7.3 C
Amsterdam

Mijn droom van vrede

Lody van de Kamp
Lody van de Kamp
Rabbijn en publicist.

Lees meer

Vanuit de raadszaal op de bovenste verdieping van het stadhuis in Jeruzalem kijken we over de stad heen, ver weg de Judea-woestijn in. We genieten van het schitterende uitzicht. Een van de Palestijnse leden van onze groep verzucht: ’Ik droom dat wat we nu zien eens helemaal Palestina zal zijn.’

De burgemeester van de stad knikt onze vriend minzaam toe. We kijken de burgervader aan. Deze legt zijn hand op de schouder van de man. ‘Een mooie droom. Ieder mens heeft recht op zijn dromen.’

Dit recht om te mogen dromen heb ik mij de afgelopen maanden ook nog maar eens toegeëigend.

In onze gesprekken tussen moslims en Joden hebben wij vanaf 7 oktober opnieuw moeten leren niet alleen met elkaar te praten maar vooral ook om naar elkaar te luisteren. Maar luisteren naar elkaar betekent natuurlijk niet dat we het altijd met elkaar eens zijn. Het gaat erom te horen wat die ander zegt, wat die ander beweegt en wat die ander bedoelt.

Waar Erva en ik het absoluut niet met elkaar over eens zijn is hoe het in Israël en Palestina, na deze zoveelste oorlog, nu verder moet. Gaan we elkaar blijven bestrijden tot het einde der dagen? Of geven we toe aan mijn droom, dat we in staat moeten zijn een streep te zetten onder het verleden en moeten streven naar een vreedzaam bestaan voor iedereen?

Erva confronteert mij met de opmerking dat mijn vredesdroom geen ruimte biedt aan al het Palestijnse leed, waar door Israël nooit verantwoording over is afgelegd. Ik wijs haar vervolgens op de pogroms in Safed en Hebron in de jaren twintig van de vorige eeuw.

Strepen we nu tegen elkaar weg of bieden we tegen elkaar op? ‘Maar Lody, de slachtpartij in 1948 in Deir Yassin door de zionisten dan?’ Het is mijn beurt. ‘En de oorlogen in 1956, 1967 en 1973?’

Ze verwijt mij dat ik niet spreek over de honderdduizenden Palestijnse vluchtelingen, die al jaren als bannelingen in kampen wonen. Ik antwoord haar dat honderdduizenden Joden na 1948 uit de Arabische landen werden verdreven.

De haat is heftig en verdwijnt niet zomaar

En de verschrikkingen in Gaza die meteen daarna kwamen? Moeten we daar ook een streep onder zetten?

Voor alle duidelijkheid, ons gesprek vindt in alle rust plaats. Er is geen sprake van wederzijdse verwijten. We proberen gewoon samen te zoeken naar oplossingen. Alleen, bij die oplossing gaan onze wegen uiteen.

Erva is er helemaal van overtuigd dat een streep onder het verleden zetten het Palestijnse leed negeert. Aan welke kant van de grens ook. Er moet eerst een afrekening en genoegdoening komen voordat er over vrede kan worden gepraat.

Ik houd haar voor dat het wachten op een afrekening de ultieme brandstof is voor de voortzetting van deze honderdjarige oorlog. Met alle afschuwelijke gevolgen van dien.

‘Een mooie droom. Ieder mens heeft recht op zijn dromen,’ zei de burgemeester van Jeruzalem.

Graag maak ik gebruik van dat recht. Ik droom van die streep eronder.

Al het verdriet, al het onrecht, al het menselijk leed, het is te veel om te bevatten. De haat is heftig en verdwijnt niet zomaar. En een afrekening van de materiële schade van honderd jaar oorlog overstijgt vast en zeker de begroting van alle landen die betrokken waren bij het conflict. Dit gegeven is voor mij alleen al voldoende om te kiezen voor die streep. Ook wanneer het vooralsnog een droom is.

Dromen van vrede is een betere realiteit dan wakker liggen van aanslagen en bombardementen. De gewapende strijd voor genoegdoening en waarheidsbevinding loopt altijd achter bij het vinden van een vreedzame oplossing. Dat inzicht moeten we, na decennia van oorlog, wel hebben.

Erva is het niet met mij eens. En dat is haar goed recht. Maar ik laat mij niet van mijn gedachten afbrengen.

Het spookbeeld van nóg meer slachtoffers, van nóg meer ouders die hun kinderen verliezen of kinderen die hun vader en moeders kwijtraken, de angst voor verdere uitbreidingen van de gewelddadigheden, het is meer dan een nachtmerrie.

Ik lever deze nachtmerrie met alle liefde in voor mijn droom, waarin het verlangen naar vrede uiteindelijk waarheid wordt.

En beste Erva, is het echt niet alleen maar een droom?

Wakker worden uit dat droombeeld is niets minder dan een eerste stap naar datgene waar elk mens ook daar in de regio naar verlangt. Vrede. Dat is de droom die wij om kunnen zetten naar de werkelijkheid.

Hopelijk vinden Erva en ik elkaar spoedig hierin.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -