Moet Nederland excuses maken voor de slavernij en herstelbetalingen doen? Wij vroegen het aan onze dK-panelleden.
Salma Karim (25), CEO en graphic designer
‘Ik vind het een beetje dubbel. Nederland als land moet wel excuses aanbieden. Maar de mensen die nu in Nederland leven niet. Die hebben geen schuld aan wat er toen gebeurd is. Dus dan kan de minister-president iets zeggen als: ‘Het spijt ons dat wij zo’n cultuur hadden destijds.’ Verontschuldigingen zijn wel op hun plaats, want als je kijkt naar de boeken van vroeger – ook kinderboeken – dan zie je hoe heftig de slavernij was en ook het racisme waarmee het werd gelegitimeerd, ook later nog.
Een schadevergoeding vind ik echter wat overdreven. Ondanks het racisme dat nog steeds bestaat, heeft iedereen in Nederland toch wel gelijke kansen om te studeren en om zelf uit de armoede te komen. Ik vind het ook overdreven om te zeggen dat je het hier in Nederland niet redt omdat je arm bent. In principe kun je hier gewoon de dingen doen die je wil. Dus excuses ja, maar dan gewoon vanuit het gevoel, niet vanuit het idee om geld te geven. Als ik alleen al kijk naar de Zwarte Piet-discussie en de ongelofelijke moeite die het kost voor veel witte Nederlanders om afstand van deze racistische figuur te nemen, dan denk ik dat het nog wel even duurt voordat die excuses voor de slavernij komen.
‘Nederland als land moet excuses aanbieden. Maar mensen die nu in Nederland leven niet’
Als ik kijk naar de slavernij door de Arabieren? Oef. De Arabische landen gaan sowieso geen excuses aanbieden. De mensen daar voelen zich te goed om toe te geven dat ze ook maar iets fout hebben gedaan. Bovendien werken ze daar eigenlijk nog steeds met slaven uit Afrika en Azië, al krijgen die mensen dan misschien formeel wel betaald.
Zelf zou ik geen enkele moeite hebben om mijn excuses aan te bieden als ik zou weten dat mijn eigen voorouders iets te maken zouden hebben gehad met de slavenhandel. Ook al heb ik zelf niks gedaan.’
Stefano Stoffel (56), ZZP’er, bestuurder en columnist
‘Eerlijk gezegd bekijk ik de slavernij vooral vanuit historisch perspectief. En aan de hand van wat ik heb gelezen en geleerd denk ik dat excuses en herstelbetalingen helemaal terecht zijn. Het lastige is wel: de mensen die het echt hebben meegemaakt leven niet meer. Maar men zou er ook voor kunnen kiezen om de nabestaanden extra geld te geven om zichzelf te empoweren via onderwijs, werk en een startkapitaal voor een onderneming. Help de nazaten van de tot slaaf gemaakten om zelfstandig te worden en om psychische klachten binnen de gemeenschap, die veroorzaakt zijn door de slavernij en door racisme, beter onder de aandacht te brengen.
Psycholoog Glenn Helberg heeft het daar ook over. De problemen van de Afro-Nederlandse gemeenschap zijn erg lastig om aan te pakken, omdat we door de eeuwen heen onderling tegen elkaar zijn opgezet. En veel nazaten van de tot slaaf gemaakten in Nederland zijn zo ver-Europeaniseerd dat ze de oorsprong van onze problematiek niet helemaal goed zien. Er gaat heel veel goed hoor, maar er is nog heel veel achterstand binnen de gemeenschap: armoede, werkloosheid en onvoldoende vertegenwoordigers in de belangrijkste staatsorganen. Deze ongelijkheid komt voort uit eeuwenlange, kunstmatig in stand gehouden uitbuiting en discriminatie tijdens en na de slavernij.
‘Help de nazaten van de tot slaaf gemaakten om zelfstandig te worden’
Wat mij betreft zijn herstelbetalingen terecht, maar de invulling hiervan kan op veel manieren gebeuren. Dit is sowieso een historische zaak die goed onderzocht moet worden. De toenmalige witte slavenhouders zijn immers rijk geworden over de rug van zwarte slaven. De nazaten van tot slaaf gemaakten hebben al veel kunnen bereiken, maar vergeleken met andere minderheden doen ze het nog slecht. Dat komt door de slavernij. We moeten daarom kansen pakken en mogelijkheden creëren.’
Ashish Mahabier (48), vrachtwagenchauffeur
‘Excuses en herstelbetalingen voor de slavernij vind ik een lastig vraagstuk. Het is allemaal heel lang geleden gebeurd. En de mensen van nu kunnen niks meer veranderen aan wat er toen is gebeurd. Dus je zou kunnen zeggen dat we beter kunnen doorgaan met onze levens. Toch denk ik dat excuses wel op hun plaats zijn. Slavernij is namelijk echt onmenselijk.
Ik weet niet in hoeverre de nazaten van de slavenhandelaars nu nog rijk zijn. Maar als je kijkt naar Nederland en Suriname en het verschil in welvaart, zou je toch wel zeggen dat we de Surinamers enigszins tegemoet moeten komen. Nederland heeft Suriname destijds flink uitgebuit, voor maar liefst driehonderd jaar, en na de dekolonisatie zijn de Surinamers aan hun lot overgelaten. OK, er gaat ontwikkelingsgeld heen, maar dat helpt niet echt.
‘Nederland heeft Suriname flink uitgebuit en na de dekolonisatie aan zijn lot overgelaten’
Binnen de Hindoestaanse gemeenschap leeft de slavernijgeschiedenis trouwens helemaal niet. Dat komt waarschijnlijk omdat Hindoestanen niet als slaven tewerkgesteld werden. Wij werden vanaf 1868 als contractarbeiders naar Suriname gehaald. Het land moest opgebouwd worden en er waren landbouwers nodig. Met beloftes over eigen land in Suriname en veel geld na een paar jaar werken, werd mijn overgrootvader naar Suriname gelokt. Hij woonde en werkte toen eigenlijk al in Nederlands-Indië – ook als landbouwer – en ging uiteindelijk via Calcutta naar Suriname. Volgens mij waren er een stuk of drie grote schepen met Hindoestanen die naar Zuid-Amerika en de Caraïben gingen. Vijf jaar werken en dan rijk terug, dat was het idee, maar daar is nooit iets van terechtgekomen. De Hindoestaanse contractarbeiders moesten heel hard werken op de plantages van de Nederlanders. Ook werden ze soms geslagen met de zweep, al waren ze officieel geen slaven.
Mijn Afro-Surinaamse vrienden hier in Nederland praten eigenlijk helemaal niet over de slavernij of over excuses. Althans, niet met mij. Ik denk dan dat ze hier niet zo mee bezig zijn. Maar ze staan wel ieder jaar stil bij Keti Koti, de herdenking van de afschaffing van de slavernij op 1 juli 1863, dus het leeft wel.’
Ibrahim Özgül (35), finance- en project professional
‘Het slavernijverleden. Tja, naar mijn gevoel komt deze discussie steeds heviger terug. Dan ebt het weer weg, om vervolgens weer de kop op te duiken. Ik denk eigenlijk dat we in Nederland meer tijd nodig hebben, voordat de hedendaagse impact van de slavernij echt gaat bezinken. Je zou kunnen zeggen dat het bemoedigend is dat er tegenwoordig niemand meer rondloopt die vindt dat de slavernij goed was. Maar de vraag is: hoe gaan we het verleden verwerken op een manier die voor iedereen bevredigend is?
Zelf vind ik excuses maken een krachtige, moedige daad. Of het nu politieke excuses zijn, tussen vrienden, of tussen partners. Excuses voor de slavernij vind ik ook zeker een goede zaak. Maar of dit ook gepaard moete gaan met herstelbetalingen, daar twijfel ik over. Zelf vind ik een financiële compensatie voor de nakomelingen van slaven niet echt nodig.
‘Te veel mensen zien het nog als een zwakte om toe te geven dat men vroeger fout zat’
Als je naar het bredere plaatje van de slavernij kijkt, dan moet natuurlijk iedereen excuses maken. Nederland, maar ook de Arabische landen en uiteindelijk zelfs ook de Afrikaanse stammen die slaven hebben gevangen. Ik geloof dat die excuses er ooit zullen komen, maar niet op korte termijn. Anders was het allang gebeurd. Er is tijd nodig. Te veel mensen zien het nog als een zwakte om toe te geven dat men vroeger fout zat.’
Lourdes Boasman (69), gepensioneerd en taalvrijwilliger
‘Op Aruba, mijn geboorte-eiland, was er ook slavernij, hoewel niet in dezelfde mate als bijvoorbeeld op Curaçao of Bonaire. Het eiland was dor, er groeide niets. Geen goede plek voor grote plantages. Er werd wat goud gevonden, maar die vindplaatsen waren snel uitgeput. Op Bonaire had je de zoutpannen, een ware goudmijn. Curaçao was te droog voor landbouw en veeteelt. Toch besloten de Nederlanders om te blijven, vanwege de goede strategische ligging van het eiland.
Herinnering aan onrecht leidt vaak tot haat, vooral als het aangedane onrecht groot is. Het mag echter niet zo zijn dat blijvend in wrok wordt omgekeken naar het verleden. Dat geldt voor de Tweede Wereldoorlog en ook voor slavenhandel. Belangrijk is wel, dat het niet wordt vergeten. Het aanbieden van welgemeende excuses door de Nederlandse Staat is daarom belangrijk, maar hoeft wat mij betreft niet meer dan een formaliteit te zijn. Er hoeven geen financiële gevolgen aan te worden verbonden. Het gaat om de erkenning, niet om financieel gewin.
‘Het gaat om de erkenning, niet om financieel gewin’
Belangrijker is dat de duistere kant van slavernij blootgelegd wordt, en dat kan alleen door educatie. Het jaarlijks herdenken van de afschaffing van slavernij op 1 juli, Keti Koti, is uitermate belangrijk. Ik kan mij zelfs voorstellen dat het gekoppeld wordt aan Bevrijdingsdag. Het is wenselijk dat in het onderwijs gehamerd wordt op de gruwelijkheden van de slavernij en de gevolgen ervan voor de nazaten van de slaven. We mogen deze geschiedenis nooit vergeten.
Eigenlijk is de afschaffing van de slavernij net zo belangrijk geweest, zo niet belangrijker, als het einde van de Tweede Wereldoorlog. Maar waar de meeste mensen de namen van Hitler, Churchill of Roosevelt nog kennen, zijn de namen van Tula en Carpata bij het grote publiek onbekend. Dit zijn de grote vrijheidsstrijders op de Antillen. Wij moeten op school ook over deze mensen leren. Educatie!
Helaas komt slavernij nog steeds voor in de wereld. Dwangarbeid, vrouwenhandel, noem maar op. Kijk naar Boko Haram, of naar wat in Saoedi-Arabië gebeurt met vrouwen uit Sri Lanka, India en de Filipijnen. Slavernij is, evenals racisme, een winstgevend gebeuren. Maar niet voor de slachtoffers, natuurlijk.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!