7.4 C
Amsterdam

Het museum in, met die Gouden Koets van witte suprematie

Tayfun Balcik
Tayfun Balcik
Journalist en historicus.

Lees meer

‘Net een magische intocht.’ Met sprankelende ogen beschrijft Judikje Kiers, directeur van het Amsterdam Museum, de komst van de Gouden Koets in de gelijknamige NOS-documentaire die vorige week werd uitgezonden. Aan het eind horen we vergelijkbare woorden van de restaurateurs, die meer dan vijf jaar aan het gevaarte van bijna drieduizend kilo hebben gewerkt. ‘Wat mooi. Schitterend. Fantastisch.’

Uit hun mond geen kwaad woord over ‘de kwestie’: het paneel aan de zijkant waar ‘Hulde der Koloniën’ staat, met zwarte mensen die knielend producten leveren aan een witte vrouw. De enige vrouw van kleur in de documentaire, oud CDA-kamerlid en voorzitter van de Nederlandse UNESCO Commissie, Kathleen Ferrier, beschrijft het tafereel als volgt: ‘De witte overheerser wordt hier gerustgesteld: ‘Maak je niet zorgen, ook al is de slavernij afgeschaft, de verhoudingen blijven hetzelfde.” De zwarte mens als dienstbaar, dus.

Dat zegt ze nadat de begeleidende stem – met opkomend alarmerend deuntje op de achtergrond – het gevoelige punt als volgt aansnijdt: ‘De Gouden Koets ligt onder vuur. Op het zijpaneel zie je hoogwaardigheidsbekleders en inwoners van de toenmalige koloniën. In 1898, toen het schilderij werd geschilderd, had niemand het over racisme en de achtergestelde positie van rijksgenoten uit de koloniën.’

Merkwaardig. Had echt ‘niemand’ het over zulke zaken? Dus ook niet door de Atjehers in voormalig Nederlands-Indië die zich precies op dat moment verzetten tegen de misdadige gouverneur Jo van Heutsz? Max Havelaar was toen kennelijk ook nog niet geschreven.

‘Als een kind hiernaar kijkt, dan ziet-ie dat zwarte mensen minder zijn dan witte mensen’

Goedemorgen Nederland spant de kroon. ‘Eindelijk is hij weer terug’, zegt de presentator. En na drie en halve minuut te hebben zitten wauwelen over ‘het koningsgezinde Nederlandse volk’, wordt de olifant in de kamer benoemd: ‘Waarom komt de koets niet gewoonterug op Prinsjesdag?’

Coks Donders, ‘koningshuisjournalist’, haalt even diep adem, kijkt naar beneden, en zegt op hoge toon: ‘Ja, ik denk dat die keuze heel handig is uitgesteld door de koning, omdat het natuurlijk zo’n, eh, controversieel, eh, voertuig is. Hij staat nu dus tot voorbij Prinsjesdag bij het museum. Daarmee wordt de keuze toch weer een tijdje uitgesteld, ja, ik denk dat heel erg een rol speelt, ja.’

Presentator: ‘Die controverse zit hem in de panelen. Wat is voor sommigen het probleem daarin?’

Donders, vermoeid: ‘Voor sommigen is het probleem dat bij de mensen die te zien zijn op de afbeelding, vooral aan de linkerkant, het net lijkt alsof zij onderdanig zijn aan de ‘superieure witte mens’ – maar dat is vooral de interpretatie die eraan gegeven kan worden. (…) Deze afbeelding wordt onterecht (…) ‘slavernijpaneel genoemd, terwijl het heel goed is te benadrukken dat dit paneel gemaakt is om het heden van Nederland toentertijd af te beelden, dus eind negentiende eeuw waarin de slavernij al was afgeschaft en waarin dus weliswaar nazaten te zien zijn van slaven, maar niet de slaven zelf. Het is wel belangrijk (…) om zulke historische feiten mee te nemen.’

Prima, we zien dus geen ongelijkheid, geen koloniale overheersing en geen racisme op dat paneel. En als je heel goed kijkt, dan kan je eigenlijk artikel één van de grondwet zien opdoemen in dat paneel.

Aan voormalig VVD-parlementariër Han ten Broeke de taak om de geschiedvervalsing bij WNL te completeren door juist de criticasters van geschiedvervalsing te beschuldigen: ‘We moeten niet voortdurend de geschiedenis opnieuw herinterpreteren, opnieuw uitvinden, of met interpretaties vervalsen. Dat is wat hier dreigt te gebeuren, zegt hij. ‘Door dit weer zo beladen te maken doe je de geschiedenis geen recht.’

Nou, lekker dan. Niet het racisme op de schilderij is beladen, maar diegenen die vinden dat je niet in dat ding kan rijden zijn het probleem.

‘Een beeld zegt meer dan duizend woorden. Als een kind hiernaar kijkt, dan ziet-ie dat zwarte mensen minder zijn dan witte mensen. Zonder gelul: dat is wat je ziet’, zei cabaretier Steven Brunswijk vorig jaar bij OP1, toen geschiedenishoogleraar Herman Pleij een duitje in het zakje van de vaderlandsche geschiedvervalsing deed.

Brunswijk heeft volkomen gelijk. Naar het museum, met die kolonialisme en slavernij verheerlijkende koets van witte suprematie.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -