Op een stormachtige zondag pak ik tram 13 naar de stad. Het is een route die ik zo vaak in mijn leven heb afgelegd. Maar nooit om verslag te doen van een ‘woke-conferentie’ georganiseerd door de salonfascisten van JA21. Is het dan al zover gekomen in mijn geliefde stad? Aan de andere kant, een reis naar het centrum is voor mij altijd al een bevreemdende, witte ervaring geweest. Dus what else is new in de Rode Hoed?
Ja, het valt meteen op. Er zitten vooral witte, deftig geklede mannen in de zaal. Bijna niemand draagt mondkapjes. Ik neem vooraan plaats. Net voor de start verschijnt de partijleider Joost Eerdmans, pal voor mijn porem. ‘Hallo’, zegt ie. En daar blijft het bij. Gelijk loopt iemand naar hem toe. Er worden gegevens uitgewisseld. Fotografen doen hun werk. Daarna zet ook nummer twee van de partij Annabel Nanninga aan. ‘Hai’, zegt ze onderzoekend. Nu het team compleet is, kan de woke-conferentie beginnen.
Eerst een definitie van ‘woke’. ‘Het is een Engelse actieterm…’, zegt de moderator, de zaal reageert smalend. ‘Verengelsing van de taal, daar heb ik het sowieso niet mee’, zegt hij tussendoor. Maar dus een ‘Engelse term die is overgewaaid uit de Verenigde Staten, die aangeeft hoe maatschappelijk bewust je bent. Maar het kan ook als spotmiddel worden gebruikt.’
Na wat honende reacties uit de zaal mag Elsevier-columnist Zihni Özdil de spits afbijten. Hij vindt dat ‘woke de geesten verdooft’, prijst zijn boek Nederland mijn vaderland een paar keer aan en praat over de kansen die hij in Nederland heeft gegrepen als immigrantenzoon. Zijn opa was een geitenhoeder uit Turkije ‘zonder tanden’. Hij beschrijft het Nederland van de jaren tachtig, ‘toen er in Nederland nog een sociaal vangnet was, zonder vernederingen’.
Nu is die kansengelijkheid veel minder, zegt Özdil. ‘Het aantal daklozen is verdriedubbeld, wonen is een onbetaalbare hobby en er is tweedeling in de zorg.’ Özdil legt secuur de vinger op de zere plek. ‘Alleen de elite is tevreden. De onderkant, de deplorables, de flexibele schil, de postbezorgers. Deze mensen zijn nu allemaal aan het radicaliseren.’
De hoop dat kinderen het beter dan hun ouderen krijgen is vervlogen, zegt hij. ‘Er is geen hoger doel, geen bezieling meer in Nederland. Alleen maar spreadsheets en begrotingscijfers.’ Hij ziet dat ook niet bij de linkse, progressieve partijen. Integendeel, ‘er is geen enkel Europees land waar de linkse partijen zo’n verraad op de sociale sector hebben gepleegd’. En die achterban krijgen ze nooit meer terug.
‘Tja, en wat blijft er dan over voor links?’, vraagt Özdil zich af. Woke zou volgens hem als soelaas worden opgepakt. Witte Nederlanders buiten de Randstad worden volgens hem helemaal weggezuiverd. Safe spaces op de Radboud Universiteit? Dat is gewoon ‘raciale apartheid op de universiteit’, waar ‘kleurlingen niet in één ruimte willen met tokkie-studenten.’ Dit is niet te rijmen met het recht op een andere mening, op andersdenkendheid.
De woke-brigades vormen ‘een postmoderne Ku Klux Klan’, die de vrije samenleving bedreigen. Aldus sprak Zihni Özdil.
Grote woorden komen ook van de tweede spreker van de avond, de Leidse hoogleraar Rechtsfilosofie Andreas Kinneging. Onberispelijk uitgesproken, in een elitaire vorm van Nederlands die arrogantie uitstraalt.
‘Er waart een geest van wokisme in de westerse wereld’, begint hij dramatisch en maakt de vergelijking met het communisme. Het zijn in wezen precies dezelfde dingen. ‘Eerst waren het de kapitalisten tegen de arbeiders, nu is het wit tegen zwart, man tegen vrouw, homo tegen hetero en binair versus non-binair.’
Ook ziet Kinneging een parallel in het monddood maken van de tegenstander. Bij de communisten mocht er ook geen debat plaatsvinden. ‘Nu ben je al meteen een racist, seksist of homofoob.’ Wokisten zijn revolutionairen die de macht willen grijpen. ‘Veel instituties worden overgenomen door wokisten. Er is angst. Er is geen vrijheid meer.’
Een anti-wokeconferentie waar wordt gepleit om woorden te verbieden. ‘Dat kan toch niet de bedoeling zijn?!’, roept Nanninga uit
Terwijl ik op Google nog even voor de zekerheid check of de wokisten van nu net zo tot de tanden bewapend zijn als de communisten van toen, komt de pauze als geroepen. Ik loop naar achteren voor een glaasje jus d’orange op de kosten van JA21. Terug naar mijn plek wandel ik nog even wat rond. Ik word aangesproken door een jongen van kleur. ‘En bevalt het hier?’
Ja, wel interessant, zeg ik veilig. We doen al snel de waar-kom-je-vandaan spel. Hij begint wat schattige Turkse dingen te zeggen. ‘En ben jij van de organisatie?’, vraag ik. Nee, maar hij is wel lid van JA21. Nice, en ik van BIJ1, zeg ik. ‘Ooh’, reageert hij. Maar de dialoog wordt niet altijd goed gevoerd binnen BIJ1-kringen, zeg ik verontschuldigend en ga weer zitten voor deel twee van de middag.
De organisatie heeft dus wokisten uitgenodigd. Maar niemand kwam opdagen. Het toneel is voor schrijver Lale Gül, programmamaker Talitha Muusse, journalist Roderick Veelo en de voorgaande sprekers Özdil en Kinneging.
Gül neemt BIJ1 en Sylvana Simons op de korrel, die zij het meest vereenzelvigt met woke. Ze vindt Sylvana ‘heel agressief’ tegenover interviewers. En D66-leider Sigrid Kaag is ook fout, omdat ze islamitische lange jurken en de hoofddoek in een positieve context belicht. ‘Waarom is zij er trots op? Het is allemaal niet zo progressief in de moskee.’
We kennen dat verhaal inmiddels wel. Interessanter is de discussie over racisme die ontspint tussen Muusse en Özdil aan de ene kant en Veelo en Kinneging aan de andere kant. Met de toeslagenschandaal als voorbeeld van institutioneel racisme.
Kinneging gelooft daar helemaal niks van. ‘Racisme is als je zegt: ‘Het blanke ras is beter, zwarte mensen zijn dommer.’ Dat is niet het geval bij de Belastingdienst, die ambtenaren zijn keurige mensen. Daar zit geen racist tussen.’ Zoek je racisten? Dan moet je bij Turken zijn. ‘Die zijn enorm racistisch’, aldus Kinneging. Özdil en met name Muusse zien dat als een typische vorm van ‘ontkenning’.
Terwijl de moderator steeds naar een ander onderwerp probeert te switchen, blijft de discussie over de toeslagenschandaal en institutioneel racisme terugkomen. Nanninga, die naast mij zit, raakt er geïrriteerd van en zucht.
Maar als het woord ‘racisme’ nog één keer valt, wordt het Kinneging kennelijk te veel. ‘Zo’n term is een discussiestopper en zouden we niet meer moeten gebruiken’, aldus de hoogleraar.
Een anti-wokeconferentie waar wordt gepleit om woorden te verbieden. ‘Dat kan toch niet de bedoeling zijn?!’, roept Nanninga uit. Enigszins verslagen probeert ze de dag toch te redden.
‘Woke is toch ergens in geslaagd. Ze hebben zich goed vermengd met antiracisme. Woke doet alsof het antiracisme is. Maar dat zijn ze niet. We moeten woke niet met antiracisme verwarren. Dat is het gevaar’, bezweert Nanninga.
Salonfascisten die zich tot antiracist verklaren. Een betere terugreis heb ik in tijden niet gehad.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!