Uit een vorige week gepubliceerd rapport van accountantskantoor PwC blijkt opnieuw dat de Belastingdienst de grondwet heeft overtreden. Het risico op fraude bij de Belastingdienst werd tussen 2014 en 2019 ‘met enige regelmaat’ ingeschat op basis van persoonskenmerken zoals nationaliteit of uiterlijk. Dat gebeurde niet per ongeluk één of twee keer. Het rapport spreekt van ‘tientallen gevallen’.
Het was al bekend dat het systeem waarmee de Belastingdienst fraude signaleerde in strijd was met privacywetgeving. We wisten al dat de Belastingdienst bij de toeslagenaffaire de grondwet heeft geschonden. En nu dus weer, maar dan bij de inkomstenbelasting. Hier is niet slechts sprake van ‘vooringenomenheid’, maar overduidelijk van racisme.
Den Haag ontkent dit nog steeds. Mensen selecteren op basis van persoonlijke kenmerken en nationaliteit is erg, zei staatssecretaris van Financiën Marnix van Rij (CDA) tegen Nieuwsuur, maar geen racisme. Hoe kom je daarbij?
Het is net alsof je een kind betrapt op graaien uit een snoeppot waarbij gezicht en handen onder de chocolade zitten, maar het kind ontkent dat hij aan het snoepen is. ‘Nee mam, dat is geen snoep, dat is een beetje overdreven. Het is eigenlijk een wortel.’
Eigenlijk te kinderachtig voor woorden dat de verantwoordelijken dit nu nog durven te bagatelliseren
Er is sprake van institutioneel racisme wanneer processen, beleid en regels – geschreven én ongeschreven – binnen instituten en organisaties ertoe leiden dat er ongelijkheid is tussen mensen van verschillende afkomst, huidskleur of religie. Of dit nu bedoeld gebeurde of onbedoeld, dat maakt niet uit. Institutioneel racisme gaat niet om het handelen van één medewerker, het is iets structureels. Het is zo overduidelijk dat de Belastingdienst zich hieraan schuldig heeft gemaakt, dat het eigenlijk te kinderachtig voor woorden is dat de verantwoordelijken dit nu nog durven te bagatelliseren.
We zouden geen energie meer moeten verspillen aan deze welles-nietes-discussie, maar direct moeten overgaan naar de oplossing. Er zijn immers mensenlevens mee gemoeid. Gelukkig weten we tegenwoordig niet alleen wat institutioneel racisme is, maar ook wat we ertegen moeten doen. Als de Belastingdienst werkelijk in het reine wil komen met zichzelf en wil laten zien dat de overheidsdienst betrouwbaar is, dan is er geen beter manier dan deze:
– Je kunt processen afschaffen die duidelijk discriminerend gedrag stimuleren, zoals etnisch profileren. Zulke processen kun je ook binnen de Belastingdienst zo inrichten, dat vooroordelen van de medewerkers weinig kans krijgen en de witte norm verdwijnt.
– Een andere oplossing is verantwoording afleggen. De Belastingdienst moet kunnen aantonen eerlijke processen te hanteren. Processen die er niet toe leiden dat groepen mensen op basis van hun afkomst, religie, of huidskleur benadeeld worden, bedoeld of onbedoeld.
Deze verantwoording is het meest effectief als deze niet intern gericht is, aan bijvoorbeeld collega’s, maar extern. Aan een organisatie van buiten met autoriteit, waar slachtoffers en ervaringsdeskundigen sowieso deel van uitmaken. Hier ligt een mooie rol voor de honderdduizenden gedupeerden van de Belastingdienst.
Vorig jaar besloot de Tweede Kamer dat er een parlementair onderzoek moet komen naar de toeslagenaffaire. De openbare verhoren zullen voor deze zomer moeten worden gehouden. Het is te hopen dat deze commissie inderdaad tot de conclusie komt dat er sprake is van institutioneel racisme bij de Belastingdienst en dat ze dit van de daken zal schreeuwen.
Het zal helend werken voor de gedupeerden om erkend te worden in de ongrondwettelijke ellende die hen is aangedaan. Bovendien kan deze erkenning het startschot vormen voor een grote schoonmaakactie, die de Belastingdienst dringend nodig heeft.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!