Twee weken geleden sprak ik op Springtij, een drie dagen durende conferentie over duurzaamheid. Er waren zo’n achthonderd bezoekers op de conferentie afgekomen, die elk jaar op Terschelling wordt georganiseerd. Een toegangskaartje kostte duizend euro. Het was dan ook geen verrassing dat de meeste deelnemers hoogopgeleid zijn en een goede baan hebben.
Daarom hield ik een verhaal over het belang van het persoonlijke gesprek in de klimaatdiscussie. Klimaatverandering is immers niet een vraagstuk waar alleen de elite zich druk over dient te maken, het gaat de hele samenleving aan. Sterker nog, de armste mensen in de wereld betalen voor klimaatverandering de hoogste prijs.
Terwijl de elite van het bedrijfsleven, politiek en het maatschappelijk middenveld op Terschelling filosofeerde over het klimaat, vond in Den Haag de actie plaats. Zo’n 35.000 mensen namen deel aan de klimaatmars. De toegang was gratis.
Ik sprak met een jongedame die zich schuldig voelde over het feit dat zij een duur kaartje had betaald om op het event op Terschelling te zijn, terwijl in Den Haag mensen de straat op gingen. Ergens geloofde zij in de methode van Greta Thunberg, die de wereldleiders oproept tot ‘real action’.
Dankzij acties van jonge klimaatactivisten als Greta Thunberg en onomstreden wetenschappelijke inzichten staat klimaatverandering nu hoog op de politieke agenda. De urgentie wordt door recente rampen onderstreept, denk aan de dramatische beelden van het brandende Amazonegebied en de stikstofcrisis in Nederland. Dit soort beelden, gecombineerd met documentaires, maken het probleem van klimaatverandering tastbaar voor het grote publiek.
Na ‘zorg’ vinden Nederlanders anno 2019 ‘klimaat’ het belangrijkste politieke onderwerp, leerde ik vorige week door een podcast die werd opgenomen tijdens de klimaatmars in Den Haag. Met andere woorden: niet ‘de’ Nederlandse identiteit maar het klimaat wordt hét grote verkiezingsthema, als er binnenkort verkiezingen zouden worden gehouden.
Om het probleem écht aan te pakken, moet de strijd op diverse fronten worden gevoerd
Welke maatregelen zijn er nodig om een duurzame transitie mogelijk te maken? In de klimaatdiscussie bestaan twee scholen die hierop een antwoord hebben. De eerste school gelooft dat er radicale oplossingen nodig zijn. Niet lullen maar poetsen. We moeten nu meteen stoppen met vervuilende activiteiten zoals vlees eten, vliegen, nieuwe kleren kopen en gascentrales bouwen.
Niet alleen Greta Thunberg, met haar pleidooi voor ‘real action’, behoort tot deze school, maar ook Marianne Thieme, de vorige week afgetreden voorvrouw van de Partij voor de Dieren. Thieme heeft zich als politica verzet tegen wat zij het ‘compromisme’ noemde, de gedachte dat je je idealen in de uitverkoop moet doen omwille van politieke spelletjes.
Ook de activisten van Extinction Rebellion, die deze week Amsterdam blokkeerden, behoren tot deze radicale school. Zij zetten burgerlijke ongehoorzaamheid in als wapen om aandacht te vragen voor het probleem van klimaatverandering.
Maar er is ook een school die stelt dat verandering een geleidelijk proces moet zijn. Keulen en Aken zijn niet op één dag gebouwd, we kunnen niet plotsklaps alles omgooien. En dit brengt mij bij mijn boodschap op de conferentie op Terschelling: klimaatverandering gaat ons allemaal aan.
Het is een vitaal vraagstuk dat zowel de inzet van activisten als de elite nodig heeft. Zij moeten er samen zorg voor dragen dat er noodzakelijke maatregelen worden genomen. Je hebt mensen nodig die het probleem op de agenda zetten, de actievoerders, maar de uiteindelijke beslissingen worden door bestuurders genomen.
De jongedame, die lijfelijk op Terschelling aanwezig was maar geestelijk bij de klimaatmars in Den Haag, is de perfecte belichaming van deze boodschap. Klimaatverandering gaat ons allemaal aan. Of je hier nu tegen strijdt op een dure conferentie of wanneer je op de barricaden klimt, samen werken wij aan een betere wereld.
Om het probleem écht aan te pakken, moet de strijd op diverse fronten worden gevoerd. Het is niet ‘niet lullen maar poetsen’, om even die bekende Rotterdamse uitdrukking te gebruiken, maar ‘lullen terwijl je poetst’.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!