Mark Rutte was nog bezig met de geestelijke verwerking van de zoveelste medaille van Irene Wüst, toen Vladimir Poetin Oekraïne binnenviel. Er gebeurde dus precies wat was voorspeld: de Russische dictator wachtte met zijn inval tot iedereen uitgejuicht terug was van de Winterspelen, zodat het feestje van zijn Chinese collega niet werd verstoord.
Politiek en sport zijn twee héél verschillende dingen: dat was decennialang de vaste mantra, steeds als er weer een toernooi in een onfris land werd gehouden. De mantra zowel van de organisatoren, als van de deelnemers, die zich beiden angstvallig hoed(d)en om iets onaardigs over het gastland te zeggen. En vooral mocht je de mooiste dag in het leven van zo’n topsporter niet bederven.
Dat die mantra een leugen is, kon iedereen tenminste al sinds de Olympische Spelen van 1936 weten: één groot spektakel ter meerder glorie van het naziregime in Berlijn. Het bekendste voorbeeld van sportwashing – een term die we toen nog niet kenden, omdat het Engels nog niet zo allesoverheersend was – maar zeker niet het laatste. De Spelen in Sotchi en Peking, de wereldvoetbalkampioenschappen in Qatar, de Grand Prix in Abu Dhabi: zij vallen in dezelfde categorie.
Nu plotseling schijnt iets van het besef door te dringen dat sport en politiek niet te scheiden zijn, en dat er voor het Westen misschien hogere waarden te verdedigen zijn dan de wereldtitel van Max Verstappen. De wereldjudobond gooit Poetin eruit en in Russische steden geplande internationale sportevenementen worden gecanceld.
Ook neemt de Engelse voetbalclub Chelsea afscheid van de Russische oligarch en Poetinvriend Abramovich, die de club ooit met zijn in Rusland bijeengeroofde miljarden had opgekocht. Dat dat laatste mogelijk was, valt niet los te zien van de absurde miljoenensalarissen voor topvoetballers, waarmee clubs op de transfermarkt tegen elkaar opbieden en die alleen op deze manier opgebracht kunnen worden.
Pas nu schijnt er een grens te zijn bereikt – nog in Sotchi, vlak voor de Russische annexatie van de Krim, dronk Willem Alexander nog gezellig een biertje met Poetin. Hoe zou híj daar nu op terugkijken?
Nu ineens schijnt iets van het besef door te dringen dat er voor het Westen misschien hogere waarden te verdedigen zijn dan de titel van Max Verstappen
Laten we er niet om heen draaien: de internationale topsport is tot op het bot doorgerot. De soms idiote locaties van de wedstrijden – voetbal op een plaats waar je meestal smelt, schaatsen op een plaats waar het zelden vriest – vallen niet los te zien van de corruptie die zowel het IOC als de FIFA al decennia in haar greep heeft. Corruptie op twee vlakken: omkoopbaarheid van de afzonderlijke leden, met geschenken overladen, en omkoopbaarheid van het gezelschap als geheel.
Daarbij gaat het om het feit dat dictatoriale regimes veel meer bereid zijn om het zo’n internationale sportkoepel naar de zin te maken, met extra faciliteiten en extra privileges. Voor een Poetin of Xi mag zoiets een lieve duit kosten, van protesterende belastingbetalers of dwarsliggende burgers heeft men geen last. Als besloten is dat er op een bepaalde plek een stadion moet komen, dan veegt het regime daarvoor desnoods een hele woonwijk aan de kant.
Toen het IOC ooit eens aparte rijstroken voor zichzelf verlangde, kon Nederland, na formulering van de onoverkomelijke bezwaren daartegen, zijn kandidatuur meteen vergeten. Ook met de manchetknopen die men als aardigheid voor de IOC-bestuursleden in gedachten had, kwam men niet ver. Dat dat ver beneden de eigen omkoop-verwachtingen was, lieten sommigen ook openlijk blijken.
Omdat Mijn Fiets Daar Stond, aldus de titel van een film van Louis van Gasteren uit 1966 over een wat al te hardhandig politieoptreden tegen een student, die zich met die woorden had verweerd. Voor die student ging zijn fiets even vóór de regels die de politie had bedacht. In China zou die student het niet in zijn hoofd halen om aan zijn fiets voorrang boven de autoriteiten te geven. Zo’n land garandeert ook makkelijker een ongestoorde voortgang van de spelen dan Nederland.
Bij ons bestaat daarop overigens één uitzondering: zodra het gaat om een lid van het Koninklijk Huis. Als prins Bernhard junior, even weinig deugend als zijn gelijknamige grootvader, zich achter de omstreden heropening van het racecircuit in Zandvoort schaart, dan zijn regels geen regels meer, en ligt zelfs GroenLinks in de gemeenteraad niet dwars.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!