3.7 C
Amsterdam

Moeten we foute kunstenaars niet cancelen?

Thomas von der Dunk
Thomas von der Dunk
Publicist. Cultuurhistoricus.

Lees meer

Poetins vernietigingsoorlog tegen Oekraïne heeft niet alleen menig monumentaal bouwwerk in Charkov of Marioepol verwoest. Tot de culturele nevenschade behoort ook het verbreken van banden tussen Europese en Russische culturele instellingen. In Nederland geldt dat voor de Hermitage in Amsterdam. Dat wil sindsdien niets meer met het moedermuseum in Sint Petersburg te maken hebben, ook al betekent dat in feite dat het voorlopig niet verder kan.

En terwijl Rusland in een totalitaire staat verandert en daarom al een groot aantal Russische artiesten naar het vrije buitenland is uitgeweken – met een bandlid van Pussy Riot in de vermomming van flitsbezorger als meest spectaculaire ontsnapping – hebben andere zich juist onvoorwaardelijk achter de massamoordenaar in het Kremlin geschaard. De Russische dirigent Valéry Gergiev is om die reden sindsdien niet meer in het Westen welkom; ook het Rotterdams Philharmonisch Orkest heeft alle banden met hem verbroken.

Nu bestaan er nog meer massamoordenaars dan Poetin, en ook in de door hen geterroriseerde landen lopen artiesten rond die zich graag de gunsten van een bruut regime laten aanleunen. Niet de minste onder hen is de Syrische dictator Assad, die door zijn Russische soortgenoot in het zadel wordt gehouden. Over de gruwelijke methodes waarmee zijn geheime dienst het Syrische volk onderdrukt, is deze maand een schokkend boek van de Amsterdamse hoogleraar Genocidestudies Ugur Ümit Üngör verschenen.

Maar zoals Gergiev er geen been in ziet om zijn steun aan Poetin uit te blijven spreken, zo lopen er ook in Damascus musici rond die er geen been in zien om grijnzend en zoenend met Assad op de foto te gaan.

Eén hunner is de in Syrië geboren Georges Wassouf, die Assad in 2014 als een ‘man met een goed hart’ betitelde. Een ander de Syrische zanger Rabih al Asmar, die Assad zelfs nog vorig jaar prees als een groot voorbeeld ‘voor het Syrische volk en het volk van Libanon, Palestina, Irak en de hele Arabische wereld’. Op 7 mei trad de eerste op in het Gelderse Druten, de tweede in partycentrum Arzo in Beverwijk.

De Volkskrant berichtte er in een lang artikel op 4 mei over, in het kader van de ‘Bevrijdingsweek’ – en dat maakte hun komst extra pijnlijk. Juist ook voor de talloze Syrische vluchtelingen die in Nederland een veilig heenkomen hebben gevonden, en zo met een lofzanger van de barbaarse tiran uit hun vaderland werden geconfronteerd.

Terecht klonken er dan ook protesten tegen hun beider komst. De krant citeerde de Syrische publicist Kawa Rashid, die de hypocrisie hekelde om juist in de week waarin de Tweede Wereldoorlog wordt herdacht de loper uit te leggen voor de sympathisant van een regime dat honderdduizenden eigen burgers doodgemarteld heeft.

De in Syrië geboren Georges Wassouf noemde Assad een ‘man met een goed hart’. Hij trad op in het Gelderse Druten

De Nederlandse overheid schijnt zich zeer formalistisch opgesteld te hebben – bij morele vraagstukken hier te lande een vertrouwd patroon. Als er geen wetten in de weg staan, zijn er al snel ook niet langer bezwaren – we zagen dit ook jarenlang toen het fout Russisch geld op de Zuidas betrof. Onderzoek, zo lieten de desbetreffende autoriteiten nu weten, had niets opgeleverd dat een reden was om hun komst te cancelen.

Zoals een in Nederland woonachtige criticaster van Syrische afkomst te kennen gaf: en dat ‘als je bedenkt dat de ambassade voortdurend visumverzoeken afwijst van Syriërs die hier op familiebezoek willen komen. Ik mag hopen dat het niet de Nederlandse overheid is die hem een Schengenvisum heeft verstrekt’.

Ik vrees van wel. De woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken gaf althans te kennen dat bij visa-aanvragen ‘een familiebezoek anders beoordeeld wordt dan een lezing’. Nu, dan weet je het wel. Een dictatorsvriendje dat hier ‘alleen maar optreedt’, hoepelt na afloop immers weer op. Bij familie van voor een dictator gevluchte burgers weet je dat maar nooit.

Maar naast de overheid is er natuurlijk nog een partij met een morele verantwoordelijkheid: de organisator. Arzo-eigenaar Omar Johari: ‘Dat hij een aanhanger is van Assad zou best kunnen, daar houd ik mij niet mee bezig. Ik bekijk het puur economisch.’ Inderdaad: in dát opzicht is Johari in het land van Rutte en Hoekstra perfect ingeburgerd.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -