Door de Turkse invasie in Noord-Syrië hebben de al verziekte verhoudingen tussen Koerden en Turken een extra klap opgevangen. Wijdverspreide gevoelens van wantrouwen, vijandschap en haat zijn alleen maar sterker geworden. Voor de veiligheid van toekomstige generaties is het echter van levensbelang om als Koerden en Turken verantwoordelijkheid te nemen en te investeren in dialoog en vredeswerk.
Het was pijnlijk en storend tegelijk om de ongerustheid in de ogen van onze nieuwe stagiaire bij The Hague Peace Projects te aanschouwen. Gealarmeerd vertelde ze over een dreigende invasie van Turkije in Noord-Syrië: ‘Ze gaan ons slachten, het wordt een massamoord!’ De agressor was Turkije. En ‘ons’, dat waren de Koerden.
Aangezien ik in de trein met de papieren krant bezig was, waren de laatste nieuwtjes op Twitter en in de Turkse media me ontgaan. En inderdaad, een Turkse invasie stond op het punt te beginnen, las ik op mijn telefoon.
Het was een surrealistisch moment op ons kantoor. Werken aan dialoog tijdens een escalerende oorlog. Weliswaar 4.000 kilometer hier vandaan, maar o-zo-dichtbij voor Koerdische en Turkse Nederlanders die het nieuws nauwlettend volgen.
Nieuwe wonden worden geslagen in een oorlog die nooit lijkt te stoppen. Demonstraties op straat. Scheldpartijen op Twitter. Wederzijdse demonisering en uiteindelijk Koerden en Turken met elkaar op de vuist. Laten we hopen dat het bij die incidenten blijft.
Maar met hopen alleen lukt het niet. Vrede komt niet vanzelf. Inspanning is vereist. Iedereen heeft natuurlijk het recht om in alle vrijheid de wegen te bewandelen die hij of zij als de juiste ziet. Maar er gaat iets goed mis als het enige contactmoment tussen Turken en Koerden alleen maar plaatsvindt wanneer de hel al is uitgebroken. Waarom is er zo weinig contact? Wat houdt ons tegen?
Voor een verandering is het noodzakelijk dat we zelf ook veranderen
Het gewelddadige verleden – de Koerden zijn hierin altijd de grootste slachtoffers geweest, maar PKK-aanslagen hebben ook tot een paranoia onder Turken geleid – heeft beide volkeren achtergelaten met diepe gevoelens van wrok. Nationalisme wakkert dat vijanddenken aan. Gechargeerd gezegd is ‘de Turk’ onder Koerden ‘de jihadistische barbaar’ of ‘fascist’, en ‘de Koerd’ is de ‘terroristische pion’ van externe mogendheden. Met zulke ideeën is het lastig bij elkaar komen.
Voor een verandering is het noodzakelijk dat we zelf ook veranderen. Als The Hague Peace Projects pleiten we voor dialoog over de meest gevoelige kwesties. Wanneer Koerden het bijvoorbeeld hebben over een vrij Koerdistan, wie moeten Koerdistan dan in de eerste plaats accepteren? Turken! Het is daarom belangrijk dat Turken worden meegenomen in de totstandkoming en acceptatie van die Koerdische wens – hoe die er dan ook uit zal zien.
Aan mijn mede-Turken zou ik het volgende willen meegeven: stop met het bestempelen van Koerden als ‘terrorist’. Meer dan 35 jaar wordt datzelfde jargon gebruikt om de vernietiging van Koerdische levens te legitimeren.
Natuurlijk, de PKK en YPG plegen aanslagen op Turkse doelen en inderdaad is op de westerse romantisering van Koerdische strijders heel wat af te dingen. Maar de grootste aanslag in dit conflict wordt gepleegd door de Turkse staat. Het Turkse staatsgeweld is grootschaliger en vernietigender. Maar Turken die wel praten over PKK-terreur hoor je nooit over Turkse staatsterreur. Dat is vreemd.
Met woorden als ‘terrorist’, ‘fascist’ en ‘jihadist’ komen we er echter nooit. Het is belangrijk om de mens achter die labels te zien. En dat kan alleen als we bij elkaar komen, en daarbij de confronterende discussies voeren. Maar laten we daarna ook bouwen aan een vreedzame generatie waarin we elkaar accepteren als gelijkwaardige mensen.
Het is geen gemakkelijke opgave. De weg naar vrede tussen Turk en Koerd zit vol met wantrouwen, ruzies en langdurige stiltes. Maar het is een plek die alleen samen bereikt kan worden. We weten inmiddels dat we elkaars probleem zijn, maar laten we een keer ook beseffen dat we elkaars oplossing kunnen zijn.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!