11.5 C
Amsterdam

Trots

Kiza Magendane
Kiza Magendane
Schrijver. Publicist. Politicoloog. Beleidsondernemer.

Lees meer

Tien jaar geleden kreeg ik een prijs uitgereikt voor een column. Ik deed mee aan Kunstbende 2009, een talentenjacht die jongeren wil stimuleren om kunst te maken. Voor de Drentse voorronde in Assen kreeg ik de tweede prijs in de categorie taal. Ik woonde toen twee jaar in Nederland. ‘Wij denken: omdat wij de macht hebben, kunnen wij oorlog met hem of haar voeren. Omdat wij de macht hebben, kunnen wij ze verslaan en overwinnen. De mensheid gelooft dat ze door krachtig te zijn, alles onder controle kan houden’, schreef ik in de column die de titel De macht van droeg. Door een vloedgolf aan persoonlijk aanvallen en haatreacties op Twitter de afgelopen twee weken moest ik aan deze prijs denken, die ik dankzij mijn column van toen naar huis mocht slepen.

‘Mijn klomp brak, en niet alleen omdat het foeilelijk Nederlands is, zeg maar van het niveau van Clarice Gargard, Sinterklaasdichter des Vaderlands Jerry Martin Luther King en Seada Nourhussen.’ Dit schreef columnist Arthur van Amerongen in een epistel in HP/De Tijd, waarin hij op de Trouw-column van Babah Tarawally reageerde. ‘Boze tongen in het literaire wereldje van de Grachtengordel beweren dat iemand anders hun teksten schrijft. Om dat niet al te veel op te laten vallen, stoppen de ghostwriters er expres rare fouten in, fouten die je verwacht van mensen die de taal niet beheersen.’

Ik reageerde woest op Twitter, omdat de geciteerde zinnen zowel lelijk als racistisch zijn. Lelijk omdat de auteur lui is en zwarte mensen die niets met elkaar te maken hebben, in een arbitrair lijstje plaatste. De drie genoemde mensen hebben natuurlijk een zwarte huidskleur en zetten zich in, op hun manier, voor het antiracisme in Nederland. Maar, het zijn drie individuen, die allemaal een eigen stijl hanteren. Door ze in in één adem op te sommen, veronderstelt Van Amerongen dat er geen verschillen tussen hen bestaan. Maar het gebeurt helaas te vaak in Nederland dat witte mensen zwarte mensen niet als individuen beschouwen maar als onderdeel van een ‘groep’. En dat maakt die opmerking meteen racistisch. Vooral de veronderstelling dat zwarte mensen in Nederland niet kunnen schrijven en daardoor een ghostwriter gebruiken, spreekt boekdelen.

Door Van Amerongen hierop aan te spreken kreeg ik een week lang honderden haatreacties van zijn fans. Mensen die niet op de inhoud van mijn tweet reageerden, maar vooral stelden dat ik de Nederlandse taal niet machtig ben. Het overkwam mij deze week opnieuw. In een reactie op de brand van de Notre-Dame stelde actiejournalist Wierd Duk op Twitter: ‘Icoon van het westerse christendom dat afbrandt in de week voor Pasen. Uitgerekend in deze tijd van troebelen. Als iemand naar een symbool zocht voor onze vermoeide beschaving, dan is dit het wel.’ Waarop ik reageerde: ‘In plaats van oprecht te rauwen voor het tragische ongeluk, ziet @wierdduk meteen een kans om te politiseren. Dit is veelzegend, in tijden waar reflectie en bezienning het lijken te verliezen van scherpe standpunten en aanvallen.’ In plaats van inhoudelijk reageren sneerde Duk terug: ‘Je moet wel iets aan je spelling doen.’

De volgende dag werd ik wakker met een verrassend bericht. ‘Ik zou wel eens de eerste versies van zijn essays voor de Groene en het NRC willen zien’, schreef Arthur van Amerongen, de man die dus stelde dat zwarte mensen in Nederland zelf geen teksten kunnen schrijven. Er volgden weer honderden haatberichten, afkomstig van de fans van Duk en Van Amerongen. Ik weet dat mijn Nederlands niet perfect is. Maar ik vraag mij af hoeveel mensen die in Nederland zijn geboren foutloos Nederlands schrijven. Bovendien spreek ik zes talen. Ik vraag mij af hoeveel talen Duk, Van Amerongen en hun trollenlegers spreken. Los daarvan, ik ben mij bewust van het feit dat ik deze column heb niet omdat ik de Nederlandse taal feilloos schrijf, maar omdat ik iets te vertellen heb. Toen ik twaalf jaar geleden naar Nederland kwam stelde men dat ik maar beter kon stoppen met schrijven, want Nederlands is niet mijn moedertaal. Nu, twaalf jaar later, heb ik een prijs gewonnen, schrijf ik voor de beste kranten en tijdschriften van Nederland en België en heb ik deze column. En dat maakt mij ongelooflijk trots. Ik hoop dat meer nieuwkomers in Nederland durven te schrijven en zich niet laten opjagen, want zij hebben verhalen die Nederland kunnen verrijken.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -