Deze week zijn er weer Europese verkiezingen. De Kanttekening vroeg het aan haar panel: Europa en de EU, wat vinden we hiervan en wat moeten we ermee?
Avital Elbaz (46), natuurgeneeskundige en systemisch opsteller
‘Europa, een lastig onderwerp. We kunnen er niet omheen dat we iets moeten met de EU. Ik weet nog wel dat we destijds moesten stemmen voor of tegen de nieuwe Europese grondwet. Toen stemde ik voor. Ik zag er het nut wel van in en vind het sowieso raar dat mensen – met name een stel witte mannen – ooit hebben besloten om de aarde in allemaal hokjes te verdelen. De wereld is van ons allemaal. Maar ik moet toegeven, inmiddels merk ik zelf ook wel dat niet alles even lekker loopt met die open grenzen. De open markt heeft ook consequenties die niet handig zijn. Mensen uit armere lidstaten die hier drie maanden komen werken en daarna in hun eigen land een Nederlandse uitkering krijgen. Kijk, als ze heel veel premies hebben afgedragen dan is het terecht natuurlijk. Maar er zijn altijd mensen die er gebruik van maken op een manier die niet OK is. Er moet goed over worden nagedacht hoe we dat kunnen voorkomen.
Maar als ik zie wie er in Brussel aan het hoofd staan… een oude man die iedere dag te veel zuipt en iedereen om de nek vliegt. Ik heb ooit een documentaire gezien waarin je ziet dat Europarlementariërs loopjongens inhuren om hun aanwezigheid te klokken in Straatsburg. Zo krijgen ze dik betaald zonder dat ze zelf aanwezig zijn. Dan denk ik: dit was niet de bedoeling van de EU. Ik heb weinig vertrouwen dat in Brussel de beste keuzes worden gemaakt voor Europa en voor de wereld. Maar als ik eerlijk ben, ik heb mij er ook niet zo in verdiept zoals ik dat doe bij andere verkiezingen. Dat neem ik mijzelf best wel kwalijk, want er worden in Europa belangrijke afspraken gemaakt, bijvoorbeeld over vluchtelingen en over de arbeidsmarkt. Toch ben ik, nog steeds een voorstander van de EU. Meer vanuit het ideaal dat de wereld van ons allemaal is. In de praktijk moeten we er echter wel voor zorgen de juiste beslissingen worden gemaakt door de juiste mensen die het welzijn van deze planeet en de mensheid voor ogen hebben. En als die beslissingen worden genomen dan moeten we ons er ook aan houden. Het kan niet zo zijn dat het ene land zich wel aan de afspraken houdt en het andere land niet.
Het spotje over Hans Brusselmans, een parodie op PvdA-politicus Frans Timmermans, heb ik helaas gezien. Banale Hollandse humor. Serieus, wie dat heeft bedacht moet ontslagen worden. Dat gaat ze stemmen kosten. Of misschien ook niet. Sommige mensen vonden dit wel een goed filmpje. We zullen zien op 23 mei.’
Lieke Huizinga (50), moeder van twee, groenvoorzieningsmedewerker
‘Als er weer verkiezingen zijn vul ik altijd een stemwijzer in. Niet eentje die gebaseerd is op verkiezingsbeloften, maar een die kijkt naar de behaalde resultaten. Iets beloven in je programma is namelijk heel mooi, maar ik ga liever af op behaalde rendementen.
Ik ben absoluut pro-Europa, maar vind wel dat het Europese Parlement te ver afstaat van de burger. Waarom moesten er opeens zoveel Oost-Europese landen bij de EU komen? Die beslissing heeft verregaande gevolgen gehad. Daarover hadden we een referendum moeten organiseren! Nu is het gewoon zonder ons besloten, met alle gevolgen van dien. We zitten nu opeens met allerlei vrachtwagenchauffeurs die kunnen, willen en mogen werken voor veel minder geld dan hun Nederlandse collega’s. Ik ken in mijn nabije omgeving enkele Nederlandse vrachtwagenchauffeurs die hierdoor hun werk zijn kwijtgeraakt.
Natuurlijk begrijp ik de Polen ook, die met onze WW naar hun eigen land gaan. Als je een tijdlang bent uitgeknepen in de kassen van de Nederlandse tuinbouw ben je gek als je niet profiteert van een Nederlandse uitkering. Onze WW is vier keer zo hoog als een maandsalaris daar. Maar deze praktijk zorgt wel voor verzet. Het idiote is dat onze Nederlandse vertegenwoordigers in Brussel gewoon thuisbleven toen ze het hadden kunnen tegenhouden.
Mijn grootste kritiekpunt op de EU is dat ze in Brussel te weinig naar de burger kijken te weinig zaken voorleggen aan ons. Daarom is er zoveel kritiek en daarom willen zoveel mensen uit de EU. Ze zijn in Brussel alleen maar bezig met handel – dat kan ook niet anders wanneer je bedenkt dat er in die stad tienduizenden lobbyisten rondlopen. Dan weet je wel dat het eigenlijk vooral gaat over geld. En natuurlijk kan Hongarije bij de EU blijven, ondanks het feit dat het land onder leiding van Viktor Orbán afzakt naar een dictatuur. Als Hongarije geen lid van de EU was geweest dan waren we veel kritischer op Orbán geweest denk ik. Hier merk je dat handel belangrijker is dan mensen en democratische idealen.
En toch, het opheffen van de EU vind ik geen optie. De Europese Unie kan heel goed werken voor het oplossen van gemeenschappelijke problemen. Het uniformeren van de onderlinge handelsafspraken, maar ook het beschermen van het milieu, dat moet je op Europees niveau aanpakken en niet als klein landje alleen. Jezelf als enige land superstrenge CO2 normen opleggen heeft ook geen zin. Daar heeft zo’n partij als Forum voor Democratie wel weer een punt. Ook de vluchtelingenproblematiek moet je samen doen. Lidstaten die weigeren om vluchtelingen op te vangen moeten keiharde sancties krijgen. Verdeling is alles. Dat zie je in Friesland, waar je dorpjes hebt waar bewoners gewoon een paar huizen kopen en daar een paar vluchtelingen in zetten die netjes hun huur betalen. Op kleine schaal worden die mensen wegwijs gemaakt in het dorp. De EU kan veel van zulke praktische, kleinschalige oplossingen leren.’
Leo Reawaruw (59), veteraan en voorzitter Stichting Maluku 4 Maluku
‘Men zegt altijd dat de EU nodig is voor de vrede, maar we zagen bij de burgeroorlog in Joegoslavië dat zoiets echt geklets is. Een genocide die plaatsvond aan de grens van de EU… En wat deden we als EU? Zeuren dat er zoveel vluchtelingen op ons afkwamen! Daarna gingen EU-landen in NAVO-verband naar Afghanistan en Syrië, zogenaamd omdat de situatie daar Europa zou bedreigen. Maar als Oekraïne wordt aangevallen – nota bene een buurland van de EU – dan doen we niks. Maar ik ga zeker stemmen. Mijn generatie is opgevoed met het idee dat je moet stemmen, dat je jezelf moet laten horen om je invloed te doen laten gelden.
Ik was in de jaren tachtig tegen verdere Europese eenwording en liet dit ook blijken met mijn stem. Ik had moeite met Europa, dat had vooral te maken met allerlei regelgeving die de toenmalige Europese Economische Gemeenschap (EEG) zou gaan invoeren rondom levensmiddelen. Ik werkte toen in het zakenleven en iedereen die ik kende in de branche was tegen al die regels die de EEG wilde opleggen. Maar als ik dan aan die mensen vroeg of ze wel hadden gestemd, dan antwoordden ze ontkennend.
Ik ga nu ook weer stemmen, maar wel op een partij die tegen de EU is in de huidige vorm. Nou ja, eigenlijk kies ik nooit op een partij, maar op een persoon. De laatste jaren is dat Marcel de Graaff van de PVV. Hij is een integer persoon, theoloog van huis uit. Wij zijn destijds met een Molukse volksdelegatie naar Straatsburg gegaan, op zijn uitnodiging, om een expositie te organiseren over Molukse KNIL-militairen. De Graaff vindt dat Nederland een ereschuld heeft uitstaan bij de Molukkers. Het is wel jammer dat alles bij de PVV onder de anti-islamvlag geschaard wordt, omdat veel problemen met cultuur te maken hebben. Ik schrok trouwens wel toen ik in Straatsburg zag dat er maar erg weinig Europarlementariërs aanwezig waren tijdens de stemmingen. Daar zaten maar twintig man. Ook in Den Haag is de vergaderzaal vaak nogal leeg. Maar die zaal in Straatsburg is echt heel groot, hè?
In Brussel worden alleen de belangen van de multinationals behartigd, het gewone volk heeft totaal geen inbreng, er wordt over ons beslist. Ik denk dat we moeten toewerken naar een ander soort van Europese samenwerking – en geloof me, die gaat er ook komen. Eigenlijk moeten we Europa verdelen in drie zones. Noordwest-Europa, Oost-Europa en Zuid-Europa. Dat is niet discriminerend bedoeld, maar op het gebied van economie, mentaliteit en arbeidscultuur zijn de verschillen tussen de drie zones gewoon te groot. Ik denk dat we op termijn naar losse federaties gaan – drie Europa’s onder één paraplu.’
Ibrahim Özgül (35), finance & project professional
‘Het is best wel erg, maar ik leefde dit jaar helemaal niet naar de Europese verkiezingen toe. Ik zag de afgelopen weken wel allerlei berichtjes voorbijkomen op Facebook. Mensen die actief zijn in de politiek en je dan opeens gaan toevoegen als vriend, haha. Op het allerlaatste moment heb ik mij een beetje ingelezen.
Tot nu toe heb ik ook altijd gestemd voor Europa. Maar dat doe ik sowieso met iedere verkiezing. Dat is toch het minste wat je kunt doen. Nu is de opkomst vrij laag. Toch stel ik mij soms de vraag: wat zou de uitslag zijn als er stemplicht is? Geen idee of we dan helemaal naar links zouden gaan, of heel erg naar rechts.
Een paar partijen sluit ik per definitie uit, maar toch kijk ik elke keer opnieuw welke partij het beste bij mij past. Eigenlijk ben ik best wel sociaal in mijn politieke voorkeur, maar de partij waar ik voor kies moet wel een programma hebben dat economisch solide is. Wat ik daarmee bedoel is dit: volgens mij houden maar weinig landen zich strikt aan de strenge Europese begrotingsregels. Dat vind ik niet zo’n probleem, maar het streven om een goede balans te houden tussen inkomsten, uitgaven en reserves moet er wel zijn. Ik vind ook dat er wat strengere consequenties zouden mogen zijn in Europa als lidstaten er een potje van maken. Dat geld van grote rijke landen naar armere Europese lidstaten gaat vind ik op zich prima. Maar ik vraag mij toch af of dat geld daar ook echt goed wordt besteed ten behoeve van de mensen die het nodig hebben. En ik zal eerlijk zijn: daar heb ik helemaal geen zicht op – en ik vraag mij af of Brussel dat wel heeft.
Europa is belangrijk en er wordt op belangrijke punten prima samengewerkt. Economisch, maar ook op het gebied van bijvoorbeeld telecom. Dat je binnen Europa nu gewoon zonder extra kosten kunt bellen met je mobiel, waar je ook bent, dat hadden ze veel eerder moeten doen.
Ik hoorde onlangs dat de EU invloed heeft op bijna veertig procent van de Nederlandse wetgeving. Dat vind ik wel genoeg. Het hoeft van mij niet meer en niet minder – waarom werk je anders samen? Van mij hoeft de EU voorlopig ook niet veel groter te worden. Ook geloof ik niet dat Turkije er ooit nog bij zal komen. Het gaat hier vooral om onwil: het is een burenruzie die maar niet wordt opgelost, los van eventuele criteria waar Turkije wel of niet aan voldoet.’
Amma Asante, (46) voorzitter Landelijke Cliëntenraad
‘Met Europa ben ik eigenlijk best wel veel bezig. De impact die de EU heeft wordt steeds groter. Ik vind het heel belangrijk dat de Europese samenwerking er is. Politiek, economisch en cultureel. Nederland kan in zijn eentje weinig voor elkaar krijgen, maar als Europa staan we samen sterk. Ik heb wel eens gelezen dat bijna zeventig procent van ons nationale inkomen linksom of rechtsom binnen de Europese markt wordt verdiend. Grootmachten als China en de VS lachen Nederland uit als we in ons eentje strenge eisen zouden stellen rondom veiligheid en milieu binnen handelsverdragen. Alleen al daarom ben ik blij met de EU.
Maar ik zie ook dat veel mensen ontevreden zijn met hoe het nu gaat – en bezorgd. Neemt Brussel de macht over van individuele lidstaten? Op een aantal punten werkt de EU niet: kijk bijvoorbeeld naar het democratische gehalte. Daar schort het nogal aan. En dat probleem los je niet een-twee-drie op. Europese politici staan nog steeds te ver bij ons vandaan. Veel mensen beseffen dus ook niet hoe belangrijk de EU voor ons is.
Al in 1995 spraken wij over het tekort aan democratische controle van het Europese Parlement op de Europese Commissie. In vijfentwintig jaar tijd is er aan deze situatie nog maar weinig veranderd. Het is voor heel veel mensen volkomen ontoegankelijk en onbegrijpelijk wat er nu eigenlijk gebeurt in Brussel en Straatsburg. Dat is gevaarlijk, omdat daardoor het draagvlak voor de EU begint weg te sijpelen.
En dan heb je ook de reële problemen die komen kijken bij de harmonisering van het beleid en de sociaaleconomische solidariteit. In Nederland hebben we bepaalde sociale standaarden en een levenspeil dat hoger ligt dan in veel andere lidstaten. Daarvan willen we niet afwijken, omdat andere landen in de EU nog niet zo ver zijn. Maar dankzij onze welvaart leggen we economisch gezien toch relatief veel gewicht in de schaal, hoewel we daar maar weinig voor terugkrijgen. Herverdeling van welvaart vind ik prima, als je daarmee andere lidstaten vooruit helpt. Maar als je dan weer ziet hoe sommige landen omgaan met hun eigen begrotingsregels, dan snap ik heel goed dat de bezorgde burger denkt: ‘Waarom betaal ik hiervoor, terwijl anderen er een potje van maken?’
Het meest recente bedrijf in dit drama waren de Poolse arbeidsmigranten die hun Nederlandse WW-uitkering mochten meenemen naar Polen. Ik vind het onbegrijpelijk dat hiertegen nauwelijks is geprotesteerd en dat er maar weinig Nederlandse Europarlementariërs aanwezig waren op de stemming hierover. Nog steeds ben ik pro-Europa. Maar als je kijkt naar dit soort vraagstukken en weeffouten binnen de huidige Europese Unie, dan is dit niet het moment om te praten over uitbreiding of over verdere integratie’.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!