Er is enorme schaarste op de woningmarkt. Voor veel Nederlanders is het bemachtigen van een eigen woning kansloos en huren een lijdensweg van jaren. Bij Nederlanders met een migratieachtergrond komt daar nog discriminatie bovenop. Hoog tijd om meer met elkaar samen te werken, om de sociale kwestie van de eenentwintigste eeuw aan te pakken.
Elke week app ik twee huizen van Woningnet naar een vriend. Al zeker meer dan een jaar nu. Het is een ritueel geworden sinds ik plek 30 of 40 begon te naderen: hoeveel millimeters heb ik deze week weer gemaakt? Mijn vriend reageert er bijna nooit op. Waarom zou hij? Je kan hoog of laag springen – wachten zal je, voor een sociale huurwoning in Amsterdam. De gemiddelde wachttijd is veertien à vijftien jaar. Dat is makkelijk gezegd. Maar er zit veel pijn en woede in die vijftien jaar.
Mijn broer herinnert zich nog goed dat ik tegen mijn moeder schreeuwde: ‘Als ik achttien ben, ga ik oprotten uit dit huis!’ Ik mocht niet naar het schoolfeest, maar ging toch stiekem – zoals bij zo veel dingen die niet mochten. ‘Je woont er nog steeds’, wrijft mijn broer er af en toe weleens in. Maar die vlieger gaat ook voor hem op. En voor anderen. Als dertigers zitten we bij onze ouders op schoot. De vernedering is compleet.
Wie is voor deze schandalige toestand verantwoordelijk? En waar ligt de verlossing? Vaak wordt gewezen op vluchtelingen die, ‘vers uit het azc’, een urgentieverklaring en een woning krijgen. Hoewel ik die reactie kan begrijpen voor mensen die al jaren op de wachtlijst staan, is het een afgunstige zondebokanalyse. De lange wachttijden bestonden immers al lang voordat de vluchtelingen in 2015 hier ‘in groten getale’ aankwamen. Neen, voor het lange wachten moet men de hand toch in eigen boezem steken.
Terwijl één man zesduizend woningen bezit, zijn er duizenden Nederlanders die niets hebben
Uit nieuw onderzoek door de Volkskrant blijkt dat het aantal huurhuizen, dat in bezit is van de grootste particuliere eigenaren, in tien jaar tijd met 22,3 procent is gestegen. ‘Ook grote institutionele beleggers kochten de afgelopen jaren huurhuizen bij. Woningcorporaties hebben onder druk van de overheid juist bezit verkocht’, meldt de Volkskrant. Dus terwijl er enorme schaarste is in de sociale huursector, worden er nog steeds woningen daaruit onttrokken. Waanzin! Er moet fors meer gebouwd worden, vooral sociale huurwoningen.
Ook is het schokkend om kennis te nemen van huisjesmelkers die steeds meer bezit vergaren. De Volkskrant typeert ze als volgt: ‘De grootste particuliere huurbazen zijn mannen van middelbare of hogere leeftijd. Ze zijn selfmade en begonnen vaak met één of twee pandjes.’ Zo heeft Aat van Herk, nummer 1 op de lijst, bijna zesduizend woningen in bezit, die samen 1,2 miljard euro waard zijn. Voor de goede orde: terwijl één man zesduizend woningen bezit, zijn er duizenden Nederlanders die niets hebben. Geen wonder dat Van Herk nooit interviews geeft, zulke wetenswaardigheden van ongelijkheid negeer je het liefst als fat cat.
Overigens – en dit benoemt de Volkskrant weer niet – is de lijst met de tien grootste particuliere verhuurders helemaal wit: Aat van Kerk, Harry Hilders, de familie Grouwels, Erven Henk Stienstra, Martin van Wettum, Chris Thünnessen, André Daelmans, de Stichting Familie Schopman, Cock van Mourik en Marc Verhagen. Dit staat in schril contrast, dacht ik, met de mensen die ik tijdens mijn woningbezichtiging – de eerste in drie jaar tijd alweer – zag, vorige week. Dat waren allemaal mensen met een migratieachtergrond. Er was maar één witte man bij: dat was de huismeester, die ongeduldig onze namen afvinkte.
Vorig jaar bleek uit onderzoek van de Groene Amsterdammer dat aspirant-huurders met een niet-Hollandse naam significant minder positieve reacties krijgen als zij op een woning reageren dan mensen met een Hollandse naam. Alsof de schaarste niet genoeg is, komt deze discriminatie er nog bij. Woningcorporaties of andere verhuurders die discrimineren moeten hard aangepakt worden met boetes. Elke dag die wij langer moeten wachten – vanwege onze afkomst of sociaaleconomische positie – is één onbetaalbare dag te veel. Nederland is niet alleen van de rijke witte mannen. Nederland is van ons allemaal.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!