2.5 C
Amsterdam

‘Etnisch profileren gebeurt vaker dan wij denken’

Jaime Donata
Jaime Donata
Journalist gespecialiseerd in kunst & cultuur en politiek.

Lees meer

Etnisch profileren. We kenden het al bij de politie. Maar nu blijkt bovendien dat de Belastingdienst op grote schaal ouders heeft beboet en kindertoeslagen heeft ingetrokken, alleen op basis van een screening op dubbele nationaliteit. Is etnisch profileren gewoon racisme – en hoe komen we er vanaf?
İbrahim Özgul

Ibrahim Özgül (35), finance & project professional

‘Het is echt verschrikkelijk dat dit soort dingen gebeuren. Ik heb er geen woorden voor dat je dit doet als organisatie of als mens. Het zou niet moeten uitmaken of je Marokkaans bent, of Turks, of een gescheiden man, of wat dan ook. Wanneer je mensen wil controleren, dan neem je gewoon een steekproef met een grote dekking. Maar je gaat mensen niet screenen op basis van kleur of achternaam. Het kan ook anders, de software en werkprocedures die nodig zijn om goede steekproeven te nemen kun je gewoon ontwikkelen. Maar uiteindelijk is het natuurlijk de mens, het brein, dat keuzes maakt om wel of geen onderscheid te maken op etniciteit. En de mensen die dat wel doen, doen het waarschijnlijk op allerlei vlakken, persoonlijk en professioneel.

Vaak had ik het gevoel dat ik anders werd behandeld op basis van mijn achtergrond, maar het probleem is: je kunt er bijna helemaal niks aan doen. Behalve doorgaan en zorgen dat je doet wat je wilt – en krijgt wat je verdient. Ik ken ook veel verhalen van vrienden die anders werden behandeld vanwege hun achtergrond – met voetbal, met het zoeken naar stages en werk, sommigen ook in het leger. Zelf heb ik het ook ondervonden bij het zoeken naar een stage als accountant. Dat was in 2005. Toen heb ik in en rondom Rotterdam bijna tweehonderd sollicitaties de deur uitgedaan. Niemand nam mij aan als stagiair. Etnisch geprofileerd? Wie zal het zeggen? Uiteindelijk ben ik via de tante van een vriendin aan een stage gekomen, in Zaandam. Het is vervelend dat het zo gaat, het kan je moedeloos maken. In Nederland loopt het de laatste jaren sowieso niet echt lekker tussen verschillende groepen. De vooroordelen zijn te heftig, te vast – ook omdat ze tegenwoordig zo’n breed podium krijgen in de media. Dat heeft een versterkende en zelfbevestigende werking.’

Leo Rearuw

Leo Reawaruw (59), veteraan en voorzitter Stichting Maluku 4 Maluku

‘In een ver verleden heb ik zelf ook wel eens meegemaakt dat ik etnisch werd geprofileerd. Ik was ooit een van de eerste donkere buitendienstmedewerkers in Nederland. Bij een grote multinational werkte ik in de sales en ik kreeg om de zoveel jaar een nieuwe auto omdat mijn werkgebied zo groot was. Ik woonde toen in Harlingen, in een arbeiderswijk – en ja, ik werd regelmatig aangehouden. ‘Heb je weer een nieuwe auto?’, vroegen ze dan. ‘Ja, een leaseauto’, antwoordde ik. Pas jaren later hoorde ik van het fenomeen etnisch profileren. Ik zag die rapper Typhoon zijn verhaal doen op TV en toen dacht ik voor het eerst: ‘Hé, dat heb ik vroeger ook meegemaakt!’

Maar ja, ik ken ook mensen die een uitkering hebben en in allerlei handeltjes zitten. En dan rijden ze wel in dikke bakken door de stad. Als je dan wordt aangehouden, is het dan ook etnisch profileren? Lastig. Ik vind het eigenlijk ook wel weer grappig. Nederland is soms zo dubbel. We hebben net met de Europese verkiezingen wel weer allemaal gestemd op de PvdA, voor meer immigratie dus. Gaan we die migranten straks ook allemaal etnisch profileren?

Etnisch profileren zal niet verdwijnen denk ik. Maar het is wel echt schandalig wat de Belastingdienst heeft gedaan. Als je dat als staat toelaat dan ga je wel richting het einde van de democratie. Een democratie mag staatsburgers niet anders behandelen op basis van kleur of achtergrond. Dit mag je niet toelaten, je moet het keihard aanpakken. Het probleem is dat de ministers de macht niet hebben om iets te veranderen. Een minister is een passant, die zit vier jaar op een departement. Wil je het probleem echt dieper aanpakken, dan moet dit echt op hoog niveau gebeuren bij Justitie of bij Financiën, als je het hebt over de Belastingdienst. Daar moet je dan de directeur-generaal van zo’n ministerie op afstraffen. Die hoge bazen zitten er voor het leven. Als je het die mensen lastig maakt, dan krijg je iets voor elkaar als het aankomt op het voorkomen van etnisch profileren.’

Avital Elbaz

Avital Elbaz (46), natuurgeneeskundige en systemisch opsteller

‘Toevallig kom ik net uit de waxsalon en daar ik ving ik een interessant gesprek op. Een vrouw had ontslag genomen bij een grote organisatie. Ze was er de enige met een migratieachtergrond en werd er weggepest, zogenaamd omdat ze niet genoeg sprak met haar collega’s. Het vervelende aan onderhuids racisme, en etnisch profileren is daar eigenlijk een vorm van, is dat je het nooit echt kunt bewijzen. Ik ben half Nederlands en half Marokkaans-Joods, geboren in Israël en getogen in Volendam, een zeer gesloten gemeenschap. Ik ken dus ook de ‘witte kant’ van het verhaal. ‘Alles wordt tegenwoordig discriminatie genoemd!’, verzuchten ze daar!

Ondanks dat mijn moeder een Volendamse is en ik vloeiend dialect spreek hoorde ik er als kind nooit helemaal bij in het visserdorp. Mijn vader prentte me altijd in: ‘Je heet Elbaz en op je paspoort staat dat je geboren bent in Israël. Je moet twee keer zo hard je best doen.’ Dat vond ik onzin. Ik meende dat hij zelf niet goed genoeg was geïntegreerd. Maar nu ik ouder ben zie ik dat hij toch gelijk had. Dit neemt echter niet weg dat ik van hem geleerd heb altijd net even harder te rennen dan Truus of Linda. Gooi daar de hard werken-mentaliteit bij van de Volendammers. Het maakt dat ik toch ben gekomen waar ik nu ben.

De eerste keer dat ik met discriminatie te maken kreeg was toen ik solliciteerde bij de V&D in Rijswijk. Ik was achttien. Toen werd mij gevraagd of ik echt Nederlands was. Volgens mij spreek ik keurig ABN, dus ik begreep niet waar de vraag vandaan kwam. Ik kwam net uit Volendam, was beschermd opgevoed en had nooit bedacht dat iemand anders mij als een niet-Nederlander zou kunnen zien. Ik had toen sowieso geen affiniteit met mijn roots van mijn vaders kant. Aan het einde van het gesprek zei die vrouw geïrriteerd: ‘Ik geloof niet dat je echt Nederlands bent.’ Ze wilde mijn paspoort zien. Dat had ik bij mij, omdat dat sowieso in de uitnodiging stond van het uitzendbureau. Pas toen ik wegliep besefte ik dat ik dus blijkbaar niet als Nederlandse gezien werd. Ik deed het af als een incident, maar zal die eerste ervaring nooit vergeten.

Mijn zwarte partner (half Surinaams/half Brits-Guyanees) en onze drie dochters zijn dubbelbloedjes. Mijn oudste scoorde havo-vwo met de Cito-toets. De leerkracht zei dat ze gemakkelijk vwo kon doen. Dus wij gingen naar een middelbare school en ze werd ingeschreven op – naar wat wij dachten – vwo. Toen kwam, in de laatste week van de vakantie, een brief waarin we werden gefeliciteerd met de inschrijving op de havo. Toen ging hier even het licht uit. ‘Mijn dochter gaat naar het vwo’, zeiden wij. Maar dat kon zogenaamd niet meer. Wij hebben er toen een zaak van gemaakt tot aan de hoogste instantie. Ze heeft inmiddels haar vwo-diploma op zak. Mijn man en ik hebben allebei een goede baan en spreken allebei keurig ABN. We bewegen ons in een relatief witte omgeving die heel warm is, dus je hebt het niet zo door dat mensen met een kleurtje echt anders worden bekeken. Maar hiervan wist ik echt: dit is echt omdat we buitenlanders zijn. Mijn man zei nog: ‘Joh, het zal wel niet.’ Maar toen hij tijdens de crisis zijn baan verloor en maar niet aan de bak kwam met zijn staat van dienst, kwam hij op zijn aanvankelijke naïviteit terug: ‘Volgens mij merk ik nu pas voor de eerste keer dat er iets bestaat als discriminatie.’

Zelf heb ik er zeker last van gehad. Ook van de Belastingdienst. Ik ben nu negen jaar ondernemer en ik heb vijf keer controle gehad van de Belastingdienst. Naheffingen en boetes, terwijl in onze aangiftes geen eurocent verkeerd staat. Op een gegeven moment moesten zelfs mijn cliënten brieven schrijven aan de Belastingdienst, want ze geloofden niet dat ik klanten had. Mijn vader is jurist in ruste en als ‘hobby’ spant hij regelmatig zaken aan bij de Belastingdienst. Als grap zei ik:  ‘Ze pakken jou gewoon via mij.’ Alle zaken zijn uiteindelijk in mijn voordeel uitgesproken.

Maar nu denk ik: het was gewoon Marokkaantje pesten. Mijn vader is Joods, maar zijn achternaam is Marokkaans. Ik heb het antwoord op het probleem niet, maar dat etnisch profileren echt een probleem is staat als een paal boven water. Dit gebeurt op een veel grotere schaal dan wij kunnen bevroeden en bewijzen.’

Amma Asante

Amma Asante, (46) voorzitter Landelijke Cliëntenraad

‘Schandalig, wat de Belastingdienst heeft gedaan. Vanuit mijn werk heb ik veel te maken met het UWV en de Belastingdienst als instituties waar mensen veel last van hebben. Wat ik vooral ook shocking vond in het recente verhaal, was dat de mensen die werden uitgenodigd om te komen praten over hun ervaringen vooraf te horen kregen dat het nadrukkelijk niet de bedoeling was dat de Belastingdienst iets ging doen met hun klachten. Waanzin. Echt.

Zelf hecht ik veel waarde aan de democratische rechtsstaat en heb daarom veel moeite met etnisch profileren. Daar heb ik echt geen goed woord voor over. Het bevestigt alleen maar de gevoelens van ongelijkheid die veel mensen al hebben tegenwoordig: ‘Ik ben niet veilig en gelijkwaardig in mijn eigen land.’ Maar van officiële instituties – zoals de politie en Belastingdienst – mag je toch verwachten dat het niet uitmaakt waar je vandaan komt, wie je ouders waren of wat je kleur is? Wanneer keer op keer het tegendeel blijkt, wordt het vertrouwen van mensen in de rechtsstaat ondergraven. Dat is een zeer gevaarlijke ontwikkeling.

In mijn eigen omgeving ken ik ook genoeg verhalen. Als je als zwarte man in de verkeerde straat loopt op het verkeerde moment, of met een mooie auto rijdt waar je hard voor hebt gewerkt, heb je zomaar de kans om aan de kant te worden gezet, of geïntimideerd te worden door de politie. Zelf ben ik ook een keer aan de kant gezet met een mooie leaseauto, zonder enige reden. Maar dat is denk ik niet te vergelijken met wat zwarte mannen voor de kiezen krijgen.

De oplossing van het probleem ligt echt bij de ambtsdragers. Zij moeten het doen. Hou er mee op! Gebruik andere methodes om boeven op te pakken. Er zijn genoeg alternatieven. Maar niet etnisch profileren. De politie moet je beste vriend zijn als je geen rottigheid uithaalt, welke achtergrond je ook hebt. Maar dat gevoel laat de politie nu niet achter.

De organisatie moet van onderop sensitiever worden gemaakt voor hoe mensen met een kleurtje etnisch profileren ondergaan. Stel je eens voor dat jij die persoon bent die keihard werkt voor een auto en iedere week mag uitleggen hoe je er aan komt. Begin met kennis en bewustzijn – en laat ook zien hoe je jezelf ermee in de voet schiet als professional. Ambtsdragers moeten zich vaker beseffen dat ook zij gevoed worden door onbewuste vooroordelen.’

Chris Polanen

Chris Polanen (56), schrijver, dierenarts

‘Vroeger vond ik: het hoort er gewoon bij. Ik voelde me te gast in Nederland, geen volwaardig burger. Maar goed, dat was 35 jaar geleden. Nu denk ik: nee, de tijden zijn veranderd, het kan niet meer. Ik kan overigens niet zeggen dat ik zelf heel veel last van etnisch profileren heb gehad. Wel was ik een keer met drie witte dames op vakantie. We stonden nog in de rij voor de paspoortcontrole – maar ik werd er als enige uitgepikt. Dat was etnisch profileren – puur op mijn uiterlijk. Maar wel met succes, haha, want ik had nog een paar boetes openstaan voor zwart rijden met de metro. Dat deed ik soms toen ik een jonge student was. En ja, als je uit Suriname komt moet iedereen langs de drugshond, dat is de honderd procent controle. Niet echt etnisch profileren. Maar daarna heb je nog een controle. Daar worden vooral mannen uitgepikt. Volgens mij kijken ze dan meer naar wat je aan hebt.

Maar dat ik zelf weinig ervaring heb met etnisch profileren betekent niet dat het geen probleem is. Een neefje van mij, dat half Surinaams-Nederlands is, werd in de supermarkt aangehouden toen hij dertien was, met de vraag of hij een Marokkaan was. Nou nee, maar hem werd toch maar even gevraagd om zijn tas te openen. Eigenlijk is dat niet normaal, maar mijn neefje nam het heel laconiek op. Politie en Justitie – en eigenlijk iedereen – zou veel meer moeten nadenken over de eigen vooroordelen. Dat is het enige wat helpt. Zelf doe ik denk ik niet aan etnisch profileren. Ik ben een zwarte man, dus ik ben niet zo bang voor andere zwarte mannen. Ook niet voor Marokkaanse jongens. Althans, het hangt heel erg van hun gedrag en lichaamstaal af. We zijn toch allochtonen onder elkaar.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -