In ons land beleeft de dialoog tussen de verschillende geloofsgemeenschappen nog steeds gouden tijden. Het overlegorgaan Joden en christenen, het OJEC, bestaat al meer dan veertig jaar. Het initiatief van de mannen en vrouwen van het eerste uur zoals rabbijn Rodrigues Pereira, dominee Simon Schoon, mevrouw Marion Kunstenaar en anderen, wordt ook in een tijd waar dialoog vaak plaatsmaakt voor polarisatie hardnekkig en fatsoenlijk voortgezet.
Vijftien jaar geleden kreeg het OJEC er een zusteroverleg bij, het OJCM. En daar schuiven én Joden én christenen én moslims samen aan.
Deze religieuze gesprekken begonnen in 1941 in het Verenigd Koninkrijk. Terwijl nazi-Duitsland massaal Joden ombracht, kwamen aartsbisschop William Temple en de Britse opperrabbijn Joseph Hertz bij elkaar om te kijken hoe zij iets van hoop konden brengen na eeuwen van religieuze disputen, gedwongen bekeringen, inquisitie, getto’s, en nu dan die massavernietiging.
Religieuze gesprekken verlopen soms nog steeds moeizaam. De godsdienstige geloofspunten zijn zo uiteenlopend, terwijl het voor ieder van de gesprekspartners vaak gaat over heel diepe waarheden die onaantastbaar en niet inwisselbaar zijn. Met de Bijbel, de Koran en de Thora op tafel kan er niet gepolderd worden.
Toch blijkt daar waar het intermenselijk respect net zo onopgeefbaar is als het recht op het godsdienstig gelijk het gesprek altijd zijn religieuze vruchten afwerpt.
Met het OJEC en het OJCM hebben christenen, moslims en Joden aan tafel geleerd samen te staan voor hun gezamenlijke en wederzijdse belangen.
‘Met een dominee De Reuver mag de christelijke kerk zich gelukkig prijzen’
Nog maar heel recentelijk, toen er vanuit de Joodse gemeenschap bezwaar werd gemaakt tegen het gebruik van anti-judaïstische teksten bij het rooms-katholieke paasgebeuren in Overijssel, was het het aartsbisdom zelf dat onmiddellijk stappen ondernam om hier een einde aan te maken. Een van de talloze vruchten.
Maar de gesprekken verliepen niet altijd gemakkelijk. Een geschiedenis vol tegenstellingen en strijd laat zich aan de gesprekstafel niet gemakkelijk uitvlakken. Vaak begrepen we elkaar niet. Soms gebruikten we uitspraken en uitdrukkingen die op het verkeerde moment de meest gevoelige snaar van de gesprekspartner raakten.
Het was niet uitzonderlijk dat het gesprek op het scherp van de snede werd gevoerd. Op het scherp van die snede. Maar nooit eroverheen.
Tussen christenen en Joden zijn het natuurlijk de kerkgenootschappen die met elkaar in gesprek zijn. Onlangs sprak PKN-voorman René de Reuver zich uit over de verbondenheid van de Protestantse Kerk in Nederland met de Palestijnen in en rond Israël.
De inhoud van deze uitspraak werd bijna vanzelfsprekend meteen een agendapunt van de christelijk-joodse dialoog in ons land. Gevoelig als dat onderwerp is. En inderdaad, de behandeling van dat punt, werd gevoerd op het scherp van die snede.
Maar, ook hier, óp het scherp van de snede, maar niet eroverheen. Zo gaan wij als geloofsgemeenschappen met elkaar om.
Buiten de geloofsgemeenschappen wil men zich ook nog wel eens met de religieuze dialoog bemoeien. Eén onwelgevallig woord over Israël, of over het conflict tussen Palestijnen en Joden, en van uit die kring wordt dan bijna ongenadig gezwaaid met beschuldigingen en ook met scheldpartijen.
Dat overkwam ook De Reuver. In de seculiere pers kwam zijn pleidooi voor aandacht voor de Palestijnen hem op de titel ‘schijnheilig’ te staan. Hoe abject en volstrekt onacceptabel om deze geestelijk leider van dat grote kerkgenootschap zo te noemen. Of men nu blij is de stellingname of deze af wil keuren, staat daar volkomen buiten. Nederland kent de heer De Reuver inmiddels als een religieus leider die precies doet wat van religieuze leiders verwacht wordt. Zich uitspreken over zaken waarvan hij als geestelijke vindt dat over gesproken moet worden.
Te lang hebben kerken en andere religieuze bewegingen zich terughoudend opgesteld daar waar het om maatschappelijke, politieke of educatieve bemoeienissen betreft binnen onze hedendaagse samenleving. Met een dominee De Reuver mag de christelijke kerk zich gelukkig prijzen nu iemand in haar gelederen te hebben die zich wel uitspreekt. Over allerlei zaken.
Met dit niet-religieuze polariserende gekakel over een gerespecteerd kerkleider dat niets van doen heeft met een dialoog, kan veel schade worden toegebracht aan het gesprek tussen de verschillenden religieuze gemeenschappen. Ook hier kan polarisatie ertoe leiden dat elk van de groeperingen zich terugtrekt in de eigen religieuze schulp waar het tenminste veilig is en men niet bloot staat aan ordinaire scheldpartijen over beschuldigingen.
De dialoog tussen Joden en christenen, begonnen door een Britse aartsbisschop en opperrabbijn, is in 1941 heel kwetsbaar begonnen. Maar in de loop van de jaren is het, mede dankzij het aanschuiven van de islamitische gemeenschap, uitgegroeid tot een krachtig en onopgeefbaar gesprek, ook in ons land. Krachtig als het is, de polarisatie van buitenaf kan het zomaar kapot maken. Zoals polarisatie dat ook doet binnen andere segmenten van de samenleving.
En mochten we het met elkaars wederzijdse uitspraken niet eens zijn, wij weten hoe we elkaar aan de dialoogtafel kunnen vinden zodat gelovigen elkaar niet uit het oog verliezen. Op het scherp van de snede, nooit daar overheen.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!