De Turkse lokale verkiezingen resulteerden in een gevoelige nederlaag voor Erdogan en een opsteker voor de oppositie. Wat betekent de uitslag voor Turkije?
De recente gemeenteraadsverkiezingen in Turkije hebben een politieke aardverschuiving teweeggebracht die velen heeft verrast. Deze verkiezingen vonden plaats tegen een achtergrond van zorgen over kiezersapathie en vermoeidheid met de politieke status quo. Ze resulteerden in de opmerkelijke overwinning van de belangrijkste oppositiepartij, de Republikeinse Volkspartij (CHP). Maar ook in een nederlaag voor de Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling (AKP) van president Recep Tayyip Erdogan, die al meer dan twintig jaar aan de macht is. De verkiezingsuitslag betekent een breuk met de tweeëntwintigjarige cyclus van AKP-dominantie in de Turkse politiek, waarbij de CHP voor het eerst in zevenenveertig jaar als leidende partij naar voren komt.
De omvang van de verschuiving in kiezerssteun is opmerkelijk en heeft aanzienlijke implicaties voor de toekomst van het land, met name met het oog op de volgende algemene verkiezingen in 2028. De AKP leed een aanzienlijke nederlaag, waarbij acht miljoen stemmen verloren gingen, in vergelijking met de vorige lokale verkiezingen. Er staan nu minder stadsbesturen onder controle van de AKP dan voorheen. Daarentegen boekte de CHP aanzienlijke winst, waardoor haar vertegenwoordiging in stadsbesturen is toegenomen.
Een andere klap voor de AKP was dat de pro-Koerdische DEM-partij (voorheen HDP) stabiel bleef en zelfs groeide in het voornamelijk Koerdische zuidoosten van het land: de partij breidde haar aantal stadsgemeenten uit van acht naar tien.
Van de kiezers die niet hebben gestemd behoort tachtig procent tot de AKP
Een cruciale factor die van invloed was op de verkiezingsresultaten is de ontevredenheid over het economische beleid van president Erdogan. Die maatregelen hebben geleid tot een diepe economische crisis in Turkije, die wordt gekenmerkt door hoge inflatie en een afnemende koopkracht. Met name onder segmenten van het electoraat die traditioneel de AKP steunen, leeft dit sentiment. Het gaat hier om pensioenhouders, laagbetaalde ambtenaren, mensen uit de lagere middenklasse en vrouwen. Erdogans weigering om deze kiezers tegemoet te komen lijkt tot stemmenverlies te hebben geleid.
Opmerkelijk is dat de opkomst op 31 maart zeven procent lager was dan ooit. En van de kiezers die niet hebben gestemd behoorde tachtig procent tot de AKP. Veel Erdogan-aanhangers zijn dus thuisgebleven. Een deel van Erdogans achterban is ook naar de Nieuwe Welvaartspartij YRP gegaan, van Fatih Erbakan, de zoon van Erdogans leermeester Necmettin Erbakan. YRP staat een conservatievere, principiëlere, islamistischere koers voor dan de AKP. Het is mogelijk dat Erdogan deze stemmen weer terug zal winnen, als hij zich zal ‘vermannen’.
Voor de CHP was de verkiezingsoverwinning een verrassing. Ik herinner mij nog goed de verkiezingsuitslag van 2002, die voor de AKP die toen won een verrassing was. Hoewel de CHP nu amper meer dan een miljoen stemmen heeft gewonnen is de partij de grote winnaar van de verkiezingen. Mogelijk stevent Turkije af op een systeem dat gedomineerd wordt door twee of drie partijen.
Maar hoewel de AKP op 31 maart een nederlaag heeft geleden blijft Erdogan een geduchte politieke figuur. Hoe zal hij reageren op dit verlies? ‘We zullen onze fouten corrigeren en onze tekortkomingen rechtzetten’, zei Erdogan in zijn toespraak op de verkiezingsavond. De ernst van de economische situatie kan de president dwingen om een dialoog aan te gaan met de oppositie. Hij kan echter ook opteren voor nog meer bezuinigingsmaatregelen, het opvoeren van de repressie om aan de macht te blijven.
De verkiezingsuitslag heeft ten slotte ook vragen opgeworpen over de toekomstige koers van de Turkse politiek en de rol van de oppositiepartij CHP. De overwinningen van de partij in grote steden – zoals Izmir, Ankara en Istanbul – duiden op haar groeiende invloed. Alle ogen zijn nu gericht op Ekrem Imamoglu, de charismatische en energieke burgemeester van Istanbul, die met een grote marge won van Murat Kurum van de AKP – 51,14 tegen 39,59 procent. Zal hij zich in 2028 kandideren als president? Of iemand anders? Maar de CHP bevindt zich in een politiek mijnenveld. De partij is – nog steeds – intern verdeeld en Erdogan controleert nog steeds het staatsapparaat. Het leger, de rechterlijke macht en de media staan nog steeds achter de president.
Al met al hebben deze lokale verkiezingen een periode van onzekerheid en verandering ingeluid in de Turkse politiek. Zowel regeringspartij AKP als oppositiepartij CHP staan de komende maanden en jaren voor cruciale uitdagingen. Deze verkiezingen markeren mogelijk een keerpunt in de politieke geschiedenis van Turkije en zullen ongetwijfeld een blijvende impact hebben op de toekomstige koers van het land.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!