16.6 C
Amsterdam

Politieke belangen gingen vaker boven menselijkheid

Lees meer

We leven in een tijd van wereldwijde onrust, met crises, oorlogen, nieuwe geopolitieke verhoudingen en steeds meer wapens in de omloop. Rusland heeft dankzij de zwalkende houding van de Verenigde Staten vrij spel in Oekraïne, het geweld in Gaza dat volgens velen een genocide is wordt maar niet gestopt en ook in Syrië laait het geweld weer op.

Te midden van deze wereldwijde verwarring valt één patroon op: het appeasen, sussen, van oorlogszuchtige regimes en vijanden van democratie. Juist daarom is het zinvol om terug te kijken naar de geschiedenis, vooral naar de oorzaken van de wereldoorlogen.

Talaat Pasha : Father of Modern Turkey, Architect of Genocide by Hans-Lukas Kieser (2018, Hardcover) for sale online | eBay UK

Een boek dat hierbij helpt is Talaat Pasha: Father of Modern Turkey, Architect of Genocide van de Duitse historicus Hans-Lukas Kieser. Dit boek, dat zeven jaar geleden verscheen, onderzoekt de laatste jaren van het Ottomaanse Rijk (1299-1922), toen er nog hoop was op een federale republiek waarin Turken, Armeniërs en Grieken in vrede met elkaar samen zouden leven.

Kieser onthult hoe het invloedrijke maar clandestiene Comité voor Eenheid en Vooruitgang (CUP) aanvankelijk leek te zorgen voor een frisse wind. Maar na de Balkanoorlogen (1912-1913) verloor het Ottomaanse Rijk veel grondgebied. In 1913 pleegde de CUP een staatsgreep in Istanbul. Drie leiders — Cemal, Enver en Talaat Pasja — namen de macht over en stuurden het rijk richting oorlog en ondergang.

Talaat Pasja was een slimme maar meedogenloze politicus. Hij zocht steun bij Duitsland om zijn macht te behouden, wat leidde tot de ondergang van het rijk. Volgens Kieser legde Talaat niet alleen de basis voor de moderne Turkse staat, maar was hij eveneens verantwoordelijk voor de Armeense genocide.

De Duitse historicus schetst Talaat als een nationalist die streefde naar een islamitisch en Turks Anatolië en niet vies was van geweld. Zijn ideeën klinken vandaag nog door in het Turkse ultranationalisme. Talaat wantrouwde niet-moslims, maar dacht paradoxaal genoeg ook aan een islamitisch-joodse alliantie tegen Europa, een plan dat nooit van de grond kwam.

Onder Talaats leiding werden Armeniërs systematisch gedeporteerd en vermoord. Kieser stelt dat Mustafa Kemal Atatürks latere beleid deze lijn voortzette, in plaats van er afstand van te nemen. Zelfs de nazi’s zouden Talaats regime als voorbeeld hebben gebruikt voor hun eigen etnische zuiveringen.

Een belangrijk deel van het boek gaat over Duitsland. Terwijl Duitse officieren en diplomaten getuige waren van de gruweldaden, koos de Duitse regering voor politieke belangen boven menselijkheid. Ze verspreidden propaganda om de genocide te ontkennen. De Duitse ambassadeur in Istanbul waarschuwde dat kritiek op de etnische zuiveringen de alliantie met het Ottomaanse Rijk in gevaar zou brengen. Toen een Duitse afgevaardigde protesteerde, werd hij door Talaat weggestuurd.

Hoewel Duitse missionarissen de genocide veroordeelden, spraken slechts twee politici zich openlijk uit: Karl Liebknecht en Matthias Erzberger. Erzberger probeerde in 1916 nog bescherming te regelen voor christenen, maar werd genegeerd. Duitsland liet het bondgenootschap boven de mensenrechten prevaleren.

Duitse kranten en de censor namen de Turkse ontkenning over. Armeniërs werden afgeschilderd als opstandelingen, waardoor het Duitse publiek nauwelijks wist wat er werkelijk gebeurde. Deze passieve houding zorgde ervoor dat Duitsland decennialang geen morele verantwoording nam.

Na de Eerste Wereldoorlog vluchtte Talaat naar Duitsland, dat hem asiel gaf. Hij bleef politiek actief en werd beschermd om geopolitieke redenen. In 1921 werd hij in Berlijn vermoord door de Armeniër Soghomon Tehlirian. De rechtszaak die volgde leidde tot meer erkenning van de genocide en inspireerde jurist Raphael Lemkin, die later het begrip ‘genocide’ zou definiëren.

Kieser schetst Talaat als een visionair maar wreed leider, wiens nalatenschap niet alleen Turkije vormde, maar ook een blauwdruk werd voor latere gruweldaden. Duitsland speelde hierin een cruciale rol door zijn morele onverschilligheid, een houding die we vandaag opnieuw zien.

Nu worstelt Duitsland met zijn relaties met Turkije onder Erdogan en Israël onder Netanyahu. Turkije onderdrukt de oppositie en bedreigt de Koerden, terwijl Israël in Gaza internationale wetten negeert en burgers uithongert. Door deze regimes te blijven steunen uit strategisch belang, dreigt Duitsland opnieuw zijn waarden te verloochenen.

En niet alleen Duitsland: ook Washington en Europese hoofdsteden vertonen dit hypocriete gedrag. Als dit zo doorgaat, dreigt een spiraal van haat, wraak, en misschien zelfs een nieuwe oorlog.

Kiesers boek is dus niet alleen een historische analyse, maar ook een waarschuwing: wie dictators appeast zaait rampen.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -