Dat deze maand de Britse koningin is overleden en begraven, is u vermoedelijk niet ontgaan. En evenmin dat men over dat hele proces bijna twee weken heeft gedaan. De halve wereld aan staatshoofden was in Westminster Abbey aanwezig, alleen Poetin mocht niet komen, wat door het Moskou als blasfemie is betiteld – de Russische dictator staat voor Kremlin inmiddels kennelijk gelijk aan God.
De Nederlandse Oranje-afvaardiging zat in de kerk prominent vooraan, waar Biden en Macron met een plaatsje halverwege genoegen moesten nemen. Dat is niet omdat Nederland zo geweldig belangrijk is, maar omdat bij dit soort archaïsche rituelen blauw bloed – hoe verdund intussen bij Amalia door de uiterst burgerlijke afkomst van haar moeder ook – voorrang heeft.
Keizer, koning, admiraal, zoals het bekende kinderliedje wil – daarin komen presidenten en soortgelijke banale lui zonder tot Karel de Grote terug te voeren stamboom niet voor. Die mogen achteraan sluiten in de rij, ook al is Amerika nog altijd een wereldmacht, en Nederland al sinds ruim driehonderd jaar niet meer.
In vroeger eeuwen telde die juiste volgorde zeer nauw, en dat kon tot menig diplomatiek conflict aanleiding geven. In middeleeuws Europa trad de paus, als geestelijk leider, dan als een soort scheidsrechter op: bovenaan kwam de keizer van het Heilige Roomse Rijk, dat wat nu grofweg als Duitsland bekend staat, maar toen veel groter was en ook de Alpenregio en Noord-Italië omvatte. Die zakte vervolgens, naarmate zijn macht en rijk afbrokkelde, en door Luthers Reformatie ook nog eens godsdienstig verdeeld raakte, geleidelijk naar plaats drie: achter de inmiddels machtiger koningen van Frankrijk en Spanje. In het diplomatieke verkeer werden alle soevereine monarchen overigens steeds meer als elkaars gelijken beschouwd.
Maar nog toen Madrid daarom bij de vredesconferentie te Nijmegen in 1679 een ovale onderhandelingstafel voorstelde, verzette Wenen zich hevig vanwege deze doorzichtige poging ‘om de algemene gelijkheid van de koningen met Zijne Keizerlijke Majesteit’ in te voeren. Bij een ovale tafel zit immers, anders dan bij een rechte, niemand aan het hoofd.
Voor de Britten geldt eigenlijk nog steeds dat bij zo’n rechthoekige tafel dan eigenlijk automatisch hún monarch aan het hoofd zou moeten zitten. Het hele illusionaire Brexit-visioen van een ‘Britannia rules the waves again’ is daarop gebaseerd. Hun Queen was gewoon The Queen. Dat andere landen er toevallig soms ook eentje hebben – de Denen sinds 1972, de Nederlanders van 1890 tot 2013 – was secundair.
Dat moest natuurlijk ook met deze groots uitgevallen staatsbegrafenis tot uitdrukking gebracht worden: het Britse wereldrijk bestaat nog steeds, ook al heet het nu Gemenebest. Maar in feite werd dat wereldrijk hier met Elizabeth definitief ten grave gedragen. Het was bij haar aantreden zeventig jaar terug al niet meer wat het ooit was – het Indiase subcontinent ontbrak al – en is nadien alleen maar verder afgebrokkeld.
En nu, na haar overlijden, stelt men zich in al die ‘buitengewesten’, van Canada tot Nieuw-Zeeland, steeds luider de vraag, of men nog wel een staatshoofd wil dat aan het andere uiteinde van de aardbol resideert. Dat overal opborrelende republikeinse sentiment is nog sterker in die landen waar niet, zoals in de genoemde twee en Australië, de nazaten van de blanke Britse kolonisten getalsmatig domineren, maar waar dat voor de oorspronkelijke gekleurde bevolking geldt.
Die kijkt in de regel, begrijpelijk, met heel wat minder nostalgie op het gewezen British Empire terug. En dat geldt ook voor de voormalige koloniën die zich in de afgelopen zeventig jaar van dat Britse juk hebben bevrijd, niet altijd zonder dat Londen getracht had met wapengeweld die bevrijding te voorkomen. Voor deze landen staat Londen voor white supremacy, om even een moderne term te gebruiken, en dat maakt ook de Windsors in hun ogen besmet.
Voor de voormalige koloniën staat Londen voor white supremacy, en dat maakt de Windsors in hun ogen besmet
Elizabeth valt, gezien de sinds de Glorious Revolution van 1688 steeds verder ingeperkte monarchale macht, persoonlijk niet zoveel aan te rekenen. En voor zover bekend heeft zij zich – anders dan haar gemaal – ook nooit aan racistische uitlatingen bezondigd. Maar ze was wel hét symbool van het Britse koloniale systeem. En dat zij bij de afbraak voorop liep, kan niemand beweren. Vorsten lopen bij democratische vooruitgang nu eenmaal zelden voorop. Ook onze eigen Oranjes niet.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!