11.7 C
Amsterdam

Onze tweeslachtige omgang met salafisten

Thomas von der Dunk
Thomas von der Dunk
Publicist. Cultuurhistoricus.

Lees meer

Delft de staat na het Haga Lyceum-debacle straks voor de tweede keer het onderspit, omdat wat hij politiek wil wettelijk niet kan? Opnieuw staat nu, bij de verhoren van de Tweede Kamercommissie, de bezorgdheid voor fundamentalistische hersenspoeling van Nederlandse moslims centraal. Een parallelle samenleving van een radicaal orthodox-religieuze minderheid: in de jaren vijftig, toen volgens Wilders, Baudet en andere historische analfabeten ‘Nederland nog Nederland was’, noemden we dat Verzuiling. Door de ontkerkelijking is die ons vreemd geworden, van de laatste bijbelreservaten op de Veluwe afgezien.

Het punt is dat veel van de gehekelde opvattingen en gedragingen ook bij orthodoxe christenen of joden lang gangbaar waren, of nog zijn – en dat we dit wel van hen accepteren. Ik zal zeker niet beweren dat die opvattingen allemaal wenselijk zijn, wel dat dienaangaande ook in autochtoon Nederlandse meerderheidskring in een nog niet eens zo ver verleden lang heel anders werd gedacht of gehandeld. Loop maar eens na wat tijdens de verhoren, dan wel in de Haga-kwestie, concreet aan stenen des aanstoots ter tafel gekomen is.

Islamitische scholen, waar kinderen allemaal van dezelfde religie zijn, zodat die daardoor niet met andersdenkenden in aanraking komen: de essentie van al het bijzonder onderwijs (maar daar mogen we het van Arie Slob niet over hebben).

Scheiding van jongens en meisjes, niet alleen bij gymnastiek, maar ook in de klas? Het eerste was in mijn jeugd ook op openbare scholen nog vanzelfsprekend, en is daarna kennelijk helemaal fout geworden. Scheiding in de klas? Het katholieke zuiden kende tot in de jaren zestig zelfs, als volstrekte vanzelfsprekendheid, tal van aparte jongens- en meisjesscholen, vaak verbonden met een internaat (over de misstanden waar dat met hitsige paters toe leidden, zullen we het nu niet hebben).

Feesten? Of ieder zelf iets aan zijn verjaardag doet, moet hij zelf weten. Dat lijkt mij geen regeringszaak. En verplicht mij als niet-door-Oranjenevel-bedwelmde republikein niet tot het vieren van Koningsdag! Carnaval? Boven de grote rivieren ooit ondenkbaar. Die o zo Nederlandse Sinterklaas: die kwam er een halve eeuw geleden in het nog veel Nederlandsere Staphorst niet in. Ja, wat had u dan van zwarte-kousen-protestanten verwacht? De verering van een paapse heilige???

Kledingvoorschriften voor schoolmeisjes? (Het gaat zelden over die voor jongens.) Tegenover orthodox-islamitische controle op de lengte van hoofddoeken staat orthodox-protestantse op de lengte van rokken. Mannen die vrouwen geen hand geven? Dat doen zeer orthodoxe joden ook niet. Oproepen aan vrouwen om bij de stembus weg te blijven? Is de SGP al verboden? En met hel en verdoemenis over ongelovigen, afvalligen en zondaren – homo’s en hokkers – zijn de bijbehorende predikanten nog steeds niet helemaal vies. Kees van der Staaij ondertekende dan ook de beruchte Nashville-verklaring. Hoewel het niet aan de ware gelovige was om God daarbij een handje te helpen: dat de ketterse ander in de hel belandde, was ook in onze ‘tolerante’ Gouden Eeuw voor ieder gelovig christenmens boven alle twijfel verheven.

Zeker: een openlijke oproep tot geweld ontbreekt nu in Nederland gelukkig. In dat opzicht is er sinds de godsdienstoorlogen in Europa wel bijgeleerd. Wat dat betreft formuleren salafistische imams hun wensen zeker wat onverbloemder. En ook in de Verenigde Staten ligt dat al anders; daar komt bij abortusklinieken nog religieuze eigenrichting voor.

Bij de financiële macht achter het salafisme komt ook Europa om de hoek kijken

‘Wij zijn volwaardig onderdeel van de samenleving, en bepalen mede de normen en waarden hier, of u het nu leuk vindt of niet’, aldus imam Suhayb Salam van de omstreden alFitrah-moskee bij zijn verhoor. Dat is dus precies waarvoor veel niet-moslims bang voor zijn: dat zo’n fundamentalist ook hén ooit de normen voorschrijven zal. Het is koren op de molen van PVV en FvD; als vanouds versterken de extremisten elkaar. Daarin zit ook de kern van de door hen uitgebuite angst voor massamigratie, en dat is vooral een kwestie van aantallen.

Het meest last van deze salafistische, met geld uit Saoedië-Arabië of de Golfstaten gefinancierde imams hebben overigens vooral de Nederlandse moslims zelf. Enerzijds omdat zij met de salafisten op één hoop gegooid dreigen te worden, anderzijds omdat de salafisten zich allereerst op hún ‘disciplinering’ richten.

Het verzet tegen hun geestelijke terreur zal dan ook vooral van de gematigde moslimmeerderheid moeten komen. Van precies degenen dus die door de fundamentalisten als afvalligen worden verketterd – en afvalligen zijn altijd erger dan heidenen, want heidenen kunnen niet beter weten, en afvalligen wel.

Dat verzet tegen salafistische indoctrinatie vergt veel moed. Je moet de angst overwinnen om als ‘slechte moslim’ te worden weggezet. Je moet opboksen tegen de beschuldiging niet te leven volgens de letter van de Koran – bij alle godsdiensten met een heilig boek een heikel punt. En je moet opboksen tegen een zeer kapitaalkrachtige tegenstander, die de morele kracht van zijn waarheidsclaim bovendien ondersteund ziet worden door het feit dat hij het in de heiligste plaatsen van de islam voor het zeggen heeft.

Bij die financiële macht achter het salafisme komt ook Europa zelf om de hoek kijken. Die macht steunt sterk op onze eigen olieverslaving – voor die een eeuw geleden ontstond, was het Arabische schiereiland een straatarme woestijn. Maar niet alleen dat: Saoedi-Arabië wordt ook gezien als een welkome handelspartner voor wapenfabrikanten, en als bondgenoot tegen Iran.

Hoe lang valt die tweeslachtige houding vol te houden dat je Saoedische financiële steun aan salafisten als staatsgevaarlijk beschouwt en dat tegelijk bijvoorbeeld het Nederlandse koningshuis innig met het Saoedische om blijft gaan? Dat is toch alsof je de trollenfabriek van Poetin meteen maar een werkkamer in het Witte Huis aanbiedt.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -