De veroordeling van de Russische roofoverval op Oekraïne kon buiten het Westen op veel minder steun rekenen dan in het Westen werd gehoopt. Ook daarbinnen is men minder eensgezind dan verwacht, gezien zelfs twee NAVO-lidstaten – Orbans Hongarije en Erdogans Turkije – bij de sancties dwarsliggen. Enerzijds vanwege economische belangen, anderzijds vanwege een duidelijke bewondering voor Poetins ‘illiberale democratie’, die we inmiddels gewoon als een totalitaire dictatuur mogen betitelen.
Veel niet-Europese landen willen hun vingers niet aan het conflict branden. Neem India en Indonesië, die ooit tijdens de Koude Oorlog onder de eerste premier van onafhankelijk India – Nehru – en de eerste president van de Republiek Indonesië – Soekarno – eveneens voor een neutrale positie kozen. Alleen is in de meer dan halve eeuw die sindsdien is verstreken hun internationale politieke en economische betekenis fors toegenomen, zodat de consequenties daarvan ook groter zijn.
In Afrika behoren een aantal regimes inmiddels (weer) tot de clientèle van China of Rusland. Niet alleen postkoloniale sentimenten spelen daar vaak een rol bij de weigering om zich opnieuw ‘op bevel van Washington’ in het westerse gelid te laten dwingen, waarbij zij deze oorlog bovendien niet als de hunne zien. Ook het grote aantal halve en hele dictatoren in Afrika leidt tot die geringe bereidheid.
Bovendien vinden velen, de Amerikaanse inval in Afghanistan en – met name – Irak indachtig, de westerse houding hypocriet. Werden door Bush en Blair indertijd, om die laatste te legitimeren, ook niet allerlei evidente leugens verkondigd – die vervolgens in Den Haag door Balkenende braaf werden geslikt? En ondanks alle verschillen tussen Saddam Hoessein en Vladimir Zelenski: helemáál ongelijk hebben die critici niet.
Dat Zelensky een democratisch gekozen president is en Hoessein een wrede en niets ontziende dictator was, dat interesseert andere – al dan niet ook best wel wrede en nietsontziende – dictatoren van nature wat minder. Dat een aantal Afrikaanse landen desondanks toch Poetin veroordeeld heeft, komt omdat deze landen wél sterk hechten aan nationale soevereiniteit: tegen buitenlandse interventie.
Maar één belangrijk land dat anders zeer sterk op nationale soevereiniteit hamert, heeft dat ditmaal niet gedaan: China. Een land dat ingeval van de eigen onderdrukking van Tibetanen of Oeigoeren pal staat voor het non-interventiebeginsel, heeft de denazificeringskletskoek van Poetin die diens agressie moet legitimeren stilzwijgend geslikt.
Die tegenstrijdigheid wordt al wat minder een tegenstrijdigheid als men kennis neemt van het alternatieve model van ‘universele mensenrechten’ waarmee Peking nu schermt, in een poging het officiële model van de Verenigde Naties, als product van ‘westerse arrogantie’ en ‘westers kolonialisme’, in diskrediet te brengen.
China’s variant draait om ‘collectieve’ mensenrechten, waarbij de individuele ondergeschikt zijn
De westerse mensenrechten gaan uit van de rechten van het individu – van het individu tegenover de staat. De variant die China propageert draait om ‘collectieve’ mensenrechten, waarbij de individuele aan de collectieve ondergeschikt zijn. Zeg: niet het recht van de individu tegenover de staat, maar van de staat tegenover het individu.
Bij de Chinese variant van ‘democratie’ vertegenwoordigt de Communistische Partij dat collectief. Dat betekent automatisch dat de Partij uit naam van het collectief kan besluiten wat zij voor het collectief wenselijk dunkt, en dat het niet aan recalcitrante individuen is om dan bij de realisering van de collectieve mensenrechten dwars te liggen. In Hong Kong weten ze intussen wat dat betekent.
Maar het door China gehanteerde concept van ‘collectieve mensenrechten’ betekent niet alleen dat bínnen China het individu vermorzeld mag worden. Het betekent ook, omdat het Chinese collectief van 1,3 miljard mensen wat meer zielen telt dan pakweg het Taiwanese of Vietnamese collectief, dat het belang van de Chinese meerderheid zwaarder weegt. Het collectieve recht van de staat impliceert zo dat grootmachten automatisch meer rechten hebben dan kleine landen, namelijk op een soort veiligheidscordon om zich heen.
En dat verklaart China’s steun aan grootmacht Rusland, want het is precies zo’n veiligheidscordon dat Poetin claimt. Dat de individuele wensen van de burgers van de kleinmacht Oekraïne daarmee voor Peking natuurlijk irrelevant zijn, had u zelf inmiddels al gesnapt.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!