas von der Dunk
Publicist. Cultuurhistoricus.

Lees meer

Referenda. Veel nationale regeringen zijn er niet echt dol op. Zeker niet als het referendum door een als ondergeschikt beschouwde bestuurslaag wordt georganiseerd en daarmee afscheiding wordt beoogd. Een paar jaar terug stond Schotland op de rol. Dat liep vanuit het perspectief van Londen toen goed af. Het Britse referendum over afscheiding van de Europese Unie daarentegen weer wat minder.

De afgelopen weken waren er opnieuw twee separatistische referenda waarbij meteen al ernstige escalatie dreigt: dat van de Catalanen in Spanje en dat van de Koerden in Irak. In Catalonië liep het op de dag zelf door politiegeweld volledig uit de hand. Of de inhoud van de stembussen die niet gekidnapt werden representatief mag heten is twijfelachtig, omdat tegenstanders het als een illegaal nepreferendum beschouwden en niet op kwamen dagen. In Iraaks-Koerdistan verliep de dag zelf zonder veel problemen, maar Bagdad dreigt nu alsnog met hel en verdoemenis. Dat laatste is overigens wereldwijd weer erg in sinds Donald Trump met het afhandelen van buitenlandse zaken per tweet is begonnen.

Het was te voorzien dat de Iraakse Koerden hun kans schoon zagen in de nasleep van de ondergang van Saddam Hussein. Ze willen al veel langer een eigen staat. Daarbij laten ze niet na erop te hameren dat ze het grootste volk zonder eigen staat zijn met tientallen miljoenen zielen verspreid over Irak, Iran, Syrië en Turkije.

Toen na de implosie van het Ottomaanse Rijk (1299-1923) bijna een eeuw geleden in het Midden-Oosten door de westerse overwinnaars nieuwe staten werden gecreëerd, werd met de grenzen van het woongebied van de Koerden geen rekening gehouden – er werd met niemands grenzen veel rekening gehouden – en dat zijn de grootmachten nu eigenlijk evenmin van plan. Wie namelijk ergens aan een grens begint te rommelen, zo vrezen ze, doet het heel het labiele bouwwerk ineenstorten. Niet zonder reden: landen als Syrië en Irak zijn kunstmatige entiteiten en Turkije heeft decennia lang sinds Mustafa Kemal Atatürk (1881-1938) krampachtig de fictie opgehouden dat binnen de staatsgrenzen alleen maar Turken wonen, dus voor de nationale ambities van andere volkeren was in Ankara eveneens geen plaats. In Moskou, Washington, Parijs en Londen houdt men dat ook liever zo. Steun voor verandering valt niet te verwachten: voor realisering van hun nationale aspiraties zullen de in 1919 vergeten volkeren zelf moeten zorgen.

De Koerden zijn niet van plan te wachten tot men buiten het Midden-Oosten de tijd voor een Koerdische staat gekomen acht, want dan kunnen ze wachten tot Sint-Juttemis. Ze dichten zichzelf niet zonder reden een belangrijke militaire rol toe bij het verslaan van de in Oost en West meest gevreesde draak, IS. Omdat de Amerikanen sinds de Afghaanse moeras en Iraakse invasiedebacle van George W. Bushs zelf liever geen eigen militair meer de Arabische woestijn insturen, hebben de Iraakse en Syrische Koerden zich in een positie weten te manoeuvreren waarin ze voor Washington als militaire partner onmisbaar waren – ook als alternatief voor de moordmachine van Bashar al-Assad. Daarvoor verwachten ze nu, heel begrijpelijk, een beloning in de vorm van steun bij de creatie van een eigen staat. Het referendum, conform de verwachting resulterend in een overweldigend ‘ja’ voor afscheiding, vormt daartoe de eerste stap.

Het feit dat dit de Amerikanen met het oog op woede-uitvallen van een vanwege eigen separatistische Koerden wantrouwende NAVO-partner Turkije, even niet uitkomt, is voor de Koerden geen reden om daarvan af te zien. Hun separatisme komt ‘nooit’ uit en het is, gezien het machtsvacuüm in Irak en Syrië, nu of nooit, dus is het nu. Met het scheppen van voldongen feiten hopen ze hun zin te krijgen en de Amerikanen te dwingen ook politiek voor hun grootste militaire steunpilaar in de regio te kiezen. Gaan de Amerikanen daarin niet mee, dan zal dat hun imago van onbetrouwbaarheid en opportunisme slechts versterken. Gaan ze daarin wèl mee, dan krijgt Recep Tayyip Erdogan weer een woedeaanval en dat is voor het Witte Huis, gezien de cruciale geostrategische positie van Turkije dat intussen naar het Kremlin lonkt, ook geen aantrekkelijk vooruitzicht.

De Koerden brengen met hun bijdrage aan de strijd tegen IS Trump in een onmogelijke positie, maar dat is niet hun probleem. De Amerikanen hadden dat eerder moeten bedenken toen ze het ‘kalifaat’ van IS tot wereldvijand nummer één promoveerden en in de strijd daartegen iedere hulp dankbaar omarmden.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -