8.4 C
Amsterdam

Kiezen we weer voor nieuwe foute vrienden?

Thomas von der Dunk
Thomas von der Dunk
Publicist. Cultuurhistoricus.

Lees meer

In de kwestie van Poetins oorlog tegen Oekraïne staat het Westen helaas meer alleen dan het zelf denkt. Evidente steun voor Kiev komt, zeker als het om economische sancties gaat, buiten Europa en Amerika slechts van een paar andere democratische landen, zoals Japan, Zuid-Korea en Taiwan. Behalve China (zoals te verwachten viel) heeft ook India geweigerd de Russische agressie te veroordelen, en dat geldt zelfs voor Zuid-Afrika en Brazilië.

Dat er in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties toch dankzij veel andere Afrikaanse en Aziatische landen een ruime meerderheid voorstemde, komt niet zozeer vanwege solidariteit met een democratie – dat zijn de meeste van die landen zelf immers ook niet – als wel vanwege de Russische schending van de nationale soevereiniteit. En dat is wel iets waarover ook veel halve en hele autocraten, benauwd voor precedentwerking, angstvallig waken.

Andere landen niet staan te trappelen om nu openlijk een keuze voor Washington en Brussel te maken. Dat valt niet los te zien van het feit dat ook Washington wel eens op eigen houtje aan het interveniëren is geslagen, zoals in Irak en Afghanistan – ook al ging dat niet met bewuste terreurbombardementen gepaard van het soort waarmee de nieuwe Russische opperbevelhebber Dvornikov straks van Charkiv een tweede Aleppo wil maken.

Zelfs de officiële NAVO-bondgenoot Turkije laat het, mede vanwege grote economische afhankelijkheid van Rusland, sterk afweten. Ook de vaste Amerikaanse juniorpartner in het Midden-Oosten, Israël, geeft nu even niet thuis. In beide landen willen de regeringsleiders ook het Kremlin enigszins te vriend houden, en hooguit een bemiddelende rol gaan spelen.

Nu de strijd tegen Moskou voor het Westen weer topprioriteit geworden is, doen andere problemen er duidelijk minder toe. Dat dwingt her en der om eerdere kritiek op bepaalde regeringen even in te slikken, of bepaalde banden weer nauwer aan te halen dan voorheen. Het op het gebied van de rechtstaat steeds verder ontsporende Hongarije of Polen: nu even niet, alhoewel er momenteel minder reden is om Boedapest te ontzien dan Warschau. Polen vangt immers het leeuwendeel van de Oekraïense vluchtelingen op en helpt ook anderszins zeer mee in de strijd tegen Rusland. Dit, terwijl Orbán zijn vriendschap met Poetin koestert en zich daarom aan alle verplichtingen probeert te onttrekken.

Omdat de orde in Europa zelf op het spel staat, is er weinig ruimte meer om al te kritisch tegenover onfrisse potentiële bondgenoten te zijn

Ook met Erdogan, wegens eigen extern krijgshaftig en intern autocratisch gedrag de afgelopen jaren binnen de NAVO enigszins in het verdomhoekje beland, kan Europa plots weer door één deur. Zoals Erdogan dat op zijn beurt ook met de Saoedische kroonprins doet, ongeacht een in stukken gezaagde journalist. Het proces tegen de verdachten, dat Turkije onlangs overdroeg aan Saoedi-Arabië, moeten ze nu dus zelf maar in Ryad tot een ‘goed’ einde brengen.

Het is daarbij vooral de economische afhankelijkheid van Europa op het gebied van grondstoffen die, in de zoektocht naar alternatieven voor Russisch gas en olie, dwingt eerdere kritische opmerkingen over mensenrechtenschendingen elders even in te slikken. We zien – en anders zien we ze binnenkort wel – nieuwe westerse delegaties op weg naar Arabische autocraten, of ze niet alsjeblieft… En dat dan vaak in ruil voor wapens, die bijvoorbeeld in Saoedische handen in Jemen heel wat meer aanrichten dan één fatale Nederlandse misser in Hawija.

Spanje moet dezer dagen op eieren lopen om zich niet ofwel van Marokko, ofwel van Algerije te vervreemden als het om de Westelijke Sahara gaat. Rabat en Algiers staan in die kwestie namelijk diametraal tegenover elkaar, waarbij reeds het tonen van licht begrip voor het standpunt van de één voor de ander volstrekt onacceptabel is.

Omdat nu door Poetin de orde in Europa zelf op het spel staat, is er weinig ruimte meer om al te kritisch tegenover onfrisse potentiële bondgenoten te zijn, onder het motto: de vijand van mijn vijand is tenminste eventjes mijn vriend. Zoals in 1941 de westerse geallieerden ook niet schroomden met Stalin een pact tegen Hitler te sluiten, terwijl over de vraag in hoeverre dat acceptabel was in Nederland (geen slachtoffer van Stalin) anders dan in Polen (slachtoffer van beiden) anders wordt gedacht.

In dat opzicht lijkt de situatie weer sterk op die tijdens de Koude Oorlog. Toen werd door het Westen ook menig schurkachtige dictator omarmd, omdat dat dan in ieder geval nog ‘onze’ schurk betrof.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -