Het was 1984. De voordeur van het Bisschoppelijk Paleis aan de Haarlemse Nieuwe Gracht werd geopend. De prelaat heette ons welkom met een hartelijk ‘Bij ons thuis hebben wij ook wel eens Jodenmensen over de vloer gehad’. Maar daar kwamen wij niet voor.
De Joodse gemeenschap was ontstemd over recente uitlatingen van de kerkelijke ambtsdrager in een interview over Joden. Het had allemaal te maken met een groepje Poolse nonnen die zich gevestigd hadden op het terrein van het concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz. Vanaf die plek wilden zij bidden voor de Joden. De Joodse gemeenschap vond dat dergelijke katholieke gebeden voor Joden overal verricht mogen worden. Maar niet daar op die plek waar zoveel Joden juist vanwege hun Joods-zijn vermoord waren.
‘Gelooft u mij, heren rabbijnen, de Nederlandse bisschoppen willen ook niets liever dan dat de nonnen van hun plannen afzien’, begon de Haarlemse bisschop zijn betoog. ‘Alleen, daar gaan wij in onze Nederlandse kerkprovincie niet over. Wij mogen ons er ook niet mee bemoeien’. Voor ons teleurstellend. Maar de bisschop ging door met zijn verhaal. ‘U moet bij mijn collega in het Poolse Krakau zijn. Auschwitz maakt deel uit van zijn diocees.’
Nou, dan wisten we dat tenminste. ‘Maar, beste mensen, u moet wel beseffen dat de Poolse bisschop in Krakau ook een heleboel kan willen. Maar voor het verplaatsen van deze nonnen naar een plek buiten het kampterrein, daar gaat de moederkerk in Polen niet in mee.’ Onze volgende domper.
Maar de hooggeplaatste geestelijke was nog niet klaar met zijn verhaal. ‘Alleen de bisschop van Rome, de Paus, kan zich hiermee bemoeien. Hij heeft het hoogste gezag en daarmee mag hij over de grenzen van zijn eigen bisdom, Rome, heen spreken.’ Dus wat, moesten we helemaal naar Rome gaan? ‘Nou nee, de Paus mag over de grenzen van zijn diocees heen spreken wanneer het gaat over geloofszaken of ethische kwesties. En hier betreft het ‘slechts’ de locatie van een klooster.’
Tien minuten later stonden we – drie stappen vooruit en vier achteruit – weer buiten op de Nieuwe Gracht. Nog steeds lege met handen.
In deze bizarre tijd dringen feiten zich op over toch wel onzekere geldstromen uit Oost-Europa binnen ons politieke en parlementaire stelsel. Met dit geld zou invloed, chaos en afbraak van ons democratisch systeem worden bewerkstelligd. Recent onderzoek laat zien dat dit aangepakt dient te worden. Maar ja, de Kamer is zelf heel terughoudend wanneer het gaat over fractiegeldstromen. Dus eerst maar eens een onderzoek van de Rekenkamer, terwijl de Rekenkamer enkel onderzoek doet en geen maatregelen kan nemen.
En zo wordt onze democratische burger van het kastje naar de muur gestuurd. Net zoals wij toen op die Haarlemse gracht
Als er echt iets mis is, dan komt mogelijk de AIVD in beeld. Alleen is de AIVD weer afhankelijk van het Openbaar Ministerie. En, u raadt het al, het OM doet niets tenzij de Kamer zelf aangeeft dat er iets te vrezen valt. Dus besluit de Kamer het onderzoek van de Rekenkamer maar af te wachten. En zo wordt onze democratische burger van het kastje naar de muur gestuurd. Net zoals wij toen op die Haarlemse gracht.
Dit is een gebrek aan functionerend zelfreinigend vermogen van ons parlement. Hoe was dat ook alweer bij de toeslagenaffaire? Er werd zomaar ineens een nieuwe staatssecretaris benoemd om deze afschuwelijke zaken voor de gedupeerden op te lossen. We zijn nu twee jaar verder. De zaken liggen er nog net zo afschuwelijk bij. En die speciale staatssecretaris? Die heeft inmiddels die heel andere portefeuille van Koninkrijkszaken op haar bordje genomen. Mogelijk een stuk rustigere baan dan die toeslagenellende.
De slachtoffers van de affaire staan onderhand weer buiten op de stoep. Alweer met lege handen, niet slechts in Haarlem of in de residentie. Nee, nog steeds verspreid en murw gebeukt over het hele land.
De zwakte van onze democratie gaat onder in het dossier ‘niet opgeloste zaken’.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!