21 C
Amsterdam

Schoof, waar blijft die rode lijn?

Lees meer

Ik moet eerlijk bekennen: ik hield mijn hart vast, toen ik hoorde dat precies een maand na het eerste Rode Lijn protest er door de organisatoren alweer werd opgeroepen naar het Malieveld te komen. Niet dat de noodzaak om te demonstreren minder urgent was dan een maand geleden. Integendeel – na de val van het kabinet was het juist des te belangrijker om de druk op de ketel te houden.

Zeker nu was gebleken dat het vertrek van de PVV voor Schoof en de overgebleven drie partijen geen enkel verschil had gemaakt; met uitzondering van een verzoek tot nader onderzoek, bleef het na de vorige demonstratie akelig stil in Den Haag. Geen sancties tegen Israël, geen stop op de levering van onderdelen voor gevechtsvliegtuigen, geen rode lijn. En dat terwijl de genocidale oorlog van Israël dagelijks nieuwe slachtoffers maakt. Artsen, journalisten, hulpverleners. Mensen die worden neergemaaid terwijl ze wachten in de rij voor voedsel, dat niet komt. Baby’s die sterven van de honger. Om over de escalatie op de bezette Westelijke Jordaanoever en de recente aanval op Iran nog maar te zwijgen.

Beeld: de Kanttekening

Dus dat we weer de straat op moesten voor de vrede, dat was glashelder. Ik maakte me alleen zorgen of we dit keer wel met genoeg mensen zouden zijn. Wat als de opkomst tegenviel? Wat als mensen zouden denken: ‘alweer een demonstratie?’ Al toen ik aan kwam fietsen zag ik dat mijn zorgen totaal voor niets waren geweest. Mijn stad kleurde wederom rood. Hele trams vol met in het rood geklede mensen, rijen dik liepen ze op de stoep, met massa’s kwamen ze aan op het station, zoveel zelfs dat de treinen het nauwelijks aan konden. Kinderen, opa’s en oma’s, hele gezinnen: uit heel het land waren ze gekomen om Vaderdag te vieren op het Malieveld. ‘Deze Vaderdag denken we aan de vaders van Gaza’ stond er op een bord.

Terwijl de rode stoet zich in beweging zette richting Vredespaleis kwamen er nog steeds mensen aan op het station. Ze bleven maar komen, studenten, vakbondsmensen, politici, gepensioneerden, mensen zoals u en ik. Allemaal op de been om nóg een keer een rode lijn te trekken. Tegen genocide. Voor medemenselijkheid. Tegen het wegkijken. Voor sancties. Ontroerend vond ik het, net als de vorige keer. En hoopvol.

Ik maakte me alleen zorgen of we dit keer wel met genoeg mensen zouden zijn

Want dat er dit keer niet 100.000 maar zelfs de helft meer mensen hun stem lieten horen, is een stevig signaal naar dat inmiddels demissionaire kabinet van ons, dat Israël nog steeds blijft steunen. ‘Wij zijn met meer’, stond er op verschillende borden. En zo is het.

Waar het de vorige keer pijnlijk stil bleef vanuit het kabinet-Schoof, kwam er dit keer wel een reactie. ‘We zien jullie en we horen jullie. Ons doel is uiteindelijk hetzelfde: om zo snel mogelijk een einde te maken aan het leed in Gaza.’ Serieus, mijnheer Schoof? Uw kabinet heeft anders al vele, vele kansen laten lopen om de daad bij die mooie woorden te voegen. Door moties en VN-resoluties die vroegen om een onmiddellijk staakt het vuren of een einde aan de humanitaire blokkade te steunen. Door de Palestijnse staat te erkennen – iets wat Noorwegen, Ierland en Spanje onlangs wel deden. Door niet langer onderdelen uit te voeren voor vliegtuigen waarmee Israël onschuldige Palestijnse burgers bestookt, dag in, dag uit. Door in Brussel niet te vragen om een onderzoek, maar te pleiten voor keiharde sancties. Kortom: door eindelijk eens kleur te bekennen.

Want die rode lijn, die is allang getrokken. Door de VN, internationale hulporganisaties, beide in Den Haag gevestigde internationale gerechtshoven. En vandaag door ruim 150.000 landgenoten. Nou u nog.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -