10.1 C
Amsterdam

Is de Arabische wereld nu terug bij af?

Thomas von der Dunk
Thomas von der Dunk
Publicist. Cultuurhistoricus.

Lees meer

Nadat al eerder dit jaar in Tunesië een coup was gepleegd, in Libanon de samenleving compleet was ingestort en Afghanistan aan de Taliban was overgedragen, lijkt nu met de militaire putsch in Soedan ook aan de laatste prille democratie in wording in de Arabische wereld een einde te zijn gemaakt.

Palestina, waar president Abbas verkiezingen alsmaar vooruitschuift in de wetenschap dat hij die zou verliezen, kan immers moeilijk meer als zodanig gelden. Op het Arabisch schiereiland is nooit van enige serieuze poging sprake geweest. Sisi heeft Egypte in de meest hardhandige dictatuur ooit veranderd, Assad zit weer vast in het zadel en in Marokko heeft koning Mohammed VI, die ooit zo fris en flitsend modern leek, de touwtjes weer stevig aangetrokken.

Ook bij twee grote buren gaat het de foute kant op. Turkije wordt steeds autocratischer, waarbij Erdogan als een bullebak tekeer gaat tegen iedereen die over politieke gevangenen durft te reppen – en Europa vervolgens, getuige de afloop van de ambassadeursrel, teveel voor zijn geblaf wijkt. En in Iran hebben de ayatollahs, na de lichte liberalisering onder Rohani, de absolute theocratie hersteld door bij de presidentsverkiezingen nog maar één smaak toe te laten.

Valt er in deze ontwikkelingen een centrale lijn ter verklaring te ontdekken, behalve dat het nergens goed gaat?

Dat is niet makkelijk, want de achtergrond van al deze halve en hele staatsgrepen is zeer divers. In Syrië heeft Assad slechts met Russisch wapengeweld de strijd in zijn voordeel weten te beslechten. In Tunesië schoof president Saied het parlement niet met het pistool, maar met een pennestreek terzijde. In Palestina was dat niet eens nodig.

In Iran maakten de theocraten gewoon gebruik van hun legale rechten op basis van de constitutie die zijzelf na de revolutie van 1979 in elkaar geknutseld hadden. Ook Erdogan heeft steeds vooral via wetgeving zichzelf een bijna onaantastbare machtspositie verschaft. In Marokko is uiteindelijk alles van de wil van de koning afhankelijk. En die wil nu even niet.

Het is óf stabiliteit óf rechtvaardigheid: kiest u maar

In de zojuist genoemde landen vormt het leger niet een zelfstandige politiekracht van belang. Dat is wel wat Soedan met Egypte deelt – en die legers delen nog iets: economische belangen. Egypte is – om de befaamde uitspraak van de Franse revolutionair Mirabeau over het oude Pruisen op het eind van de achttiende eeuw te parafraseren – niet een land dat een leger bezit, maar een leger dat een land bezit.

Toen dat leger dat land met de val van Mubarak en diens opvolging door Morsi, de leider van de Moslimbroederschap, dreigde kwijt te raken, greep het leger in – om zijn gigantische economische belangen, en daarmee materiële privileges te verdedigen.

Juist in een arm land als Egypte is dat de enige wijze waarop een bovenlaag erin kan slagen om zich een welvarende levensstijl op westers niveau aan te meten – op eerlijke wijze gaat dat niet, dan blijft er voor de top in eigen ogen veel te weinig over.

Dat speelt ook in Soedan: als hier de democratie zou zijn voortgezet, had de legerleiding niet alleen haar politieke invloed verloren, maar daarmee ook haar economische macht. Dus greep zij in, waarvoor zij in dit geval nog een extra motief had. Dat betreft de begrijpelijke vrees dat niet alleen de gevallen bloeddorstige dictator Onar al-Bashir, maar ook zijzelf rekenschap zou moeten afleggen voor de martelpraktijken waaraan zij zich tijdens het bewind van Bashir schuldig had gemaakt.

Dat is een dilemma dat zich aan democraten wel vaker voordoet, nadat zij aan een militaire dictatuur een einde hebben weten te maken. Het leger is alleen bereid naar de kazernes terug te keren als geen juridische vervolging voor begane misdaden dreigt. Het is óf stabiliteit óf rechtvaardigheid: kiest u maar.

Het speelde in Spanje na de val van Franco, en even later ook in een aantal Zuid-Amerikaanse landen. De bloedbevlekte leden van de gewezen militaire junta’s, waaronder in Argentinië ook een zekere Jorge Zorreguieta, werden na het herstel van de democratie met rust gelaten, zodat het leger niet weer met geweld de macht zou grijpen. Voor de slachtoffers is dat uiteraard zeer onbevredigend.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -