5.5 C
Amsterdam

Is Alexander de Grote ‘de Verschrikkelijke’?

Thomas von der Dunk
Thomas von der Dunk
Publicist. Cultuurhistoricus.

Lees meer

Hoe eurocentrisch is de westerse bestudering van de Klassieke Oudheid? Wordt wel voldoende duidelijk gemaakt dat de Grieken en Romeinen niet op elk terrein zelf het wiel hadden uitgevonden, maar veel aan oudere beschavingen hadden ontleend?

Leidt de witte dominantie in de wetenschap niet tot een eenzijdige blik, waaraan een nieuwe, cultureel veel diversere generatie van studenten zich terecht stoort? Ook onze brave classici, zo valt aan een schets van het strijdperk door Ewout Klei op de Kanttekening te ontlenen, zijn inmiddels in een dekoloniseringsdebat beland.

Ik weet niet hoe het er nu precies voor staat, maar in elk geval begonnen we in de jaren zeventig op mijn middelbare school na de prehistorie keurig met de oude Egyptenaren en Babyloniërs, voordat de blik iets meer westwaarts werd gericht.

Nee: India en China werden inderdaad hooguit in een bijzin genoemd, maar verder kun je niet zeggen dat de Buiteneuropese bijdrage aan het begin doodgezwegen werd. Het kan zijn dat inmiddels door de algehele afbraak van het onderwijs ook de farao’s over boord zijn gevallen, maar dat geldt dan tevens voor heel veel ander essentieels.

Ik ben overigens best benieuwd hoe dat geschiedenisonderwijs in China zélf eruit ziet, want volgens het eeuwenlang gangbare Chinese wereldbeeld begon voorbij de grenzen van het Rijk van het Midden aan alle kanten de barbarij, waarvan nadere bestudering derhalve maar tijdverspilling was. Dus of daar hunnerzijds in de boekjes een hoekje voor Rome is ingeruimd?

De neiging om bij beschouwing van de buitenwereld vooral cirkels rond jezelf te trekken, is een algemeen menselijke. Hoe dichterbij, hoe belangrijker het is om het verleden te kennen: eerst de historische gevoeligheden binnen de eigen familie, dan van de directe omgeving.

Altijd zal men eerder meer (willen) weten van de eigen stad dan van een andere stad, van het eigen land meer dan van een ander land, van het eigen geloof meer dan van een ander geloof. Dat maakt overigens een correctie van die natuurlijke neiging vaak best tot een zinnige exercitie. Zo uniek als gedacht blijkt het ‘wij’ dan regelmatig niet.

Leidt de witte dominantie in de wetenschap niet tot een eenzijdige blik?

Twee kwesties uit de Oudheid lijken, afgaande op het stuk van Klei, thans in het bijzonder een steen des aanstoots te vormen. De eerste is het karakter van het oude Egypte, het tweede het karakter van Alexander de Grote. Volgens de zwarte publicisten Sandew Hira en Djehuti Ankh-Kheru wordt het zwarte karakter van Egypte ontkend en is de menselijke beschaving in Afrika begonnen.

Wat het laatste betreft: de homo sapiens komt oorspronkelijk inderdaad uit Afrika, en heeft zich van daaruit over de rest van de aardbol verspreid. Maar dat gebeurde al in de oertijd.

En topografisch behoort Egypte weliswaar tot Afrika, maar voor de imposante bouwwerken van de farao’s moeten de contemporaine tegenhangers toch eerder in het Aziatische Midden-Oosten gezocht worden. Op grond van hun eigen muurschilderingen is er ook weinig reden om aan te nemen dat de bevolking een zwarte huidskleur bezat. Zeker, helblonde Edelgermanen waren het evenmin.

Volgens Hira en Ankh-Kheru moet daarentegen Alexander de Grote voortaan Alexander de Verschrikkelijke genoemd worden, omdat hij een aanvalsoorlog tegen Perzië was begonnen en zich daarbij aan allerlei wreedheden schuldig had gemaakt.

Daarmee kaarten ze een interessant punt aan. Wie het hele rijtje vorsten beziet dat in de loop der eeuwen met het epitheton ‘de Grote’ is vereerd, stuit op één gemeenschappelijke trek: het gaat vrijwel steeds om de stichters van grote rijken, of tenminste om heersers die zo’n groot rijk nog eens fors verder hebben vergroot. Daartoe behoort ook de laatste, en tevens de enige vrouw in de reeks: Catharina II van Rusland.

In een tijd dat het Handvest voor de Rechten van de Mens nog niet boven elk bestuurdersbed prijkte vormde een wereldrijk zelden de uitkomst van polderoverleg. Dat gold voor Alexander, maar ook voor de even agressieve stichters van het Perzische Rijk dat hij op de knieën dwong – inderdaad: die heten Cyrus de Grote en Darius de Grote.

De allereerste ‘de Grote’ was overigens de Egyptische farao Ramses II. Ook die heeft zijn territorium niet met theedrinken alléén vergroot. Zijn slachtoffers vonden hem vast erg verschrikkelijk. Voor Hira en Ankh-Kheru toch een Afrikaan om trots op te zijn?

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -