10.2 C
Amsterdam

Waarom de hijab mij geen perfecte moslima maakte

Fitria Jelyta
Fitria Jelyta
Journalist.

Lees meer

Op zondag 14 juni besloot ik mijn hijab af te doen, die ik zes jaar lang met liefde en vol overtuiging heb gedragen. ‘Waarom?’, vraagt mijn omgeving zich af. Sommigen vragen het hardop aan mij, terwijl anderen dat doen met scheve blikken.

‘Wat is er gebeurd?’

‘Wat vindt je man ervan?’ (Zucht…)

‘Van anderen had ik het kunnen verwachten, maar van jou echt niet.’

‘En je gaf juist het goede voorbeeld van een hoogopgeleide, hardwerkende, gesluierde moslima die haar doelen nastreeft met islam hoog in het vaandel.’

Het lijkt misschien alsof ik deze beslissing zomaar heb genomen. Alsof er geen lang proces aan vooraf is gegaan van wikken en wegen, voor- en nadelen herzien, en mij afvragen waarom ik mij als moslimvrouw ook alweer ben gaan sluieren, voordat ik tot de drastische conclusie kwam om niet langer als hijabi door het leven te gaan. En drastisch is het zeker, als ik kijk naar de emoties die het oproept.

Wat ik besef, is dat sommigen mij dit niet vragen omdat ze oprecht geïnteresseerd zijn in mij en mijn beweegredenen. Ze willen mij redden. Maar waarvan precies? Willen zij mij redden van het hellevuur? Of willen zij mij redden als ‘vertegenwoordiger’ van hoe moslimvrouwen zich volgens hen dienen te gedragen?

De beslissing om mijn hijab af te doen kwam in elk geval niet uit de lucht vallen. Ik worstelde een jaar lang met de sluier op mijn hoofd – een stukje stof dat zoveel stof doet opwaaien. Het stukje stof dat mij zou onderscheiden van de niet-gelovige en de ‘iets minder vrome’ gelovige.

Ik worstelde een jaar lang met de sluier op mijn hoofd – een stukje stof dat zoveel stof doet opwaaien

Het is niet de veelal door anderen opgelegde do’s en don’ts voor een gesluierde moslimvrouw – waar ik mij overigens op geen enkele wijze aan heb gehouden –, die mij hebben bewogen de hoofddoek af te doen. Klassieke voorbeelden daarvan: moslimvrouwen mogen niet luid zijn en ze moeten zoveel mogelijk thuis blijven, pandemie of geen pandemie. Ook is het niet omdat ik mij niet kan houden aan de andere geboden en verboden die Allah aan Zijn dienaren heeft duidelijk gemaakt in de heilige Koran.

Het is omdat ik mijn intenties de hoofddoek te dragen opnieuw wil ontdekken. Ik weet waarom ik het droeg, maar die redenen gaan nu – in deze fase van mijn leven – niet meer voor mij op. Er moet meer zijn aan het dragen van de hoofddoek dan alleen het bewaken van mijn kuisheid, het uitdragen van mijn islamitische identiteit, en een wandelend Koranvers zijn. Het dragen van een hijab moet voor mij ook meer zijn dan een vorm van teenage rebellion of wat voor soort rebellie dan ook, zoals dat – eerlijk is eerlijk – destijds voor mij was.

De mate waarin ik mij bedek moet daarnaast geen maatstaf zijn voor hoe vroom, hoe godsbewust of hoe liefdevol ik ben tegenover mijn God en Zijn schepping. Hiermee zeg ik niet dat ‘geloof iets is dat alleen in het hart zit’. Hatelijk wanneer mensen dat tegen mij zeiden toen ik besloot de hijab op te doen.

Ik zeg ook niet dat ik de juiste beslissing heb gemaakt. Geenszins ben ik uit op het voeren van discussies met mensen over de hijab als verplichting of mensen die nu in mij – sans hijab – een ‘bevrijde vrouw’ zien.

Ook ben ik niet op zoek naar rechtvaardiging en is het niemands taak mij te ‘redden’. Net zoals het ook niemands taak was mij te ‘verlossen van onderdrukking’ toen ik de hijab besloot te dragen. Ik heb een beslissing gemaakt die ik noodzakelijk acht om op mezelf te kunnen reflecteren, om op mijn spiritualiteit te bouwen en om mijn geloof nieuw leven in te blazen.

In de Koran wordt vaak benoemd dat er tekenen zijn van God voor een volk dat nadenkt. En dat is precies wat ik in alle rust ga doen. Nadenken. Of je het me gunt of niet.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -